De eerste boerenzwaluw werd dit jaar gemeld op 14 februari in Rance (Henegouwen), de tweede op 16 februari in Lochristi (Oost-Vlaanderen). Dit waren echter letterlijk extreem vroege vogels, die waarschijnlijk door natuurlijke selectie gesneuveld zijn. De start van de grote intocht begon afgelopen weekend, op 16 maart. Feit is wel dat die eerste golf zich de voorbije decennia steeds iets vroeger aanmeldt. In 1985 begon de grote intocht pas op 5 april, in 2004 kwam de voorhoede aan op 29 maart en elk jaar lijkt deze aankomstdatum nog iets naar voor te schuiven.
De reden voor die steeds vroegere terugkeer van de trekvogel is het gewijzigde klimaat, meer bepaald het zeer langzaam toenemen van de temperatuur. “De winters zijn hier niet meer zo extreem. Voor de boerenzwaluw is het almaar vroeger in het voorjaar haalbaar om terug te keren en hier voldoende voedsel te vinden”, zegt Dominique Verbelen van Natuurpunt. “Pakweg vijftig jaar geleden zou de boerenzwaluw, die bij uitstek leeft van vliegende insecten, hier op 15 maart geen eten hebben gevonden.”
De boerenzwaluw is een opvallende verschijning door zijn blauwzwarte verenkleed met lange buitenste staartveren en door zijn grote wendbaarheid in de vlucht tijdens de jacht op vliegende insecten. Maar het gaat niet goed met de soort. Uit tellingen blijkt dat de Vlaamse populatie tussen 1975 en 2002 terugviel van 300.000 naar 20.000 à 30.000 exemplaren. Ondanks jaarlijkse schommelingen is er duidelijk sprake van een negatieve trend, onder andere door de achteruitgang van insectenpopulaties.