Startpagina Actueel

Ken je vijand: schadelijke insecten in de fruittuin

Vorige week maakten we kennis met een aantal insecten die onze bondgenoot zijn als het erop aankomt om onze fruitgewassen te beschermen. Vandaag stellen we u graag een aantal beestjes voor die we liever zo weinig mogelijk tegenkomen in de fruittuin omdat ze in staat zijn om het fruit ernstig te beschadigen, de oogst te verminderen en zelfs hele bomen ziek te maken.

Leestijd : 5 min

O m gezond en mooi fruit te kweken zonder, of met behulp van zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddelen, is een natuurlijk evenwicht tussen nuttige en schadelijke insecten zeer belangrijk. Vaak hebben nuttige insecten de schadelijke nodig om zich te voeden en zich te kunnen handhaven. Een beetje insectenkennis is dus mooi meegenomen Om u te helpen hierna een overzichtje van een aantal schadelijke insecten die in bepaalde omstandigheden grote schade kunnen aanrichten in de boomgaard en die we beter zo goed mogelijk onder controle houden.

Bladluizen

Bladluizen overwinteren als eitjes, waar vroeg in het voorjaar gevleugelde exemplaren uit komen die dan op zoek gaan naar een geschikte waardplant. Op de waardplant produceren ze aan de lopende band vleugelloze nakomelingen die zuigen aan de jonge blaadjes en de nog niet verhoutte jonge scheuten. Daardoor gaan de bladeren krullen en samenrollen en de jonge scheuten misvormen. Bovendien zorgen de suikerhoudende uitwerpselen, de zogenaamde honingdauw, ervoor dat de vruchten en bladeren plakkerig worden. Vaak gaan zich ook nog eens roetdauwschimmels ontwikkelen in de honingdauw waardoor de vruchten visueel onaantrekkelijk worden en de boom verzwakt door een geremde fotosynthese. Bladluizen kunnen ook virussen overdragen van de ene op de andere boom, ofwel doordat hun steeksnuit bevuild is met besmet plantensap ofwel omdat de bladluis zelf besmet is met het virus. Vaak zijn mieren die op en af de boom kruipen een teken dat er bladluiskolonies in de boom aanwezig zijn. De mieren voeden zich met de honingdauw die de bladluizen afscheiden. Op zich zijn de mieren niet schadelijk voor het gewas maar ze houden de nuttige insecten, zoals lieveheersbeestje, zweefvliegen, oorwormen,... , wel weg van de bladluizen, waardoor die zich ongebreideld kunnen vermeerderen.

Fruitmot – wormstekigheid

Wormstekigheid wordt veroorzaakt door de larven (rupsjes) van fruitmotjes en in sommige gevallen van bladrollers. Wormstekigheid komt voor bij kersen, pruimen, framboos, minder op peer maar vooral bij appels. Bij appels worden de vruchten aangetast door de appelmade (de larve van Cydia pomonella) , die overwintert, ingekapseld in een cocon, in schorsspleten en soms onder de grond. In het late voorjaar verpoppen ze tot een ongeveer 1 cm grote 'fruitmot', die zijn eitjes aflegt op de bladeren en de jonge vruchten. De jonge rupsjes vreten zich eerst oppervlakkig door de schil om zich daarna een weg te boren tot diep in de vrucht, vaak zelfs tot in het klokhuis, waar ze zich te goed doen aan de onrijpe pitten. Aangetaste vruchten worden voortijdig rijp, vallen af en zijn niet geschikt om te bewaren. Men kan deze aantastingen binnen de perken houden door het de natuurlijke vijanden naar de zin te maken. Meesjes kunnen 's winters een groot deel van de overwinterende rupsen van tussen de schors wegpikken, vleermuizen eten vliegende motjes en een aantal sluipwespen parasiteren 's zomers op de eieren en rupsen.

Fruitspintmijt – rode spint

Er bestaan heel wat spintmijten die zowel in de moes-, de sier- en de fruittuin schade kunnen veroorzaken. In de boomgaard is het vooral de rode spintmijt ( Panonychus ulmi ) die voor opbrengstverlies kan zorgen. Deze mijt overwintert als ei, donkerrood van kleur, waaruit in april, kort voor de bloei, de larven tevoorschijn komen die onderaan de blaadjes schaven om plantensappen te kunnen opnemen. Aangetaste blaadjes kleuren eerst geel en bij ernstige aantasting vaalbruin waarna ze afvallen. In warme, zomerse periodes kan dit insect zich razendsnel uitbreiden (4 tot 6 overlappende generaties per seizoen) en kunnen de bladeren helemaal bedekt zijn met spinselwebben (niet te verwarren met aantasting door spinselmotten waardoor hele bomen als het ware ingekapseld worden door het spinsel). Een goed biologisch evenwicht kan helpen de plaag onder controle te houden. Vooral de aanwezigheid van roofmijten kan helpen om de fruitspintmijt onder controle te houden. Professionele telers zetten vaak roofmijten uit, het kan helpen om enkele scheuten uit een gezonde boomgaard in de eigen boomgaard op te hangen in de kroon van de bomen, op die manier introduceert u roofmijten in uw eigen boomgaard.

Appelbloesemkever

Dit kleine kevertje richt schade aan bij appel, framboos, aardbei en braam door op zonnige, warme voorjaarsdagen gaatjes te boren in de jonge bloemknoppen waar hij de nodige sappen uitzuigt om zich te kunnen voortplanten. De eitjes worden in dezelfde knoppen gelegd, waarna de larven zich in de bloemknoppen boren. Aangetaste bloemen gaan maar half open en verdrogen uiteindelijk zonder vruchten te geven. Het volwassen kevertje, een klein grijsbruin snuitkevertje, verschuilt zich in schorsspleten en onder afgevallen blad waar hij overwintert, om in het voorjaar opnieuw jonge bloemknoppen aan te boren. Vanaf juni kan men golfkartonnen vangbanden of stroken jute rond de stam en de takken aanbrengen die de kevers gebruiken als schuilplaats. Door deze eind september te verwijderen en te verbranden kunnen ernstige aantastingen voorkomen worden.

Wespen

Wespen zijn niet alleen vervelend wanneer ze ons komen storen terwijl we genieten van een lekker fris drankje op een zomers terras, ook in de fruittuin kunnen ze vaak knap vervelend zijn. Ze voeden zich met rijpe vruchten van o.a. appel, peer, pruim en druif. Vaak zijn dat beschadigde vruchten maar bij gebrek daaraan eten ze ook van gave vruchten. Een goede manier om ze van de gave vruchten weg te houden is ze te voeden met wat overrijp of beschadigd fruit dat men in een uithoek van de tuin op de grond gooit.

Diversen

Ook heel wat insecten die we kennen uit de sier- of moestuin kunnen schade aanbrengen in de fruittuin. Denken we aan bladrollers, wantsen, bladwespen, wolluizen, houtboorders, lapsnuitkever, schildluizen... Gelukkig groeien deze insecten in de particuliere fruittuin, in tegenstelling tot bij de hectaren grote professionele boomgaarden, zelden uit tot een plaag. Een goed biologisch beheer en een gezond boerenverstand volstaan meestal om de fruittuin gezond te houden.

GB

Lees ook in Actueel

Milde melkaanvoer in Europa

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 20 maart met ons de financiële wereldsituatie en de internationale zuivelmarkten. De melkpoederprijzen gaan nog steeds in dalende lijn. Op de GDT-veiling werd 27% minder product verkocht dan vorig jaar.
Meer artikelen bekijken