De bedrijfsovername zakelijk bekeken

Een schenking familiale onderneming voorafgaand aan de overname is in veel gevallen aangeraden.
Een schenking familiale onderneming voorafgaand aan de overname is in veel gevallen aangeraden.

W e denken hierbij aan de financieel economische ondernemerscontext en aan de juridische en administratieve context van de overname. Elk over te nemen bedrijf heeft een verschillende bedrijfs- en gezinssituatie maar ook de ambitie en visie op de toekomst van overlater en overnemer zijn logischerwijze erg verschillend. Het resultaat is dat elke overnamebegeleiding anders is en als maatwerk moet worden beschouwd, waarbij men niet moet verdrinken in details maar de overnamebegeleider het geheel van voor- en nadelen moet overwaken.

De beslissende keuzes bij een overname: waarom, wie, wat, wanneer en hoe?

Vanzelfsprekende vragen waar men toch grondig over moet nadenken. Het ‘waarom’ van de overname appeleert aan de motivatie. Meestal is deze motivatie zo groot en ingegeven met de paplepel dat ze zelfs in de weg staat van rationeel denken over de andere vragen. Toch zal de motivatie en het doorzettingsvermogen op lange termijn een determinerende factor zijn. Want land- en tuinbouw is nu eenmaal gekenmerkt door grote conjunctuurverschillen en ook slechte tijden moet men mentaal en financieel kunnen overbruggen.

De vraag ‘wie neemt over’ lijkt vanzelfsprekend, maar is in feite de belangrijke vraag naar de ondernemingsvorm nl. streven we naar een volledige overname of een gedeeltelijke en geleidelijke overname met een samenwerking? Blijven de overlaters nog actief en onder welke voorwaarden? Nemen man en vrouw samen over etc.? Gaan we uitbaten als éénmanszaak, een maatschap of een vennootschap?

Wanneer gaan we overnemen?

De vraag ‘wanneer’ is meestal niet zo simpel. De tijd moet er rijp voor zijn zowel bij de overlater als bij de overnemer maar ook voor het bedrijf. Bij de overlaters speelt er dikwijls een onuitgesproken psychologisch probleem. De overlaters hebben alles opgebouwd en moeten het goed en de zeggingsschap plots ‘afgeven’ aan de opvolger die nog zo jong en onervaren lijkt. Vele overlaters willen de overname dan ook graag wat op de lange baan schuiven of tenminste in een samenuitbating brengen. Immers er is heel dikwijls een te klein generatieverschil. De ouders zijn nog maar 50 jaar en de overnemer van 23 jaar staat reeds te drummen. Voordat de ouders een vangnet hebben bvb voor het pensioen duurt het dikwijls nog 10 à 15 jaar. Dat is vrij lang om samen te boeren.

Ook het bedrijf moet overnamerijp zijn. Er moet werk en inkomen voor twee gezinnen zijn of tenminste op korte termijn een perspectief bieden om voldoende inkomenspotentieel te krijgen. In die zin moet ook de bedrijfseconomische situatie geanalyseerd worden. De inkomensverschillen tussen de bedrijven zijn zeer groot en voordat men grootschalige uitbreidingsplannen realiseert moet men in de eerste plaats zorgen dat men bij de betere land- en tuinbouwers zit. Let er bovendien op dat investeringen door de juiste partij gedaan worden. Een grote (uitbreidings)investering doen vlak voor het pensioen van de overlaters kan namelijk op gebied van btw, registratierechten en VLIF ernstige gevolgen hebben. Investeringen laten uitvoeren door de overlater die boven de 55 jaar is, is om bovengenoemde reden zelden een goed idee maar komt toch vrij veel voor.

Anderzijds kan het geen kwaad om enkele jaren buitenshuis te gaan werken. Een commerciële job in de agrarische sector is een geweldige leerschool.

Als éénmaal de beslissing is gevallen is het tijdstip in het kalenderjaar niet zo belangrijk. Meestal neemt men aan het begin van een kwartaal over om wille van de sociale bijdragen. 1 januari is administratief een gemakkelijke datum maar we moeten ook rekening houden met de VLIF-aanvraag voor vestiging en de voordelen voor jonge landbouwers in het kader van het GLB (deadline 21 april). Persoonlijk vind ik het belangrijk om over te nemen op het einde van een teeltseizoen, bvb op 1 oktober. Men neemt dan grote voorraden over (met een langlopend overnamekrediet) maar men verkoopt die voorraden op korte termijn zodat men liquide middelen heeft voor het volgende teeltseizoen. Zo voorkomt men liquiditeitstekorten en (dure) korte termijn kredieten in het voorjaar.

In veel gevallen raden we voorafgaand aan de overname een schenking familiale onderneming (SFO) aan. Dit is een zeer interessante (goedkope) successieplanningstechniek maar kan enkel toegepast worden door de overlaters die nog actief landbouwer zijn. Vandaar moeten we de SFO wegens de grote voordelen eerst uitvoeren – wat enkele maanden oponthoud veroorzaakt - en dan pas kunnen we overnemen.

Dus de overnamedatum hangt van een aantal praktische omstandigheden af. Belangrijker is alleszins dat je op tijd met de overnamegesprekken begint, zodanig dat er nog genoeg keuzevrijheid is.

Wat gaan we overnemen?

De meest overnames zijn wegens een te grote kapitaalbehoefte gefaseerd waarbij men onroerende goederen zoals de landbouwgronden eerst pacht en pas later verwerft. Een goede regeling met ouders en dikwijls met broers of zussen is belangrijk. We ondervinden steeds meer problemen met zeer vermogende bedrijven met veel gebouwen of landbouwgronden in eigendom. In bedrijfseconomische termen rendeert het kapitaal in grond op korte termijn te weinig zodat overname onder vorm van aankoop moeilijk is. Anderzijds is er de ouderlijke bezorgdheid om de andere kinderen rechtvaardig te behandelen maar ook te denken aan hun eigen successieplanning. Dit delicate onderwerp brengen we vaak zelf naar boven omdat een goede successieplanning bvb via SFO veel geld (registratierechten) en familiale twist kan besparen.

Bij een overname wordt minstens de roerende bedrijfsbekleding (dieren, machines, plantages, voorraden, productierechten, etc.) overgenomen. Onvermijdelijk moet hier een prijs(onderhandeling) aan te pas komen.

Vaak is de waardering van productierechten delicaat. Enerzijds is er bij verkoop naar vreemden een marktwaarde maar op deze vreemde transactie zijn er dikwijls afhoudingen en fiscale aanslagen. Bij verkoop binnen familie zijn er normaliter geen afhoudingen en in het kader van het voortzettingsstelsel ook geen fiscale aanslagen. Bovendien moet men ook geen onderdelen (bvb stal en NERD’s) dubbel rekenen. Emissierechten die men verkoopt maken de stal onmiddellijk minder waard. Een stal zonder emissierechten is geen stal meer maar slechts een ‘ruwbouw’. Dus 1+1 is niet altijd 2.

Als men enkel roerende bedrijfsbekleding overneemt zal men de gronden en gebouwen pachten. De pachtwetgeving heeft zijn nadelen maar in het kader van de overname geweldige voordelen want het biedt zeer grote en goedkope zekerheid voor de overnemer. Contracten met lange pachten hebben bovendien belangrijke fiscale voordelen.

Als de financiële draagkracht het toelaat, zullen we vaak adviseren om ook de gebouwen over te nemen. Zeker als er verbouwd moet worden. Zolang (de grond onder) het gebouw niet van de exploitant is zullen de onkosten (verbouwingen, nieuwbouw ) ook niet van de exploitant zijn zelfs als men kan bewijzen dat de overnemer die kosten heeft betaald. Dit heet het recht van natrekking (de grond zuigt het gebouw na). Dit kan men vermijden door een recht van opstal te maken of gewoon de grond in eigendom te verkrijgen.

Jacky Swennen

Studiedienst SBB

Meest recent

Meest recent