De Copernicus dienst voor klimaatverandering (C3S), namens de Europese Unie geïmplementeerd door het Europees Centrum voor Weersverwachtingen op Middellange Termijn (ECMWF), publiceert maandelijkse klimaatbulletins over de waargenomen veranderingen in de oppervlaktetemperatuur wereldwijd, het zee-ijsoppervlak en hydrologische variabelen. Alle gerapporteerde conclusies zijn gebaseerd op computer-gegenereerde analyses met behulp van miljarden metingen van satellieten, schepen, vliegtuigen en weerstations over de hele wereld.
0,63°C warmer dan het gemiddelde
Wereldwijd was mei 0,63°C warmer dan het gemiddelde voor mei in de periode 1981-2010. Dit betekent dat het de warmste mei sinds deze meetperiode is. De temperaturen lagen het verst boven het gemiddelde in delen van Siberië, Alaska en Antarctica.
In de afgelopen twaalf maanden (juni 2019 - mei 2020) was het bijna 0,7°C warmer dan gemiddeld. Een evenaring van de periode oktober 2015 – september 2016, volgens Copernicus dienst voor klimaatverandering.
Geografische verschillen in Europa
Mei was in Europa gemiddeld iets kouder dan normaal, maar er waren duidelijke geografische verschillen waarneembaar. In het grootste deel van het zuidwesten en noordoosten van Europa lag de temperatuur boven het gemiddelde, maar onder het gemiddelde in een groot gebied van Scandinavië tot de Balkan en de noordkust van de Zwarte Zee.
Hoewel mei kouder was dan gemiddeld, was de lenteperiode (maart – mei) 0,7°C warmer dan gemiddeldDe kaart en genoemde datawaarden komen uit de ERA5 dataset van ECMWF Copernicus dienst voor klimaatverandering, die teruggaat tot 1979. De temperatuurgemiddelden voor regio’s in Europa gelden alleen voor het landoppervlak met de lengte- en breedtegraden 25W-40E, 34N-72N.