Boekweit heeft potentieel, maar nog weinig afzetmogelijkheden

DSC_1953

Tot op vandaag wordt boekweit heel beperkt geteeld in België. In Vlaanderen staat er slechts 8 ha, in Wallonië zou er iets meer staan. Dat staat in schril contrast Oekraïne, China en Rusland, de grootste leveranciers van boekweit voor Europa. Ook in Frankrijk begint de waarde van boekweit door te dringen. ILVO-onderzoeker Hilde Muylle houdt zich bezig met eiwitgewassen en beaamt: “In Frankrijk vragen landbouwers al echt naar de teelt. Ze kunnen het daar aankopen via de coöperaties. Er zijn zo’n 5 rassen gekend die ook in België kunnen worden geteeld. In een proef in Hansbeke werd het ras Panda ingezaaid: een bakwaardig ras aangezien het een voldoende hoog eiwitgehalte heeft.” Momenteel staat er in Europa meer dan 1 miljoen hectare aan boekweit.

Van brood tot bier

Boekweit behoort tot de duizendknoopfamilie en is dus geen echt graan, maar een pseudograan. Een ander pseudograan waar het ILVO op inzet, en al wat populairder is op Vlaamse velden is quinoa. Maar ook boekweit is dus een teelt met potentieel. Boekweit wordt geteeld voor de zaden en heeft het voordeel glutenvrij te zijn. De zaden worden, als ze gepeld zijn, vooral gebruikt in de bakkerij. “De voornaamste toepassing van boekweit is in brood”, geeft Hilde Muylle mee. Echter, het kan ook als ingrediënt dienen in andere producten, zoals pasta en koekjes. Ook voor bier wordt boekweit gebruikt, aangezien het ook een suikerbron is. Zo gebruikt brouwerij Leireken boekweit in hun bier Leireken. “Momenteel is lokale boekweit echter nog een nicheproduct”, geeft onderzoeker Hilde Muylle wel aan.

Sommige landbouwers gebruiken boekweit om te vervoederen aan hun dieren. “De voordelen als voeder zijn eerder beperkt, want het haalt de voederkwaliteit niet. In voeder is het dus eerder bekeken als bijproduct.”

Teelttechnisch gemakkelijk

Het grote voordeel aan boekweit is het explosieve karakter van het gewas: na het inzaaien ontwikkelt het snel en groeit het gewas snel toe. Onderzoekster Muylle geeft aan dat het daarom zeker in de biologische teelt een goed gewas zou zijn: “Een snel dichtgroeiend gewas zorgt ervoor dat onkruid geen kans heeft om te groeien. Het is ideaal als je weet dat je met percelen werkt die onderhevig zijn aan een grote onkruiddruk.”

Bovendien kan het gemakkelijk worden ingepast in de rotatie, als rustgewas. Boekweit is een dicotyl, en past zeker in de rotatie met monocotyle gewassen en heeft weinig stikstof nodig. Dat maakt het geschikt voor inzaai na graan of peulvruchten omdat die weinig stikstof in de grond achterlaten. Inzaaien na een gescheurd grasland is dus geen goed idee. Bij een gewas dat te veel stikstof nalevert aan de bodem, bestaat de kans op legering.

Een ander voordeel aan boekweit is dat het niet tot weinig geplaagd wordt door ziekten en schadelijke insecten. “Moest de afzet beter zijn, is het eigenlijk een heel interessant en gemakkelijk gewas voor de landbouwer”, omschrijft Hilde positief. Of het ook een voordeel heeft naar de bodem toe, kan ze niet hard maken: “Er blijft wel wat stro achter op het perceel, dus je krijgt wel wat organisch materiaal dat in de bodem terecht kan komen. Het gewas wortelt niet diep, dus echt interessant is het niet naar de bodem toe.”

Moeilijke afzet

De keten voor boekweit staat nog niet volledig op punt. Na de oogst kan de landbouwer in Vlaanderen niet terecht bij een graanhandelaar. “Eigenlijk is het een vicieuze cirkel: zolang het niet zo gekend is en weinig geteeld wordt, is de afzet beperkt en zijn er weinig mogelijkheden tot verwerking.” De opbrengst van de percelen in Hansbeke zal net als die van andere boekweittelers naar een Henegouwse graanhandelaar gaan, waarna alle partijen verder verwerkt worden in Frankrijk. Per ton bruto geleverd, krijgt de teler daar 550 euro voor. Om op te schonen worden de partijen naar Frankrijk gestuurd. “Momenteel is er in Vlaanderen weinig vraag naar, maar daar kan verandering in komen in de toekomst”, besluit de onderzoekster.

Marlies Vleugels

Van mei tot september

Het seizoen van boekweit loopt van eind mei tot midden september. Boekweit is een thermofiel gewas dus het heeft een minimum temperatuur nodig om te kunnen kiemen. Bovendien is het gewas vorstgevoelig. Het best is om het gewas dus laat in te zaaien, vanaf eind mei. “Dan is er de temperatuur om snel en explosief te ontwikkelen”, vertelt onderzoeker Hilde Muylle.

Voor een goede ontwikkeling moet de zaaidensiteit hoog zijn. Muylle raadt aan 40 kg/ha zaaizaad te gebruiken. “Zo krijg je zo’n 150 planten per m²”, geeft ze mee. “Hoe denser gezaaid, hoe minder de stengel vertakt en hoe meer gelijktijdig het gewas bloem vormt en afrijpt.”

Enkele weken na opkomst – doorgaans 4 à 5 weken – kan er worden gewiedegd om het onkruid de baas te zijn. Vanaf midden september kan het gewas geoogst worden met een graandorser. “Probeer niet te laat te oogsten”, wordt gewaarschuwd. “Anders gaat het moeilijk worden om het gewas droog binnen te halen.” De opbrengst bedraagt tussen 1,5 en 3 ton per ha bruto. “Dan moeten de zaden nog worden gepeld, waardoor je nog 15 tot 30% van de bruto verliest. Erna bekom je het eindproduct dat klaar is voor de voedingsindustrie.”

Meer info rond de teelttechniek zijn te vinden in de teelthandleiding van HOGent, waar ook onderzoek wordt verricht naar alternatieve granen, waaronder dus boekweit.

Meest recent

Meest recent