Extra ruimte nodig
Dina interviewt Georges Van Keerberghen, de voorzitter van de beurs, als eerste. “We hebben de beurs indertijd opgestart met drie partners: de Koninklijke Maatschappij voor Landbouw- en Plantkunde, Boerenbond en de Vlaamse Overheid via VLAM (Vlaams centrum voor Agro- en Visserijmarketing)”, vertelt de heer Van Keerberghen. “Intussen heeft de Koninklijke Maatschappij zich teruggetrokken, en is de sierteelt en glastuinbouw eruit gegaan.”
Op de voorbije tien edities kijkt de voorzitter tevreden terug: “We zijn zelfs een beetje het slachtoffer van ons eigen succes. Er stonden nog 40 bedrijven op de wachtlijst, en elke keer kampen we met een parkeerprobleem.” Dat gebrek aan ruimte dreigt de beurs tegen te houden in haar groei. “Veel landbouwers gaan naast primaire productie ook aan verwerking doen op hun bedrijf. Daar wilden we op inzetten, maar door plaatsgebrek is dat dit jaar niet gelukt. Maar we dromen nog, en we kijken naar de toekomst”, besluit de heer Van Keerberghen.
Ondernemerschap en passie
Na hem mag Boerenbondvoorzitter Sonja De Becker de honneurs waarnemen. Na het annus horribilis 2016 weigert ze te gaan zwelgen in doemdenken: “De enige goede optie is om houvast te bieden aan onze leden. Er is een heropleving, de sector krijgt een beetje zuurstof, maar wij blijven inspanningen leveren.” Het komt er nu op aan opportuniteiten te grijpen, vindt de voorzitter. Als voorbeeld haalt ze de gezondheidshype aan: “De mensen willen gezonde voeding. Wij moeten daarop inspelen.”
“Het zijn geen kleine boeren meer, maar echte bedrijfsleiders die grote risico’s lopen. Van sympathie alleen overleeft onze boer niet”, valt Dina in. “Wat de Vlaamse boeren typeert?”, wil ze nog weten van voorzitter De Becker. “Ondernemerschap, en passie voor hun beroep”, antwoordt die zonder aarzelen.
Ondersteuning bij ondernemen
Verder wijst de minister nog op het KRATOS-initiatief, waarbij landbouwers die voeding willen gaan verwerken op hun bedrijf voor 1.500 EUR advies kunnen inwinnen bij het ILVO, recent nog omgedoopt tot Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek. Daarnaast wil de minister optimaal inzetten op jonge starters, door hen voorrang bij ondersteuning van het landbouwinvesteringsfonds en verhoogde basisrechten te geven. “Ik ben er rotsvast van overtuigd dat er een mooie toekomst is voor landbouw in Vlaanderen, maar dan hebben we jonge starters nodig”, onderbouwt ze die handelswijze.
Voornaamste verwezenlijkingen?
“Mevrouw de minister, we zijn aan de helft van uw regeringstermijn. Wat vindt u uw voornaamste verwezenlijkingen?”, vraagt Dina zonder omwegen aan minister Schauvliege. “Dat is toch wel de implementatie van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in Vlaanderen, met een nieuwe manier van ondersteuning naar de landbouwers. De vergroening en de erosieproblematiek waren nieuw en heel moeilijk. We zijn daar goed in geslaagd, we hebben ook alles op tijd kunnen betalen”, maakt de minister zich sterk.
Wat minister Schauvliege nog wil bereiken? “Het eerste wat op ons bord ligt is het landbouwrampenfonds. Een tweede grote uitdaging is de voorbereiding van het nieuwe GLB. Nu al zijn we bezig met goed uittekenen waar we naartoe willen. Vlaanderen is een specifieke regio: gekenmerkt door intensieve landbouw en dicht bebouwd. We moeten onze eigen accenten kunnen leggen.”
10 keer aanwezig
Maar liefst 71 standhouders, waaronder Landbouwleven, zijn er dit jaar voor de tiende keer bij. Dat verdient geen bloemetje, maar een magnumfles champagne, een plaats in de spotlights, en persoonlijke felicitaties van de minister, de organisator, de voorzitter van Boerenbond en de presentatrice.
