Toekomst zien in aardappelen zaaien

Hybride aardappelrassen zijn de toekomst, klinkt het bij Solynta, een veredelingsbedrijf uit Wageningen (NL). Ze veredelen aardappelen, maar op een net iets andere manier. Dat is nodig, want aardappelen zijn ‘s werelds grootste voedselgewas, na maïs, rijst en tarwe. De aardappel heeft dan ook enorme voordelen als we de steeds maar toenemende bevolking willen blijven voeden: het is voedzamer, goedkoper, gezonder en heeft minder nood aan water in vergelijking met andere voedselgewassen.

Aardappel met nadelen

Aardappelen kunnen nu enkel nog geteeld worden aan de hand van pootaardappelen die erg omvangrijk, bederfelijk, gecontamineerd en gedegenereerd kunnen zijn. Door gevoeligheid aan ziekten wordt er bij de teelt veel fyto gebruikt.

De moeilijke genetische structuur van de aardappel maakt het ook moeilijk om aardappelen te veredelen. Terwijl de opbrengsten van tomaten, komkommer, maïs en suikerbieten zijn gestegen doorheen de jaren, is de aardappeloogst amper naar omhoog gegaan. Ten slotte is de aardappel logistiek gezien geen gemakkelijk gewas.

Solynta wil daar verandering in brengen. Michiel De Vries, agronomist bij het veredelingsbedrijf, legt uit: “We maken de aardappelen uit zaadjes en niet uit pootaardappelen. Aardappelen uit zaad kweken zou een oplossing zijn voor de verschillende problemen, ook bij het vormen van resistenties.”

En het lijkt inderdaad gemakkelijk. In het zakje dat Michiel laat zien - en effectief in zijn handpalm past - zitten zo’n 40.000 minuscule zaadjes, wat genoeg zou zijn voor 1 hectare aardappelen. Een zakje van 25 g vervangt 2.500 kg pootaardappelen.

Zaad met voordelen

Het gebruik van zaden heeft verschillende voordelen. Aangezien men de zaadjes in een zakje kan aanleveren, is versturen met de post een optie en ook de opslag van het zaad is gemakkelijk. Het zaad in het zakje is lang houdbaar en minder vatbaar voor ziekten. Een ander belangrijk voordeel is dat de zaadjes schoon zijn. Ze herbergen geen pathogenen.

Verder vermeldt Michiel dat de veredeling erg snel gaat: “Men kan sneller betere eigenschappen in de rassen brengen door hybride veredeling. Je weet van tevoren welke eigenschappen je gebruikt. Doordat men zaad produceert, kunnen nieuwe variëteiten op de markt komen in slechts twee jaar, in plaats van 10 jaar, zoals bij pootaardappelen.”

Zo kan Solynta werken aan een betere smaak en voedingswaarde, droogteresistentie en een hogere opbrengst in hun nieuwe variëteiten. Onderzoek toont aan dat in 10 jaar de aardappelopbrengsten met 30 % kunnen stijgen in de ontwikkelde wereld, en zelfs verdubbelen in de ontwikkelingslanden. Een andere kans in het vak is het inbrengen van natuurlijke resistenties tegen plagen en ziekten, waardoor het pesticidegebruik met meer dan 80 % kan dalen. Dat is niet alleen goed voor het milieu, het kost de teler ook minder in tijd en geld.

Weg met het resistentieprobleem

Zo werd in een demonstratieproject resistentie tegen Phytophthora in de aardappel gebracht, de belangrijkste schimmel en het grootste probleem in aardappel. Wereldwijd richt het jaarlijks 6 tot 10 miljard euro schade aan.

Op dit moment zijn er slechts enkele rassen op de markt die hiertegen één resistentiegen hebben. Bij Solynta ging men al verder: “In twee jaar tijd zijn we erin geslaagd twee resistentiegenen tegen Phytophthora in een ras te brengen. Een groot voordeel is dat de hybride dezelfde blijft, zoals in teelt en verwerking.”

Het zaad is nog niet op de markt. Michiel verklaart: “Er is nog tussen twee tot vier jaar tijd nodig om met een raswaardig product op de markt te kunnen komen. We hebben nu al rassen die hetzelfde opleveren als Bintje, zo rond de 50 ton per ha. Binnen tien jaar zal dat 65 ton per ha zijn.”

Van zaad naar aardappel

Solynta’s kweektechnologie werkt door middel van seksuele voortplanting. Hierbij worden de goede eigenschappen van beide ouders (twee lijnen) doorgegeven naar de nakomeling (het hybride ras). Het is dus niet zoals vroeger trial and error, maar een zeer doelgericht proces. Het seksueel kruisen van twee ouderlijnen resulteert in duizenden zaden per plant in één seizoen, in plaats van ongeveer 10 aardappelen bij de traditionele pootgoedvermeerdering (zie kader).

De zaden zijn vrij van ziekten en maken het daarom perfect startmateriaal. Het produceren van zoveel zaad geeft het voordeel direct te voldoen aan een dringende behoefte. De zaadjes blijven bij Solynta of bij de opkweekbedrijven.

Het zaad wordt uitgezaaid in een koude kas waar ze in zes weken uitgroeien tot kleine plantjes die in het veld zullen worden uitgeplant met een plantmachine. “Solynta werkt samen met partners om het teelttechnische te ontwikkelen naar de landbouwer toe. Het bedrijf is gespecialiseerd in genetica, en niet in machines. We werken nu met aanpaste koolplanters die de plantjes in het veld planten. De bestaande technologie moet worden aangepast.”

De plantjes op het veld zullen uitgroeien naar pootaardappelen voor het volgende seizoen of naar de productieteelt. “Voor Noord-West Europa wordt er vanuit gegaan dat er één cyclus pootgoed wordt gemaakt uit de plantjes. De pootgoedtelers krijgen dan de plantjes. De consumptietelers krijgen van die plantjes de knollen in het voorjaar”, besluit Michiel.

M.V.

Meest recent

Meest recent