Ik denk dat er meer moed nodig is om over de grenzen van sectoren heen te kijken. Land- en tuinbouwers zouden op regionaal niveau moeten samenwerken met toerisme of met de cultuursector. Iedereen blijft heel braaf binnen de grenzen van de eigen sector, en ik denk dat er een enorm potentieel zit door over die grenzen heen te kijken.
Sommige landbouwers stoten op het probleem dat de gemeente of stad niet wil meehelpen, bijvoorbeeld geen wegwijzers willen zetten. Wat moet de landbouwer dan doen?
Een mooi voorbeeld vind ik de opkomst van de food trucks op evenementen waar veel volk naartoe gaat. Ik zie daar producenten die de kans nemen om op een heel hedendaagse manier hun verhaal te doen en dingen te laten proeven, of zelfs uit te nodigen op hun erf.
Het is daarom dat de nieuwe generatie in familiebedrijven het zou kunnen doen. Volgens mij heeft de sector vernieuwing en verjonging nodig. Jongeren kijken met een andere logica naar de sector en kijken anders naar de grote uitdagingen. Dat zie je ook in andere sectoren, zoals de retail of de bouw. De jonge generatie is veel ‘geconnecteerder, heeft veel meer een Facebook-logica. Men zou ‘arena’s’ kunnen creëren met min-dertigers die met hun logica naar problemen kijken, in plaats van dat men kijkt naar bestaande gevestigde instituten.
Ik denk dat er een urgentiegevoel nodig is in de sector, want de manier waarop we voedsel produceren staat op een kantelpunt. Ik zie het gebeuren dat binnen twee jaar synthetische hamburgers in de rekken liggen aan de prijs van een klassieke hamburger, maar ik denk niet dat Boerenbond een scenario heeft klaarliggen om die impact te absorberen. Door nieuwe mogelijkheden die komen aanwaaien uit technologie en wetenschap kunnen we nog heel wat turbulentie verwachten.
Ik herken de moedeloosheid van de individuele kleine producenten. Toen ik een workshop gaf in Limburg merkte ik dat die mensen wat innovatiemoe waren. Ze hadden het gevoel dat ze wééral in een groepje moesten samenzitten en nadenken hoe ze peren moeten verkopen, omdat Rusland de deur voor de Belgische peren heeft dichtgedaan. Ze hebben het gevoel dat de Belg hun peren niet meer wil. Er zit een cynisme en moeheid in de sector, die ik wel begrijp, maar ik geloof dat de manier waarop we voedsel produceren en distribueren binnen 10 jaar later helemaal anders zal zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan LED-farming - voedselproductie onder monochroom led-licht, meestal in meerdere teeltlagen in hermetisch gesloten ruimten - waar je nu overal ter wereld initiatieven rond ziet.
Als mijn dochter later in de tuin- en landbouwsector wil werken, dan hoop ik dat de richting waarin ze zit verweven is met de faculteit elektronica, om een voorbeeld te noemen. Ik wil haar niet zeggen dat er geen toekomst is in de landbouw. Maar ik denk dat de tijd waarop we veel land nodig hebben, niet meer die van morgen is. Dat is niet meer van deze tijd, zeker niet als we straks met 9,6 miljard zijn. Ik kan alleen maar hopen dat de jonge generatie interesse heeft in al die nieuwe technologie. Want het is van onder naar boven dat het moet gebeuren.
