In 2018 ontving Marcel Heylen minder voor de melk dan 30 jaar geleden. Zitten boeren al met een lage prijs, dan komen daar steeds hogere kosten bij. Het Mestactieplan is een gedrocht, betoogt Heylen in een opiniestuk, en boeren bezinnen zich beter over de langdurige contracten die recent worden aangeboden.
In mijn 35 jaar als melkveehouder heb ik de sector enorm zien veranderen. Veel dingen ten goede. We werken veel professioneler en hebben oog voor verbeteringen en optimalisatie van onze bedrijven. De wettelijke verplichtingen inzake milieu, dierenwelzijn, kwaliteit en administratie zijn fors toegenomen, waardoor de kostprijs voor een liter melk sterk gestegen is. Maar de prijs die we voor onze melk krijgen, is nooit geïndexeerd. In 2018 ontving ik minder voor de melk dan wat ik 30 jaar geleden kreeg.
Wel of geen lange contracten
Het zal je dan ook niet verbazen dat ik wat verrast was toen ik hoorde hoe een supermarktketen in samenwerking met een zuivelfabriek in het groot uitpakte met een zogenaamde ‘duurzame relatie’ die ze willen aangaan met de melkveehouders. In deze deal blijkt men een melkprijs tot 2024 vast te leggen op 34,76 cent per liter – zonder indexering, spijtig genoeg. Een prijsniveau dat gebaseerd is op een gemiddelde van de voorbije 10 jaar, die al bij al niet schitterend waren, roept bij mij toch wel vragen op.
Anderzijds geef ik toe dat het voor bepaalde bedrijven ook zekerheid kan bieden dat een bepaald deel van de melk afgezet kan worden tegen een vooraf vastgelegde prijs. We moeten ons als sector goed beraden welke richting we uit willen met zulke contracten. We moeten alleszins vermijden dat we in een ‘contractmelkveesector’ belanden, met de bekende mistoestanden zoals in de vollegrondsgroenten en aardappelen! Want, laat het duidelijk zijn: wie als boer de lasten en de risico’s draagt, heeft ook recht op een eerlijke prijs.
Respectloos MAP
Ook het nieuwe MAP, dat normaal op 1 januari van kracht had moeten worden, is een voorbeeld van weinig respect voor de boeren. Er werd ons de laatste maanden voorgehouden dat er in de zogenaamde groene regio’s een versoepeling van de regels zou komen. Dat zou trouwens niet meer dan logisch zijn, want goede praktijken mogen beloond worden, toch? Positief was ook dat Europa deze voorstellen aanvaard had en dat er een nieuwe derogatieregeling zat aan te komen, die vooral voor de rundveehouderij belangrijk is.
Groot was dan ook mijn verbazing toen het nieuws kwam dat de Vlaamse regering de versoepelingen op het laatste moment van de tafel geveegd heeft en dat de parlementsvoorzitter bovendien eerst nieuw advies wil inwinnen. Het is blijkbaar voor onze Vlaamse politici niet van tel dat de Vlaamse veehouders, met het bemestingsseizoen in volle gang, door deze vertragingsmaneuvers in een erg onzekere situatie terechtkomen. Dat je voor de teelt van gras en mais de drijfmest van je eigen bedrijf kunt gebruiken met of zonder derogatieregeling kan het verschil maken tussen overleven of financieel ten onder gaan. Want zonder derogatie betaal je tweemaal. Eerst moet je ‘overtollige’ mest afvoeren en dan moet je kunstmest kopen om met je teelt toch een aanvaardbare opbrengst te realiseren.
Op een kruispunt
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de medewerkers van ‘Boeren op een Kruispunt’, dat boeren met psychische of sociale problemen helpt, alsmaar meer geconfronteerd worden met schrijnende situaties. Iedereen heeft de mond vol van dierenwelzijn, maar ik denk dat het stilaan tijd is dat ook het welzijn van de boer en zijn gezin aandacht krijgen. Boeren hebben de reputatie om doorzetters te zijn. Maar elke veer heeft een punt waarop ze breekt, hoe veerkrachtig ze ook is! Laat het zover niet komen.