Aantal Vlaamse akker- en

weidevogels blijft dalen

Het aantal vogelsoorten gebonden aan landbouw is de voorbije twaalf jaar aanzienlijk gedaald. Bijgevolg zijn er in sommige landbouwgebieden nauwelijks nog vogels te horen. Dat blijkt uit metingen voor het ABV-project, of Algemene Broedvogels Vlaanderen, door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO).

Vogelsoorten die vaak voorkomen op akkers en weides zijn de kievit en de patrijs. Beide soorten zijn sterk afgenomen sinds het begin van de metingen in 2007. De vastgestelde afname is al meerdere jaren aan de gang, en lijkt door te zetten. Volgens de metingen van het INBO zijn beide soorten de voorbije twaalf jaar ongeveer 40 à 50 % afgenomen.

De veldleeuwerik is nog zo'n typische 'landbouwvogel' die aan sneltempo verdwijnt. Nog een andere soort, de grutto, een trekvogel gebonden aan landbouwgebied, is een zeldzaamheid geworden door het continue verlies van leefgebied in Vlaanderen. Cijfers van de broedvogeldatabank van het INBO tonen dat het aantal grutto-broedparen in 18 jaar tijd gedaald is van 1.125 naar 715 paren. De analyses van het INBO werden mogelijk gemaakt door talloze uren veldwerk, tellingen en metingen door vrijwilligers van Natuurpunt, zo wordt benadrukt.

Heel wat landbouwers kozen in het verleden voor een beheerovereenkomst: een vrijwillige, vijfjarige overeenkomst met de Vlaamse Landmaatschappij om extra inspanningen te doen voor het milieu, de natuur en de biodiversiteit in Vlaanderen in ruil voor een jaarlijkse vergoeding. Landbouwers die aan de slag willen met beheerovereenkomsten, hebben de keuze uit meer dan 30 maatregelen, gegroepeerd in zes thema’s: perceelsranden, erosiebestrijding, akkerfauna, kleine landschapselementen, botanisch beheer en waterkwaliteit.

Belga/Landbouwleven

Meest recent

Meest recent