Voorlopig nitraatresidu beter dan vorig jaar

Jaarlijks worden in het najaar staalnames gedaan om het nitraatresidu te bepalen. Inagro maakte ondertussen bekend dat ook dit jaar de klassieke jaarlijkse trends bij de verschillende teeltgroepen te zien zijn. Gemiddeld gezien is het nitraatresidu in het najaar van 2020 beter dan in 2019, namelijk 97 kg nitraat-N/ha ten opzichte van 107 kg nitraat-N/ha vorig jaar. Dit is voorlopig. De campagne loopt immers tot 15 november. Erna zijn er nog 1 à 2 weken nodig om alle stalen te analyseren. Tegen eind november zou een volledig overzicht beschikbaar zijn.

Onderzoeker Bram Van Nevel verwacht dat de trend in de resultaten zich zal voortzetten. “Hoe het er nu uitziet, met de komende weersverwachtingen, zullen de resultaten nog altijd beter zijn dan vorig jaar. Ik verwacht nog steeds zo’n 10% lager dan vorig jaar.”

Goed in alle teelten

Bij bieten, grasland en wintergranen bevindt zich het grootste deel van de geanalyseerde stalen in de laagste nitraatresiduklasse van 0-70 kg N / ha. Uit de resultaten bleek ook dat iets meer dan 40% van de stalen maïs een nitraatresidu behaalt van 70 kg N/ha of minder. In 2019 was dat minder dan 30%.

En ook in aardappel is een duidelijk dalende trend te bemerken. “Dit jaar zat 30% van de geanalyseerde stalen lager of gelijk aan 90 kg N/ha, dit ten opzichte van 20% vorig jaar. Het gemiddelde nitraatresidu in aardappelen lag halfweg de campagne 35 kg N/ha lager dan in dezelfde periode in 2019. Dit is duidelijk zichtbaar in de sterke daling van het aantal stalen dat in de categorie groter dan 180 kg N/ha zit.”

Groter besef bij landbouwers

Dat de resultaten beter zijn dan vorig jaar, is voor een groot deel te danken aan de inspanningen van de landbouwers. De bemestingsnormen zijn immers niet veranderd. Van Nevel geeft aan dat de landbouwer duidelijk milieubewuster denkt, zeker na de komst van het kunstmestregister: “De landbouwers staan meer stil bij hun bemestingsgebruik en zoeken naar efficiëntere manieren van bemesting, zoals rijenbemesting, bladbemesting of gefractioneerde bemesting. Ook gebruiken ze meer en meer andere types van meststoffen. Zo kiezen ze bij het zaaien en planten voor meststoffen die minder verliezen opleveren, in plaats van ammoniumnitraten die gevoelig zijn voor uitspoeling.”

Bovendien zal de verplichting om een bepaald doelareaal vanggewassen in te zaaien ook zijn effect hebben gehad. Op die manier moeten landbouwers hun teeltrotatie aanpassen om hieraan te voldoen. “Vroeger zette een landbouwer na wintergerst gemakkelijker een tweede vrucht bloemkolen, bijvoorbeeld. Nu gebeurt dat minder om genoeg vanggewassen in te zaaien.” Ook dit vergde een grote inspanning en flexibiliteit van de sector.

Ten slotte geeft Van Nevel aan dat de groeiomstandigheden wel beter waren dit jaar. “Het is misschien wel een droog jaar geweest, maar voor veel teelten kwam de regen op het juiste moment. Toen de maïs zijn belangrijkste lengtegroei moest hebben, of toen de knolvorming bij de aardappelen van start ging bijvoorbeeld. Landbouwers willen het wel volgen en denken milieubewuster, maar binnen de stikstofdynamiek van de bodem zijn er ook een pak factoren die de landbouwer niet kan sturen.

Tips per teelt dit najaar

Maïs: Beperk bodembewerkingen na de oogst: door zuurstof in de bodem te brengen wakker je het bodemleven aan, wat zorgt voor extra stikstofmineralisatie. Probeer dus de inzaai van het vanggewas te doen met een zo oppervlakkig mogelijke bewerking. Inagro raadt aan om enkel als het noodzakelijk is te ploegen of te cultiveren. De bemesting moet ook afgestemd worden op de verwachte opbrengst. Zaai je eind april of pas half mei, pas de bemesting dan aan op basis van de te verwachten opbrengst.

Graan: Zaai een vanggewas in. Na de oogst in augustus is de stikstofreserve laag, maar door stikstofmineralisatie zal de stikstofvoorraad stijgen als het perceel braak blijft liggen. Ook hier zullen bodembewerkingen dit nog bijkomend stimuleren.

Aardappel: In eerste instantie is het nodig om zo correct mogelijk te bemesten, wat niet evident is. Aardappelen nemen het gros van de stikstof op tussen opkomst en bloei. Hiermee moet rekening gehouden worden in de bemesting; tracht dus de stikstofvrijstelling uit de meststoffen vooral in deze periode te voorzien. Gebruik daarom bijvoorbeeld geen verse, maar geteerde stalmest. Tracht ook te bemesten op advies, waarbij dan een verlaagde basisbemesting wordt gegeven en wordt gecorrigeerd na opkomst met bladvoeding. Voor de percelen gerooid voor 15 september is het zo vlug mogelijk inzaaien van een vanggewas zeer belangrijk.

Gras: goed in fracties bemesten afhankelijk van de opbrengst. Let op met te volle weides, zeker als de koeien extra voeder krijgen.

Marlies Vleugels

Meest recent

Meest recent