Startpagina Actueel

Voor de reductie van enterische emissies rundvee wordt veel verwacht van additieven in veevoeder

Exact 2 jaar na de ondertekening van het convenant ‘Enterische emissies’ is het nog veel te vroeg om conclusies te trekken. In 2025 volgt een tussentijdse evaluatie. Vlaanderen verwacht onder meer de grootste winst van de additieven in het veevoeder, die wel nog door Europa moeten worden goedgekeurd.

Leestijd : 5 min

Vlaanderen ondertekende in het voorjaar van 2019 een convenant ‘Enterische emissies’ met diverse partners uit de agrovoedingsketen, zoals het Algemeen Boerensyndicaat, Belbeef vzw, de Belgische Confederatie Zuivel... Het convenant heeft tot doel om de CO2-uitstoot en equivalente broeikasgassen gevoelig te laten dalen. Chris Steenwegen, Vlaams parlementslid voor Groen, interpelleerde hierover Vlaams minister Hilde Crevits in de commissie Landbouw in het Vlaams parlement.

Tweede jaarverslag

Bij de oprichting van het convenant werden 5 werkgroepen opgericht, die zich ontfermen over maatregelen gerelateerd aan de marktevolutie in de rundveehouderij, dier- en veestapelmanagement op bedrijfsniveau, voedermanagement, genetica en selectie en monitoring, borging en implementatie van maatregelen. Verleden jaar werd extra voorzien in de werkgroepen biologische landbouw, implementatie en communicatie. Er werd ook een wetenschappelijke werkgroep ad hoc opgericht.

Er zijn een aantal vaststellingen gedaan op basis van dat 2de jaarverslag. “Inzake de marktevolutie stellen we vast dat de enterische emissies sinds 2005 niet zijn gedaald, maar zijn toegenomen met 7 %, en dat ondanks een afname met 3 % van de totale rundveestapel. En de verwachting is, zelfs wanneer de zoogkoeienpremie worden afgeschaft, dat er nog altijd een stijging met 1 % zal zijn tegen 2025”, stelt Chris Steenwegen.

Inzake een verbeterd management op dier- en bedrijfsniveau wordt communicatie opgezet om een jongere afkalfleeftijd aan te prijzen en melkkoeien langer aan te houden. “Het is onduidelijk welk effect dat zal hebben op de enterische emissies. Wie er de vakliteratuur op naslaat, kan zien dat bijvoorbeeld een jongere afkalfleeftijd vooral gezien wordt als een kostenbesparing. Het werpt ook vragen op inzake dierenwelzijn. Het zorgt ook voor een betere, hogere melkgift, maar die geeft dan spijtig genoeg weer meer enterische emissies.”

Verbeterd management

In voedermanagement ziet men potentieel in de vervanging van sojaschroot door bierdraf-koolzaadschroot om de enterische emissies te reduceren. Dit reductiepotentieel werd al bevestigd onder bepaalde proefomstandigheden. “Hetzelfde geldt voor geëxtrudeerd en geëxpandeerd lijnzaad, maar ook hier zijn er geen cijfers over te verwachten reducties of de mate waarin boeren geneigd zullen zijn om deze maatregelen te treffen, gezien de vaak onhaalbare en vanuit CO2-reductie onwenselijke randvoorwaarden, bijvoorbeeld inzake graskuil”, aldus Steenwegen.

Genetica en selectie

Via genetica en selectie denkt men eventueel ook resultaten te kunnen boeken. Echt ingrijpen op de genetica is echter nog niet onmiddellijk aan de orde. En rekening houdend met de tijdshorizon is dit voorlopig niet echt een concrete bijdrage. “Na 2 jaar werking kunnen we nog geen sterke reducties verwachten, dat is logisch. Maar wat ik lees in dat tweede jaarrapport, verontrust me toch. Het meest concrete cijfer wijst op een stijging van de enterische emissies in plaats van een daling.”

Alleen in het veestapelmanagement zijn er dus mogelijkheden voorzien, mits de vrijgekomen plaatsen niet opnieuw worden ingenomen, maar daarmee zal de vooropgestelde doelstelling absoluut niet worden gehaald. Bij de reductiedoelstelling van -19 % werd rekening gehouden met de langetermijnstreefcijfers voor broeikasgasemissies voor de diverse sectoren op basis van de best beschikbare mogelijkheden en inzichten voor reductie”, stelt Steenwegen.

Minister Hilde Crevits antwoordt: “De doelstelling is absoluut ambitieus en het convenant is een duidelijk engagement van de sector om deze doelstelling bottom-up met de sector trachten te halen. Het convenant werd zo opgesteld dat een evaluatie van de reductie is voorzien in 2025. Als zou blijken dat de reductiedoelstelling niet wordt gehaald, zullen bijkomende bindende maatregelen worden bekeken.”

Evaluatie in 2025

“De te verwachten reducties werden niet verdeeld over de verschillende werkgroepen, zijnde: marktevolutie van de rundveehouderijsector, dier- en veestapelmanagement op bedrijfsniveau, voedermanagement, genetica en selectie, biologische landbouw en monitoring, borging en implementatie. Monitoring en borging van de vermeden emissies is een actiepunt van het convenant. De broeikasgasreducties zullen worden gemonitord via de officiële emissie-inventaris broeikasgassen zoals die wordt opgesteld door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De concrete uitvoering van de maatregelen zal in samenspraak met de sector worden gemonitord”, gaat Crevits verder.

“Net omdat we de lange termijn in het oog moeten houden, hebben we gezegd dat we gaan evalueren in 2025, en ik zal me daar ook aan houden. Ik zal dat ook heel nauwgezet monitoren. Ik heb trouwens nog overleg met de sector, omdat ze daar blijkbaar nog een aantal initiatieven in petto hebben”, antwoordt minister Crevits.

Joris Nachtergaele, Vlaams parlementslid voor N-VA: “Naast de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), mest en broeikasgas zijn de uitdagingen voor onze landbouwsector legio. Ik ben echter niet zo pessimistisch. Ik denk dat het bewustzijn in de sector hieromtrent hoger is dan wat sommigen denken. Er zijn ook wel wat technieken en emissiereducerende maatregelen, zoals het onderzoek van ILVO naar veevoederadditieven, het optimaal management van veebedrijven en een lager vervangingspercentage van melkkoeien. Het probleem dat ik zie, is dat er wel heel wat interessante onderzoeken en mogelijkheden zijn, maar dat die moeilijk geïmplementeerd geraken op het terrein. De overheid kan er misschien wel een sterkere rol in spelen om de knowhow bij de boer te brengen.”

Voederadditieven

“We verwachten de grootste winst van de additieven die nog goedgekeurd moeten worden door Europa”, gaat minister Hilde Crevits verder. “Als die er zijn, zullen we wellicht heel snel stappen voorwaarts kunnen zetten, mits een goed borgingssysteem. Daar wordt nu al binnen de werkgroepen naar gekeken. De evoluties in de sector worden meegenomen door de werkgroepen, maar de voederinspanningen zijn er om de methaanproductie bij het verbeteringsproces naar beneden te halen. Herkauwers zijn dus cruciaal om reststromen te valoriseren. En ook in die valorisatie kunnen inspanningen gebeuren om reducties te verkrijgen.”

Vlaams minister Hilde Crevits wil sterk inzetten op advies- en kennisdeling. “De uitdaging wordt opgedeeld in 2 luiken. Als eerste gaan we maatregelen uitwerken, daarnaast moeten die breed ingang vinden en dan zal kennisdeling cruciaal zijn. We hebben daar inderdaad nog een weg te gaan. Ook wat de innovatieve technieken betreft, worden de onderzoeksresultaten nauwgezet opgevolgd, ook binnen de stuurgroepen.

Er wordt ook gekeken welke winsten praktijkomstandigheden kunnen opleveren. Onderzoek gebeurt vaak in gecontroleerde omstandigheden. Je moet dan kijken of je dezelfde resultaten ook in de praktijk kunt bereiken. We nemen dat mee. Ik denk bijvoorbeeld aan het voor mij bijzonder interessante onderzoek rond het gebruik van zeewier. We zijn er ook echt innovatief mee bezig om te kijken of we nog extra resultaten kunnen boeken.”

Niet onder de mat vegen

“Ik wil zeker de bezorgdheid niet onder de mat vegen. Ik weet ook dat dit een heel belangrijk onderdeel van de strategie uitmaakt de komende jaren. Het is voor de voederproducenten een enorm belangrijk project, het is belangrijk dat ze die doelstelling halen, voor hun eigen geloofwaardigheid, maar ook voor de veehouders, omdat zij daar ook in investeren. Zij steken er ook een stuk budget in, dus ook zij willen dat de resultaten er komen. Het is dus voor iedereen cruciaal dat de beloftes of engagementen waargemaakt kunnen worden. Ik volg dit ook zelf nauw op en ik zal ook rekening houden met alle suggesties”, besluit minister Hilde Crevits.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Milde melkaanvoer in Europa

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 20 maart met ons de financiële wereldsituatie en de internationale zuivelmarkten. De melkpoederprijzen gaan nog steeds in dalende lijn. Op de GDT-veiling werd 27% minder product verkocht dan vorig jaar.
Meer artikelen bekijken