Landbouw en wetenschap hand in hand met ecologie en economie

Alain Peeters (links) en bioboer Felix de Bousies zijn helemaal overtuigd van de voordelen van agro-ecologisch boeren.
Alain Peeters (links) en bioboer Felix de Bousies zijn helemaal overtuigd van de voordelen van agro-ecologisch boeren. - Foto: AV

Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) werkt op het platform op het kasteeldomein in Hansbeke nauw samen met mede-eigenaar- bioteler Felix de Bousies en met landbouwconsulent en -onderzoeker Alain Peeters (RHEA - Natural Resources, Human Environment and Agronomy). Het proefplatform illustreert hoe landbouw, wetenschap, ecologie en economie hand in hand gaan.

Agro-ecologisch landbouwbedrijf

Het bedrijf van Felix de Bousies is sinds 4 jaar volledig biologisch. De helft van het areaal is tijdelijk grasland, een deel is permanent grasland. Daarnaast wordt gefocust op kwaliteitsgranen en op mengteelten met vlinderbloemigen. “We streven naar een rendabele en duurzame bedrijfsvoering. De opbrengsten moeten dus goed zijn, met een afzet aan een goede prijs. Duurzaamheid betekent dat we onze gronden, ons patrimonium, goed onderhouden om ze te kunnen doorgeven aan een volgende generatie. We willen de voedselketen ook bevoorraden met gezonde producten die lokaal kunnen afgezet worden. We willen een steentje bijdragen aan de klimaatverandering door koolstof te stockeren in de grond”, legt hij uit.

Felix de Bousies was reeds voor de huidige samenwerking bezig met een agro-ecologische aanpak van zijn landbouwgronden. Hij startte met de aanleg van een ecologisch netwerk met veel grasranden en -stroken in de percelen en met het uitgraven van poelen en agroforestry. Hij implementeerde vervolgens het teeltplan van Alain Peeters.

Light house farm

De Bousies is heel enthousiast over de variatie aan proeven die nu worden uitgevoerd door het ILVO, zodat de principes ook met meer landbouwers kunnen gedeeld worden. Er zijn immers nog heel wat uitdagingen. “De extreme weersomstandigheden van de voorbije jaren hielpen bijvoorbeeld niet bij het bestrijden van het onkruid. Ook de bodemvruchtbaarheid behouden is een uitdaging en een werk van lange adem. We moeten steeds bijleren. De samenwerking met wetenschappers zorgt voor een symbiose: de ervaring op het veld, de kennis van de wetenschap en de principes van de agro-ecologie komen hier samen.”

De combinatie van praktijkbedrijf met participatief onderzoek met het doel ook andere landbouwers te informeren over de vorderingen op het terrein, blijken trouwens de principes te zijn van een light house farm.

Mengteelt van maïs met bonen

Het perceel waar de combinatie van maïs met klimbonen werd uitgetest kreeg ongetwijfeld het meeste aandacht, onder meer van Vlaams minister van Landbouw Crevits, die het demoplatform bezocht.

“De combinatie heeft enkele voordelen”, aldus Pieter Van Rumst van de firma Quartes, die het zaaigoed leverde. “De gewassen worden samen gezaaid, maar deze stokslabonen komen voor de maïs uit. Hierdoor is het perceel vrij snel bedekt, wat de onkruidgroei onderdrukt en goed is voor de waterhuishouding. Zelfs in een warm droog jaar beconcurreren ze elkaar niet. En in onze proeven werden een grotere opbrengst en eiwitgehalte gerealiseerd dan met alleen maïs.”

De combinatie van maïs met klimbonen heeft tal van voordelen”, legt Pieter Van Rumst (Quartes) uit aan minister Crevits.
De combinatie van maïs met klimbonen heeft tal van voordelen”, legt Pieter Van Rumst (Quartes) uit aan minister Crevits.

“Klimboon kan als vlinderbloemige stikstof uit de lucht opnemen en vraagt dus geen extra bemesting”, bevestigt Greet Tavernier (ILVO). “De teelten passen goed bij elkaar: ze kunnen samen gezaaid, gehakseld, ingekuild en vervoederd worden. Het resultaat is ruwvoeder met een hoger gehalte – lokaal geteelde – eiwit. Hopelijk zorgt het ook voor een positief effect op de bodem.”

Farmers’ benefits

Deze proef is een mooie introductie voor het nieuwe Vlaio-traject Farmers’ benefits. Hierin wil men melkveehouders alternatieven bieden voor de klassieke rotaties kuilmaïs-gras en maïs-maïs. “In warme droge zomers daalt zowel de opbrengst als de ruwvoederkwaliteit”, stelt Tavernier. “Door in te zetten op gewasdiversificatie en een efficiëntere stikstofhuishouding kunnen we aan betere risicospreiding doen. Het project spitst zich toe op voedersorghum en op de combinatie kuilmaïs met klimboon.”

Brouwgerst met erwten

Een andere mengteelt die in Hansbeke met succes wordt getest is brouwgerst-erwt. De bedoeling was om de gerst uit te triëren en te leveren aan lokale brouwerijen, maar het mengsel werd uiteindelijk als geheleplantsilage geoogst om dan in te kuilen als veevoeder. De opbrengst bedroeg een mooie 7 ton droge stof/ha.

Droogtetolerante grassen

De combinatie van gras met klaver is alom gekend bij de veehouders. Het geeft immers een veel groter eiwitgehalte in het voeder. Het wordt echter alsmaar belangrijker om de juiste rassencombinaties te maken in het kader van de droogteproblematiek. Bovendien moeten deze rassen voldoende opbrengst realiseren, smaakvol blijven voor de dieren én geen negatieve effecten hebben op de melkgift en -kwaliteit.

Rietzwenkgras-rode kalver blijkt een beloftevolle combinatie.
Rietzwenkgras-rode kalver blijkt een beloftevolle combinatie. - Foto: AV

In Hansbeke worden in het Vlaio LA-traject Klimgras hieromtrent proeven uitgevoerd. De opbrengst en voederwaarde van de droogtetolerante grassen rietzwenkgras en kropaar worden er getest en vergeleken met het traditionele Engelse raaigras. Dit gebeurt zowel in monocultuur als in mengteelt met rode klaver.

Nico Peiren (ILVO): “Engels raaigras had het de voorbije jaren moeilijk door de droogte. Het gras kende een groeistop en wilde ook niet hergroeien. Rietzwenkgras wortelt veel dieper, zowel bij droogte als nattigheid, en herstelt ook sneller na een groeistop. Hierdoor kunnen onder moeilijke omstandigheden toch voldoende drogestofopbrengsten gehaald worden. Er kan zowel voldoende vers gras geoogst worden als ingekuild worden. Vooral dat laatste aspect is belangrijk in onze melkveehouderij. Rietzwenkgras is trouwens minder smeuïg en wat stroever dan Engels raaigras, maar wanneer koeien geen keuze hebben, dan nemen ze er evenveel van op.”

De proeven lopen nog 3 jaar, maar het ziet er nu al naar uit dat droogtetolerante rassen ook in niet-droge jaren een goed keuze zijn. Verder onderzoek moet uitwijzen hoe de grassen gedijen en wat het effect is wanneer ze vervoederd worden in een melkveerantsoen. De proeven worden zowel uitgevoerd bij gangbare als bij biologische veehouders.

Diverse bakgranen

In samenwerking met het kenniscentrum Inagro werden dit jaar verschillende proeven aangelegd met diverse (bak)granen, namelijk eenkoorn, baktarwe, bakrogge en spelt. Ze werden gezaaid zonder te ploegen. De opbrengst was 2,9 ton/ha voor tarwe. Op een deel van de proef werd compostthee aangebracht. Dat is een cultuur van micro-organismen op basis van compost en organische voeding. De methode om compostthee te maken werd in Hansbeke ook voorgesteld door Marc Verhofstede (Humus). Het is een beloftevol product, want het resulteerde hier in een halve ton meeropbrengst.

Rogge kan op arme bodems geteeld worden, kan goed tegen onkruid en vergt minder bemesting. De opbrengst bedroeg 4,6 ton/ha.

Spelt heeft een heel hoog eiwitgehalte en bevat minder gluten. Er kan dus een beter verteerbaar brood uit gemaakt worden. Spelt moet na de oogst nog mechanisch gepeld worden. De opbrengst bedroeg dit jaar 4,2 ton/ha.

Eenkoorn heeft een hoger eiwitgehalte en vetgehalte dan tarwe. De opbrengsten zijn meestal beperkt, maar door de legering van dit jaar was het resultaat hier helemaal niet goed. Dit graan zorgt voor een speciale smaak aan meel, waardoor het als nicheteelt wel zijn waarde heeft.

Ondanks de niet zo hoge opbrengsten zijn het hier geschikte teelten. Felix de Bousies verkoopt ze immers als biogranen aan een hogere prijs.

In een nieuw project gaan ILVO en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) nog verder onderzoeken hoe je bakgranen op een duurzame (agro-ecologische) manier kunt telen en wat die teelten opleveren aan biodiversiteit. Hansbeke zal een van de testlocaties zijn, maar er worden nog 15 geïnteresseerde landbouwers gezocht.

Anne Vandenbosch

Principes van agro-ecologie

Alain Peeters is al lang vertrouwd met de methoden van agro-ecologie. Hij adviseerde ook Felix de Bousies in zijn aanpak. “Agro-ecologie is in de eerste plaats samenwerken met de natuur in plaats van haar te bestrijden. Het is een terugkeer naar de wortels van de agronomie. We zijn de zorg voor de bodem en de rhizosfeer de afgelopen 60 jaar immers te veel vergeten. Het is geen ideologie noch politiek, maar een wetenschap. Agro-ecologie is gebaseerd op de imitatie van de natuur. Het is een andere manier van landbouw. De natuur wordt ingezet om de negatieve gevolgen van de landbouw op het klimaat en de biodiversiteit te verminderen. Het doel is lokaal voedsel te produceren van goede kwaliteit.”

Agro-ecologie vertrekt van een aantal principes die gevolgen hebben voor het landbouwsysteem en de gebruikte technieken. Peeters: “Bewerk en verstoor zo weinig mogelijk de bodem en behoud ook zo maximaal de organische stof. Bedek de bodem zoveel mogelijk, zodat deze beschermd is tegen zon en regen. Kies ook gewassen op basis van bodem, onkruidbeheer en stikstofbinding, bijvoorbeeld vlinderbloemigen, tijdelijk grasland en mengteelten. Kies ook gewassen die goed worden betaald in de lokale economie. Laat ze het liefst ook lokaal verwerken. Het inkomen voor de boer is trouwens een belangrijk punt in de agro-ecologie.” Peeters adviseert zo weinig mogelijk externe inputs en zoveel mogelijk diversiteit om de risico’s te spreiden. “Streef ernaar om kringlopen te sluiten. Vee heeft dus zeker zijn plaats in een agro-ecologisch systeem.”

Peeters benadrukt dat je de omschakeling stap per stap kunt introduceren op je bedrijf. “De verhoging van opbrengst per oppervlakte of per dier is niet de prioriteit, wel het inkomen van de landbouwer dankzij een passende verwerking en een goede verkoopsprijs.”

Ook Alain Peeters is erg tevreden met dit proefplatform, want er is nog heel wat werk aan de winkel. Dankzij de samenwerking op het terrein kunnen betere metingen, methoden en technieken ontwikkeld worden.

AV

Meest recent

Meest recent