Startpagina Akkerbouw

Primeurgember wordt gesmaakt. “Op termijn willen we iets nieuws bieden aan de Belgische boer”

Zeg niet zomaar ‘gember’ tegen ‘primeurgember’, klinkt het steevast in het hoofdkantoor van Colruyt Group. In november vorig jaar werd het innovatieve knolgewas in de rekken van CRU gelanceerd. Primeurgember bevat geen vezels, maar wel veel sap. De smaak is hierdoor veel meer uitgesproken dan die van de geïmporteerde variant. Bovendien is de ecologische voetafdruk lager. “Mensen kwamen er al voor terug, dat is de beste reclame. We zorgen voor een vervolgproject en willen er op lange termijn ook de Belgische landbouwer bij betrekken.”

Leestijd : 6 min

A ls er één knolgewas is dat niet onopgemerkt je keuken binnenkwam, dan is dat wel gember, al was het maar door de vele kookprogramma’s die erop inzetten. Bij meer en meer mensen komt er wel eens een Aziatisch gerecht op tafel, en dan kan een stukje van dit knolgewas niet ontbreken.

Gember werd de laatste jaren zeer trendy, en werd meer aangekocht door de consument. Dat merkte ook Colruyt Group op. Gember wordt echter nog niet algemeen geteeld op Belgische bodem. Momenteel komt het hoofdzakelijk nog uit China en uit Zuid-Amerika. “Het vergt verre trans-porten om gember naar hier te halen. Dat laat natuurlijk wel een hoge ecologische voetafdruk achter”, aldus verantwoordelijke aankoop fruit Jan Schockaert.

Meer duurzaamheid in de rekken

En dat terwijl supermarkten zoals die van Colruyt Group meer en meer willen inzetten op lokale voeding. “Consumenten kijken meer en meer naar de oorsprong van de groente en van het fruit dat in onze rekken ligt”, vertelt Schockaert.

In het huidige strategische plan, maar ook daarvoor, schaarde de keten zich achter de doelstelling om de Belgische landbouw actief te ondersteunen. “We streven naar duurzaamheid op alle gebied. Dat zit ook ingebakken in het DNA van Colruyt. We zoeken naar manieren om de Belgische landbouw te verduurzamen, maar zullen ook innovatieve teelten ondersteunen. Colruyt Group wil in de komende jaren immers het aandeel producten van Belgische landbouw met een zeker percentage verhogen, als de kwaliteit en de volumes het toelaten.”

Colruyt Group is daarmee niet aan zijn proefstuk toe. De Belgische hardfruitteelt is dankzij Colruyt 2 Belgische appels rijker, namelijk De Magic Star en de Coryphee. Hierbij werd gerekend op de kunde van enkele Belgische fruittelers. “Daarnaast zijn we bezig met een project rond de aardappel om de versmarkt te ondersteunen, en hebben we een project lopen waar we een zekere inkomstenzekerheid geven aan melkveehouders.”

Primeurgember

Gember mag dus ook gerust lokaal geteeld worden. Vorig jaar ging daarom een nieuw project met primeurgember van start. “Die mag je niet verwarren met de gewone gember voor de langere bewaring. Het ging om verse gember die sappiger en aromatischer is, en die minder vezels bevat”, verduidelijkt Schockaert. Hierdoor zijn dan ook andere toepassingen mogelijk. Deze gember is bijvoorbeeld gemakkelijker te gebruiken in smoothies. Sapconcentraten of sap in de puurste vorm maken, kan met de primeurgember ook.

“Om de hoeveelheid afval zo laag mogelijk te houden, kijken we daarom nu ook al naar wat we kunnen doen met de gember die het qua uitzicht of vorm niet haalt om vers te kunnen verkopen”, geeft Schockaert mee. “Misschien kunnen confijten en poeders ook wel.”

Eerste verkoop een succes

De primeurgember werd alvast voor het eerst verkocht in november, in de 3 CRU-markten van Colruyt Group in Antwerpen, Overijse en Gent. “Niet bij Bioplanet. Daar kan het nog niet, aangezien de gember niet bio gecertificeerd is”, klinkt het. Ook de tweede oogst, in november 2022, zal in de CRU-rekken terechtkomen. De 165 kg die geoogst werd, ging er vlotjes vandoor. “Het was sneller uitverkocht dan verwacht. We deden geen smaaktest, maar we zien wel dat klanten ervoor terugkomen en er nog naar vragen. Dat is voor ons eigenlijk het beste bewijs dat primeurgember door de consument goed werd ontvangen.”

Samenwerking loont

Voor de eerste proef met primeurgember werkte Colruyt Group samen met het Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG) in Kruishoutem, en met REO Veiling in Roeselare. “We werken nauw samen met REO Veiling, omdat die innovatief is en samen met hun telers de grond en de arbeid ter beschikking stellen tijdens de proeven. Het PCG is er dan om te begeleiden en om vanuit hun expertise te onderzoeken wat te doen om het geheel tot een succes te maken. Wij als Colruyt Group hebben als rol dat we innovaties als primeurgember een stuk initiëren voor de Belgische samenleving. We engageren ons ook voor de afzet. Ook vanuit ons netwerk met tal van leveranciers gaan we kijken waar we eventueel de nevenproducten kunnen vermarkten, zodanig dat die zo hoog mogelijk in de voedselpiramide terechtkomen.”

Vorig jaar werden de eerste testen gedaan op 3 verschillende plaatsen: in een verwarmde kas op het proefcentrum in Kruishoutem, en in een koudekas en een tunnel bij telers van de REO Veiling. “Daar werden geen verschillen in oogst gevonden. We hebben de gember nog niet geprobeerd in open teelt, maar dat had vorige zomer toch niet gewerkt. Het succes hangt namelijk af van het klimaat van de zomer.”

Een eerste teelt

Voor de teelt heerst het probleem dat er nog niet veel gecertificeerd plantgoed is. “We moesten dus onze plan wat trekken, maar zijn wel kunnen starten. Dat deden we kleinschalig, op enkele vierkante meters”, klinkt het. Vanaf april-mei kan de gember de grond in. Gember groeit goed in China, Peru, Brazilië, maar ook in een iets hoger mediterraan klimaat. “Daarop mikken we ook. Bij warmere zomers is het telen van gember ook gemakkelijker. Qua bodem doet de gember het hier perfect, we hebben de bodem of grond niet speciaal moeten behandelen om te kunnen telen.”

Eens in de grond ontwikkelt de moederknol zich verder vanuit de ogen. “Je kan voorkiemen, zodat je wat snelheid kan winnen. We waren blij om te zien dat het project op de 3 locaties werkte”, vertelt de verantwoordelijke aankoop fruit. Er werd beslist om geen gewasbescherming te gebruiken. “We keken in eerste instantie of het kon zonder, daardoor beseften we dat de gember in het begin niet al te veel vijanden heeft. Als je meer produceert, kunnen er misschien wel problemen opduiken. De oogst was dit jaar rond half november, wanneer de plant nog groen is. Eventueel kan je iets langer wachten. Zo verdort het groen en kan de knol wat afharden voor een iets langere bewaring, maar dat zullen we nog verder onderzoeken”, verduidelijkt Schockaert.

Bovenop de gember groeit bovengronds een soort rietachtig groengewas dat momenteel niet gebruikt wordt. De gember werd geoogst met volle loof aan en dat werd achteraf afgesneden. “Loofdoden hebben we dus niet gedaan”, klinkt het.

Onderzoek gaat voort

Nu de eerste teelt en oogst erop zitten en de verkoop geslaagd was, kan een vervolgproject niet ontbreken. Er zijn immers nog veel vragen als de teelt effectief wat meer wordt uitgerold in België. Volgend jaar wil Colruyt alvast grotere oppervlaktes inzetten voor primeurgember.

Schockaert: “Zo willen we een rassenproef doen, om te weten welk ras meer smaak en meer aroma geeft. Daarnaast zijn er enkele teelttechnische vragen: zou het beter kunnen gaan in zuurdere grond? Welke bemesting is het best? Wat als er ziekten en plagen opduiken? Daarnaast moeten we nadenken over de keten: wat doen we met eventueel afval? Waar halen we voldoende gecertificeerd pootgoed? Welke normen en eisen moeten we opleggen voor de primeurgember?”

Voor de Belgische boer

Zowel Colruyt Group als de partners streven ernaar al de vragen in het vervolgproject te kunnen beantwoorden. “Hopelijk kunnen we uiteindelijk al die informatie als een pakketje aanbieden aan telers die interesse hebben in alternatieve teelten. Tijdens het project ontdekten we dat er al meerdere telers in België experimenteerden met gember. Misschien betrekken we hen in een later stadium ook in ons project. Nu richten we ons enkel op de samenwerking met REO Veiling en het PCG.”

Op termijn is het dus de bedoeling om iets nieuw en innovatief aan te bieden voor de Belgische landbouw. “Er is een duidelijk verschil tussen gewone gember en verse gember, en dat weerspiegelen we in de prijzen. Aan het prijsverschil kan de klant zien dat het een ander product is, want qua gebruik is het ook een ander product. Dat prijsverschil is ook nodig. Het is voor de producent een marge, zodat die kan investeren om de productie op termijn te automatiseren en verder uit te bouwen.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken