Startpagina Akkerbouw

Bescherm uw gewas, het milieu en uzelf

Gewasbescherming is iets dat al jaren noodzakelijk is in de aardappelteelt, maar ook in andere gewassen. De sterk gecontroleerde sector, samen met een duurzaam en correct gebruik van middelen moeten onze gezondheid en die van het milieu garanderen. Bovendien kunnen extra maatregelen op het veld de vervuiling van de oppervlaktewateren tegengaan.

Leestijd : 6 min

Er zijn tal van ziekten, plagen en onkruiden die het gewas kunnen teisteren. Drukken we dit uit in cijfers, weet men zeker dat gewasbescherming noodzakelijk is om onze oogst veilig te stellen. 3.000 aaltjes, 30.000 onkruiden, 10.000 plagen en 800 schimmels bedreigen de opbrengst als de kwaliteit van onze voedingsgewassen.

“Daarnaast zijn gewasbeschermingsmiddelen ook voor andere dingen goed”, vertelt Jan Vermaelen van Phytofar. “Naast de beperking van voedselverlies, bestaat het voordeel dat er minder geïmporteerd hoeft te worden uit landen waar de controle minder streng is dan in België. Verder wordt de Carbon Footprint van onze voedselproductie geminimaliseerd.”

Jan Vermaelen van Phytofar vertelt op de studiedag van het PCA over hoe gewasbescherming in onze toekomst eruit zal zien.
Jan Vermaelen van Phytofar vertelt op de studiedag van het PCA over hoe gewasbescherming in onze toekomst eruit zal zien.

Chemofobie voor gecontroleerde sector

De gewasbeschermingssector is een van de meest gecontroleerde sectoren. Van die middelen weten we hoe ze werken, hoe ze in het milieu afgebroken worden en de volksgezondheid beïnvloeden. Correct en duurzaam gebruik zijn daarom cruciaal, willen we denken aan de toekomst.

Toch heerst er een soort van ‘chemofobie’ in de publieke opinie. Veel mensen en NGO’s vallen de pesticiden aan, met het gedacht slecht te zijn voor de gezondheid. “Wat onterecht is, want de EU legt steeds nieuwe en strengere maatregelen en wetgeving op. Hierdoor is er de trend naar steeds minder actieve stoffen op de markt. Verder is er steeds meer interesse in alternatieven zoals biologische bestrijding”, vertelt Jan Vermaelen.

De gewasbeschermingssector is een van de meest gecontroleerde sectoren. De EU legt steeds nieuwe en strengere maatregelen en wetgeving op.

Phytofar

Als Belgische Vereniging van de Industrie van Plantenbeschermingsmiddelen, draagt Phytofar een goed gebruik van de middelen hoog in het vaandel. De vereniging bestaat ondertussen al 75 jaar. Mens, dier en leefmilieu zijn aspecten die ondertussen ook niet meer weg te denken zijn in het huidige en toekomstige gewasbeschermingsbeleid.

Jan Vermaelen vertelt hierover: “Ons doel is gezond en veilig voedsel voor iedereen. We willen dit verwezelijken door middel van werkgroepen. Verschillende vertegenwoordigers van gewasbeschermingsfirma’s zitten samen om te praten over duurzaam gebruik, wetgeving ... ” Jan zelf is voorzitter van de werkgroep ‘duurzaam gebruik’. Omdat duurzaamheid zo belangrijk is, werkt Phytofar al jaren op vijf domeinen: gezondheid, voedsel, biodiversiteit, efficiënt gebruik van grondstoffen en water.

Gezondheid

Met het doel de eigen gezondheid te beschermen is goed gebruik van middelen een must. Dit wil Phytofar met behulp van verschillende posters duidelijk maken. Deze handelen dan over het gebruik van de middelen zelf, maar ook over het dragen van nodige beschermkledij zoals laarzen, een overall, veiligheidsbril of masker. 80 tot 85 % van de blootstelling gebeurt via de handen tijdens de bereiding van de spuitoplossing, wat handschoenen tot het meest noodzakelijke beschermelement maakt.

Het dragen van een spuitoverall, laarzen en veiligheidsbril zorgen voor 95 % bescherming tegen blootstelling. Vervangt men de veiligheisbril door een masker, kan men het risico nog verkleinen en is men voor 99 % beschermd. Natuurlijk is het essentieel om ook het etiket te lezen om de juiste veiligheidsmaatregelen te treffen.

Residu’s op voedsel

Pesticideresidu’s op ons voedsel is een veelbesproken onderwerp. Zelfs op het ogenschijnlijk perfect stuk fruit dat u zo zorgvuldig uitgekozen hebt in de winkel kunnen nog gewasbeschermingsmiddelen gevonden worden. Het detectieniveau wordt nog steeds fijner en fijner, waardoor de kans op het vinden van residu’s nog groter wordt.

De kans is echter klein dat u er vindt. Nog voor de oogst zijn de meeste gewasbeschermingsmiddelen al afgebroken of afgeregend. Gemiddeld wordt 0,1 mg residu teruggevonden op 1 kg voedsel, wat equivalent is aan slechts 1 maïskorrel op 3 ton graan. Jaarlijks worden tienduizenden monsters genomen ter controle van residu’s van gewasbescherming in voeding.

In 2008 voldeed 96,5 % ervan aan het Maximum Residu Level (= MRL; de handelsnorm), en 62,1 % was residuvrij. Bij overschrijding van de MRL, mag het voedsel niet meer in de rekken komen te liggen. Toch betekent dit niet direct dat er gevaar is voor de volksgezondheid. Om dit risico te meten bestaat er de Aanvaardbare Dagelijkse Inname (= ADI), die gemiddeld een factor 100 boven de MRL zit. Toch blijft de commerciële druk bestaan voor nog lagere MRL’s of zelfs ‘zero’-residu.

Duurzaam telen in gedrang?

Volgens de veilingen en de fytosector worden zo de limieten bereikt waarbij het aspect van duurzaam telen niet meer gerespecteerd wordt. Onder duurzaam telen wordt immers verstaan dat meer selectieve gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt en dat er afwisseling moet zijn om resistentie te voorkomen. Dit heeft wel tot gevolg dat meer soorten residu’s teruggevonden kunnen worden op het voedsel. Momenteel onderzoekt EFSA nog welk effect de verschillende combinaties residu’s op elkaar hebben.

Biodiversiteit

Op vlak van biodiversiteit is sinds 2013 Bee Happy opgestart, een project waarbij bijengezondheid centraal staat. Onder andere Phytofar, Boerenbond, FWA en ABS zitten samen in werkgroepen om hun expertise met elkaar te delen ten voordele van deze nuttige dieren.

Efficiënt gebruik van grondstoffen

PhytofarRecover haalt al sinds 1997 lege verpakkingen van gewasbeschermingsmiddelen op bij de professionele gebruikers in ons land. Onlangs werd echter beslist om deze activiteit uit te breiden met het ophalen van verpakkingen van meststoffen en landbouwbiociden. Een naamsverandering kon niet uitblijven: PhytofarRecover veranderde in 2015 zijn naam in AgriRecover.

Jaarlijks worden de lege verpakkingen ingezameld, en tweejaarlijks de niet bruikbare gewasbeschermingsmiddelen. Hiermee worden de middelen bedoeld die niet (meer) gebruikt mogen worden. Om te weten welke middelen hiertoe behoren, kan men surfen naar www.fytoweb.be onder de rubriek ‘Toelatingen raadplegen’. Voor meer informatie over AgriRecover en hoe de inzameling gebeurt, bestaat de website www.agrirecover.eu.

PhytofarRecover veranderde zijn naam in 
AgriRecover.
PhytofarRecover veranderde zijn naam in AgriRecover.

Residu’s in water

Het is geen nieuwtje dat er residu’s van gewasbeschermingsproducten in het oppervlaktewater worden teruggevonden. Meer dan 50 % van die vervuiling is afkomstig van puntvervuiling, een kleiner deel (30 %) komt door afspoeling. Op verschillende punten in Vlaanderen zijn overschrijdingen voor pesticiden waargenomen in het oppervlaktewater, wat schadelijk is voor het milieu.

Verder wordt in bepaalde gebieden oppervlaktewater gewonnen voor drinkwater. Bij een overschrijding van de normen zijn de kosten voor verwijdering erg hoog, als verwijdering al mogelijk is. Gevolg is dat de gewasbescherming en landbouw in het algemeen een slecht imago krijgen.

Landbouwers moeten daarom steeds strengere regels en normen naleven, wat extra kosten, werk en administratie inhoudt. Er moet rekening gehouden worden met bufferzones, en maatregelen genomen worden tegen afspoeling en erosie.

Bufferzones

In Vlaanderen moet altijd een bufferzone van minimum 1 meter aangehouden worden voor veldspuiten; dit is de afstand tussen de oever en de plaats van spuiten. Voor boomgaardspuiten geldt een bufferzone van 3 m en in Wallonië is 6 m de norm. Het is van belang dat de voorwaarden (o.a. bufferzone) op het etiket van het product gerespecteerd worden.

Gebruikt men driftreducerende doppen, dan kan de bufferzone verkleind worden. Vanaf 2017 is het gebruik van 50 % driftreducerende doppen verplicht, en wordt het dus opgenomen in de wetgeving. De klassieke fijne spleetdop mag dan niet meer gebruikt worden. Na een technische controle bleek dat al 31 % van de landbouwspuiten uitgerust zijn met luchtmengdoppen en dus in orde zijn.

Voor aardappelen of voor de aardappelteelt kan men op www.fytoweb.fgov.be of in de lijst van erkende gewasbeschermingsmiddelen de bufferzones raadplegen, per product en per spuittechniek.

Meer infiltratie, minder afspoeling

Om erosie en afspoeling tegen te gaan, kunnen bodembedekkers en niet-kerende bodembewerking soelaas brengen. Ook het aanleggen van aardappeldrempels bij de ruggenteelt is een geschikte methode om erosie te beperken en infiltratie te verhogen. Voor het afremmen van afstromend water is een wilgenteendam of grasbufferstrook dan weer aangewezen. Ook een poel aanleggen is een mogelijkheid.

Fyteauscan

Het is al in vorige edities meermaals verschenen, maar de nood blijft om de vervuilende puntvervuiling op uw bedrijf te blijven aanpakken. De fyteauscan kan u namelijk helpen om de pijnpunten op uw bedrijf te detecteren en u te informeren hoe die aan te pakken of die te vermijden. Aangezien de wetgeving verschillend is voor Vlaanderen en Wallonië, bestaan er twee versies van deze digitale tool. Voor meer informatie kan u surfen naar www.fyteauscan.be. Daar hebt u de mogelijkheid om u verder te informeren en een eigen account aan te maken.

MV

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken