De wortelteelt in enkele tips

Omdat de wortels ondergronds groeien en daarbij vaak diep in de grond doordringen, geven ze de voorkeur aan diep bewortelbare, zanderige gronden met een losse structuur. Vooral zomerworteltjes hebben een hekel aan zware, natte kleigrond.

Zorg voor een zonnige groeiplek, anders krijgt men een weelderige loofgroei maar een tegenvallende wortelontwikkeling.

Wortelen hebben weinig voeding nodig. Zelfs compost of ondergewerkte stalmest worden afgeraden, maar de eigen ondervinding leert dat het wel kan. Wat extra kalium (eventueel onder de vorm van patentkali 30 g/m²) zorgt voor een mooie kleur, een goede stevigheid en een goed bewaarbare wortel. Wortelen geven de voorkeur aan een vrij hoge pH waarde, eventueel mag wat extra kalk voorzien worden.

Zaai het fijne zaad maximum 1 cm diep op rijtjes met 25 cm tussenafstand. Zomerteelten wordt vrij dik gezaaid, winterteelten iets dunner, zodat de dikkere wortels voldoende ruimte hebben om te ontwikkelen. Zaai het fijne zaad zo dun mogelijk om het tijdrovende dunnen te vermijden. Hou rekening met een lange kiemduur (vaak vier weken). Hou de bodem vochtig tot de kiemlingen zichtbaar worden.

Om problemen met wortelvlieg te vermijden worden wortels vanaf april best geteeld onder insectengaas.

Zomerwortelen zaaien kan nog tot half augustus. Winterwortelen moeten voor eind mei (maar het steekt niet zo nauw) gezaaid worden.

Je kan ook gecoat wortelzaad kopen. Daardoor is het mogelijk om de worteltjes direct op afstand te zaaien.
Je kan ook gecoat wortelzaad kopen. Daardoor is het mogelijk om de worteltjes direct op afstand te zaaien.

Meest recent

Meest recent