Landbouwer beheert mee het landschap

In de loop van 2015 en 2016 kreeg elk van die projecten begeleiding van adviseurs en experts.
In de loop van 2015 en 2016 kreeg elk van die projecten begeleiding van adviseurs en experts. - MV

O p het platteland en in de open ruimte komen tal van ruimtelijke en maatschappelijke uitdagingen samen. Met de verwachte bevolkingstoename stijgt de vraag naar voedsel, duurzame energievoorziening en nood aan recreatiemogelijkheden. Maar door de toenemende verstedelijking is er tegelijk steeds meer druk op ruimte en dus minder ruimte om aan landbouw te doen. De klimaatverandering zorgt bovendien voor meer overstromingen en langere periodes van droogte. De bodemkwaliteit staat onder druk en de grondprijzen pieken.

Om op deze uitdagingen een antwoord te bieden, is creativiteit nodig. Landbouw heeft als belangrijkste beheerder van de open ruimte nood aan goede ontwerpen, voorbeelden van vernieuwende bedrijfsvoering met een kwalitatieve meerwaarde voor landschap en samenleving. Maar de wereld van de ontwerpers en die van landbouwers liggen ver uit elkaar. Elke Vanempten: “Een strategische alliantie tussen landbouw, landschap en ontwerp dringt zich op. Het is vanuit dit idee dat de toenmalige minister van Landbouw samen met ILVO, het Team Vlaams Bouwmeester en de departementen Omgeving en Landbouw en Visserij in 2013 het traject Pilootprojecten Productief Landschap in het leven heeft geroepen.”

Pilootprojecten

Productief Landschap

Dat traject startte met een verkennend onderzoek uitgevoerd door Architecture Workroom Brussels (AWB) en Maat-Ontwerpers. Dit leverde vijf mogelijke werkvelden op: de herbestemming van (voormalig en bestaand) landbouwpatrimonium, de schaalsprong binnen landbouwbedrijven, het inzetten van kringlopen, een duurzaam en gecoördineerd waterbeheer en het potentieel van landbouwparken in verstedelijkt Vlaanderen.

In februari 2014 volgde de oproep om pilootprojecten in te dienen: een open uitnodiging aan landbouwers, landbouwbedrijven, landbouworganisaties en andere spelers met een sterke affiniteit voor landbouw en open ruimte. Men zocht én vond ambitieuze projecten die vernieuwende bedrijfsvoering combineren met een kwalitatieve wisselwerking met het landschap en de samenleving. Uit 40 ideeën en 28 finale kandidaat-dossiers werden er uiteindelijk vijf geselecteerd: de collectieve bioboerderij en pachthoeve De Kijfelaar (Herentals), het Landbouwpark Tuinen van Stene (Oostende), de Vleesveeboerderij Hoeve De Waterkant (Herk-de-Stad), de dakserre Agrotopia van Inagro op de REO-veiling (Roeselare) en stadslandbouw op een voormalig woonuitbreidingsgebied in Maasmechelen.

In de loop van 2015 en 2016 kreeg elk van die projecten begeleiding van adviseurs en experts. Samen gingen de landbouwers, projectregisseurs en ontwerpteams aan de slag, met als doel de effectieve uitvoering van de innovatieprojecten op het terrein en tegelijk lessen trekken uit de opgedane ervaringen. In de kaderstukken leest u hoe het twee van de vijf cases is vergaan.

Ervaringen

uit de pilootprojecten

Het stedelijk karakter van Vlaanderen biedt behalve uitdagingen ook heel wat kansen. Op het platteland en in de open ruimte worden oplossingen gezocht voor de veelal stedelijke vraagstukken zoals klimaat, energie en voedselvoorziening. Steden herontdekken almaar vaker de open ruimte in hun omgeving. De Pilootprojecten leren dat een structurele werking rond voedsellandschappen noodzakelijk en dringend is. Boven dien kunnen veel nuttige synergiën ontstaan door de werelden van landbouw en ontwerp samen te brengen. In het ontwerp van die open, rurale ruimte in Vlaanderen zit dus duidelijk nog veel potentieel.

Er zijn met andere woorden heel wat mogelijkheden voor een veerkrachtige landbouw in Vlaanderen, maar ook heel wat werkpunten. Er zijn kansen op ruimtelijk vlak , zoals onderbenutte dakoppervlakken van (toekomstige) bedrijventerreinen of vrijkomende hoeves die actieve of nieuwe landbouwers duurzame perspectieven kunnen bieden. Maar evengoed zijn er kansen op landbouwkundig vlak , waar een nieuwe generatie landbouwers op zoek is naar grond, gebouwen en samenwerkingsverbanden. Ook op beleidsmatig vlak zijn er tot slot kansen, want heel wat goedbedoelde initiatieven en regels kunnen de noodzakelijke innovatie bemoeilijken. Elke Vanempten: “Die kansen benutten vergt een volgehouden proactieve houding, samengelegde budgetten en gecoördineerde – al dan niet sectorale – initiatieven.”

Manifest van het Productief Landschap: 5 aanbevelingen

Uit die ervaringen konden de partners ILVO, Team Vlaams Bouwmeester, het Departement Omgeving en het Departement Landbouw en Visserij een manifest opstellen met vijf aanbevelingen, die nodig zijn voor een productief landschap met duurzame voedselproductie:

Blauwe klimaatdiensten : Van blauwe klimaatdiensten zoals wateropvang op landbouwpercelen met het oog op een betere waterkwaliteit en beter waterbeheer en waterbeheersing, moet werk gemaakt worden. Er is nood aan een kader op maat en begeleiding voor landbouwers. Een systemische aanpak moet ervoor zorgen dat de investeringen in klimaatdiensten echt renderen.

Transformatiebegeleiding : De cumulatieve effecten die druk uitoefenen op landbouwruimte moeten in beeld worden gebracht. Dit vergt de ontwikkeling van mechanismen waarmee landbouwers een faire kans krijgen om voort te boeren op een plek waar hun landbouwactiviteit maatschappelijk gewenst is. Een onafhankelijke en ontwerpende begeleiding is nodig, zodat gebiedsgericht, systemisch en effectief flankerend werk kan worden gemaakt van de overgang naar een maatschappelijk gewenste, duurzame en economisch rendabele landbouwbedrijfsvoering.

Een voedselregisseur : Een structurele werking rond (stedelijke) openruimteprojecten moet worden opgezet, samen met een netwerk van stedelijke voedselregisseurs die tijd en ruimte krijgen om actief aan openruimteprojecten en hun voedselverhaal te sleutelen. Om stadsnabije voedselproductie in Vlaanderen echt kansen te geven moet bij stads- of stadsrandontwikkeling structureler gewerkt worden rond voedsel dan vandaag het geval is.

Agrarische reconversie : Het bestaand en toekomstig agrarisch patrimonium moet zo optimaal mogelijk benut worden, in de eerste plaats door landbouw zelf. De cirkel van niet-landbouwkundig hergebruik moet worden doorbroken door de criteria te actualiseren van wat landbouw is. Ook omkeerbaar bouwen en andere maatregelen voor landbouwreconversie moet worden gestimuleerd.

Productieve stedelijke ruimte : Stedelijke verticale oppervlakte zoals daken biedt nog heel wat perspectieven voor productieve ruimte. Meervoudig ruimtegebruik moet eenvoudiger gemaakt worden door via regelgeving voedselproductie op daken en in andere stedelijke ruimtes mogelijk te maken.

Elke Vanempten: “De landbouwsector verandert voortdurend, net als de maatschappij. Globalisering, klimaatverandering, verduurzaming, verstedelijking en bevolkingsgroei zijn enkele trends die ruimte vragen en impact hebben op de landbouwbedrijvigheid. De landbouwer moet zich noodzakelijkerwijs continu aanpassen, maar die aanpassingen worden bemoeilijkt omdat individuele belangen niet altijd stroken met collectieve belangen en omdat beslissingen van private en publieke partijen het speelveld kunnen inperken. De aanbevelingen in dit manifest kunnen daar een oplossing voor bieden.”

Geen Pilootprojecten Productief Landschap 2.0

Voorlopig komt er geen Pilootprojecten Productief Landschap 2.0, maar de partners zijn wel benieuwd naar wat de actuele ruimtelijke vragen uit de landbouwsector zijn. Op welke gebieden is er nog het meeste nood aan ondersteuning? Met andere woorden: als landbouwers vandaag een pilootproject zouden indienen, wat zou dan het werkveld zijn?

ILVO

Landbouwpark Tuinen van Stene in Oostende

In de ‘Tuinen van Stene’ moeten klassieke parkfuncties zoals recreatie, natuur en landschapsbeleving, samengaan met nieuwe vormen van stadsnabije landbouw.

De stad Oostende wil een gebied van 35 ha historisch polderland laten ontwikkelen tot een innovatief landbouwpark. Het wordt een nieuw soort multifunctioneel landschapspark dat onderdeel wordt van de fiets- en wandelgordel het Groen Lint. In deze ‘Tuinen van Stene’ moeten klassieke parkfuncties zoals recreatie, natuur, landschapsbeleving, erfgoed en waterberging samengaan met nieuwe vormen van stadsnabije landbouw. Het park geldt bovendien als experimenteerruimte voor nieuwe teelten en/of nieuwe verdienmodellen, en kan als hefboom dienen om ook het grotere voedselproductiesysteem van het achterliggende polderlandschap op termijn meer op de stad te betrekken.

De opdracht in PPPL was het creëren van een slim ontwerp dat de vele functies, de eerder beperkte oppervlakte en de randstedelijke context mooi integreren in de omgeving. Door tegelijk top-down en bottom-up te werken kan het ontwerp bovendien een voorbeeld worden voor andere landbouwparken in Vlaanderen.

Het ontwerpteam deelde het gebied op in vier deelruimtes met een eigen karakter en eigen principes:

- een waterweidelandschap waar de focus ligt op een betere waterhuishouding met meerwaarde voor landbouw ;

- een multifunctionele poldertuin met ruimte voor collectieve vormen van samentuinen en ‘community supported agriculture’ (CSA);

- een voedselplatform langs de steenweg als innovatief verkooppunt voor de producten uit het park;

- een akkerlandschap voor vernieuwende landbouwtechnieken, teelten en verdienmodellen die inspirerend kunnen werken voor het achterliggende polderlandschap.

Belangrijke les: het belang van een voedselregisseur om verschillende actoren samen te brengen en te engageren.

Stand van zaken: In november 2017 werd met de werken in de Tuinen van Stene gestart. Eerst werden gemaaide paden, kleine brugjes en een info-installatie toegevoegd. Maar intussen worden ook grotere ingrepen gedaan om de waterhuishouding te verbeteren, het Groen Lint door te trekken en de landschapsindeling te verstevigen.

Collectieve bioboerderij en pachthoeve De Kijfelaar in Herentals

Collectieve bioboerderij en pachthoeve De Kijfelaar wil renoveren en een rendabel landbouwgebruik behouden.

Op boerderij De Kijfelaar pacht al vier generaties lang dezelfde familie de oude boerderij van de lokale adellijke familie. De vorige pachter woont nog op de hoeve maar drie nieuwe landbouwers baten elk deeltijds de boerderij uit. Ze vormden de boerderij om tot een gemengd bio-bedrijf met thuisverkoop in een hoevewinkel. De hoevegebouwen zijn echter sterk verouderd en niet meer aangepast aan deze hedendaagse vorm van coöperatief boeren. Een eventuele renovatie vraagt dan weer een grote financiële inspanning. Centraal in dit pilootproject stond dan ook de vraag: hoe kan de hoeve de nodige renovatie krijgen en tegelijk een rendabel landbouwgebruik op langere termijn behouden?

Behalve naar een ontwerp werd dus ook gezocht naar extra inkomsten voor de boerderij om de renovatie te financieren. Daarom werd onderzocht welke activiteiten naast de landbouwproductie een surplus betekenen voor het landbouwbedrijf, de omgeving en het landschap. Het onderzoek leidde tot enkele scenario’s, waarvan er twee ook architecturaal werden uitgewerkt. Omdat De Kijfelaar een typisch Vlaamse boerderij is met een typisch vastgoeddilemma (herbouwen of elders nieuw bouwen?) zijn het ontwerpend onderzoek, de analyse en de concepten ook toepasbaar op heel wat andere Vlaamse hoeves en kunnen ze richtinggevend zijn voor andere initiatieven.

Hieruit leerde men drie zaken:

- Het principe ‘1 plaats, 1 boer, 1 woning’ in de huidige regelgeving is aan herziening toe om kansen te creëren voor alle vormen van levensvatbare landbouw, zoals ook coöperaties. Een toekomstbestendige regelgeving sluit nauw aan bij nieuwe maatschappelijk evoluties en durft fenomenen zoals cohousing en cofarming te ondersteunen, eventueel met de nodige begrenzing.

- Het criterium van voltijdse, volwaardige beroepslandbouw als basis voor het verlenen van vergunningen is aan herziening toe, want de huidige invulling verhindert innovatie en verbreding in de landbouw.

- Landbouwers zouden zorgbehoevenden in het kader van Groene Zorg behalve een zinvolle dagbesteding te geven ook kunnen ondersteunen in begeleid wonen op de boerderij, maar voor dat laatste ontbreekt een wettelijk kader.

Stand van zaken: Intussen heeft de huidige landbouwer de hoeve aangekocht om stap voor stap de nodige renovaties te doen.

Meest recent

Meest recent