Vorig jaar werd het zesde mestactieplan voorgesteld en goedgekeurd door de Europese commissie. Doel is om te streven naar slechts 5% rode MAP-meetpunten. Nu is dat nog 28%. Vrijdag 22 maart bleek de Vlaamse regering MAP6 ook te accepteren. Nu moet het naar het Vlaams parlement voor de omzetting naar Vlaamse regelgeving.
De Vlaamse regering verstrengt het oorspronkelijke MAP6. - MV
Op veel meetplaatsen is het nitraatgehalte in het oppervlaktewater nog te hoog. Het streefdoel van 5% rode MAP-meetpunten - dat wil zeggen dat er meer dan 50 mg nitraat per liter water aanwezig is - is nog veraf. Voor de oorzaak wordt vooral naar de landbouw gekeken, want de helft wordt toegeschreven aan drainage door landbouwpraktijken. Men kan echter niet onder stoelen of banken steken dat de droogte en het natte najaar de waterkwaliteit niet ten goede kwam. De mest werd niet goed opgenomen door de gewassen, waarna de nitraten afspoelden naar het oppervlaktewater.
Van oorsprong al streng
MAP6 moet een pak strenger zijn dan MAP5, willen we het streefdoel nog behalen. De afstroomgebieden worden flink uitgebreid, en de MAP-meetpunten worden niet meer individueel bekeken, maar samen. Het gemiddelde nitraatgehalte van de MAP-meetpunten in dat gebied mag niet meer dan 20 mg nitraat per liter bedragen.
Daarnaast stond in MAP6 omschreven dat men de bestaande maatregelen wil verbeteren. Alle stromen rond mestverwerking en vergisting moeten beter gevolgd worden, en men wil werken met correctere mestsamenstellingen. De brongerichte maatregelen worden behouden en verbeterd. De bemestingsadviezen ziet men nog liever uniformer en transparanter. Nog andere maatregelen zijn sectorspecifiek, zoals rond de opslag van stalmest op het veld. Men wil verder ook nog inzetten op meer controles en sensibilisering.
Gebiedsgericht beleid verscherpt
Nieuw in MAP6 is het gebiedsgerichte beleid, met zones die ruimer worden bekeken in vergelijking met de focusgebieden nu. Op basis van de nitraatconcentraties tijdens de voorbije drie winterjaren werden vier gebiedstypes afgebakend - type 0, 1, 2 en 3 - met type 3 als het gebied dat het er slechtste voor staat. Aan elke zone zijn maatregelen verbonden, die gelinkt worden aan die gemiddelde nitraatconcentraties. Dat gaat om vanggewassen, lagere bemestingsnormen tot het werken met erkende mestvoerders.
Die opdeling in zones werd vorig jaar al bekendgemaakt. Vorige week besliste de Vlaamse regering dat het areaal dat de zwaarste maatregelen krijgt, wordt vergroot. In vergelijking met het vorige mestactieplan krijgt nu 400.000 hectare strengere voorwaarden. Ook de versoepelingen in gebieden waarin de waterkwaliteit wel goed was, werden geschrapt. “Zo worden in de Zuid-Oost-Vlaamse regio, waar er geen enkel probleem is met het oppervlaktewater, maar waar door de nieuwe criteria in MAP6 en de koppeling met grondwaterstromen, de strengst denkbare regels opgelegd. Begin er maar aan om mensen uit die regio uit te leggen dat dit MAP ‘fair en redelijk’ is”, klinkt het bij ABS.
Bezorgde boerenorganisaties
De landbouworganisaties hebben het duidelijk moeilijk met de verstrengingen. Boerenbond beseft dat extra maatregelen nodig zijn om de waterkwaliteit te verbeteren, maar dat sommige meerderheidspartijen eisten om verder te gaan dan wat de Europese commissie noodzakelijk acht, valt hen zwaar. Dat de versoepelingen werden geschrapt, werkt ook teleurstellend en demotiverend. Boerenbond is echter wel blij de met duidelijkheid die nu verkregen is. “Boeren en tuinders hebben het recht om te weten waar ze aan toe zijn, vooral nu het plant- en bemestingsseizoen op gang komt. We rekenen er ook op dat de Vlaamse regering nu eensgezind alles op alles zet om het EU-nitraatcomité te overtuigen op korte termijn in te stemmen met de derogatie, wat een uitstekend voorbeeld is van circulaire economie.”
ABS is teleurgesteld. “Dit is een flagrante miskenning van alle energie die gestopt werd in het zoeken naar bijsturingen aan het Mestdecreet en MAP5, om tot een verfijning te komen die haalbaar en verdedigbaar leek, zowel voor de sector als voor de politiek”, klinkt het. De organisatie meldt dat ze nog meegingen tot op een punt dat werkbaar is en waarbij de balans ecologie-economie bewaard bleef. ABS begrijpt het akkoord van landbouwminister Koen Van den Heuvel niet. “Het is een kaakslag aan iedereen die het spel correct speelt en om puur politieke redenen gepakt wordt in de mogelijkheden om op zijn landbouwbedrijf op ecologisch verant-woorde wijze economisch te werken”, zeggen ze. “Hoe je ‘t ook draait of keert: strengere regels opleggen zonder wetenschappelijke onderbouwing getuigt niet van deugdelijk bestuur, eerder van plat opportunisme.”