Volgens Het Belang van Limburg liggen twee voorvallen bij de uitoefening van de hobby van de procureur aan de basis van het hele dossier.
Renotte kwam in het vizier van zijn collega's bij justitie omdat hij in het kader van zijn hobby jarenlang oldtimers verkocht zonder dat hij beschikte over een ondernemingsnummer. De inkomsten die hij uit de verkoop haalde, zou hij niet hebben aangegeven bij de belastingen.
Daarnaast zou hij inlichtingen hebben ingewonnen voor een collega-verzamelaar die te weten wilde komen hoe een gestolen auto ontseind kon worden. De bewuste auto stond al decennia geseind als gestolen en kon niet ontseind worden omdat het politiedossier van de diefstal verdwenen was. Volgens Het Belang van Limburg zou Renotte hier ter goede trouw gehandeld hebben. Renotte zelf liep ook tegen een soortgelijk probleem op bij de aankoop van een andere oldtimer bij een Britse tussenpersoon. Ook die auto bleek in eerste instantie als gestolen geseind toen hij de auto in ons land wilde laten inschrijven. Achteraf bleek dat het om een oldtimer van hetzelfde merk ging maar van een ander model en chassisnummer.