Startpagina Veeteelt

Kansen en knelpunten voor een mobiele slachteenheid in Vlaanderen

De Operationele Groep ‘Mobiele slachteenheid’ onderzoekt de haalbaarheid van een mobiele slachteenheid in Vlaanderen. Er rijzen immers veel vragen. Hoe groot is het potentieel? Kan er een oplossing gevonden worden voor de wettelijke obstakels? Is de klant bereid om een meerprijs te betalen voor dierenwelzijn? Welke installatie is werkbaar en vergunbaar en kan het rendabel functioneren?

Leestijd : 5 min

Het project ‘Mobiele Slachteenheid’ (MSE) ontstond vanuit de vaststelling dat kleinschalige (biologische) veehouders die slachten voor rechtstreekse verkoop, al langer een probleem hebben om op een bereikbare afstand een (bio-gecertificeerd) slachthuis te vinden. Kleinere slachthuizen zijn dichtgegaan en grotere slachthuizen zijn niet uitgerust om een beperkt aantal dieren te slachten voor rechtstreekse verkoop.

De lange afstanden die men moet afleggen met de dieren zijn een doorn in het oog van veel veehouders en consumenten. De uiteindelijke vleeskwaliteit wordt bovendien negatief beïnvloed door stress die gepaard gaat met het transport. Bovendien blijkt een MSE een goed alternatief voor dieren die niet transportwaardig zijn, maar wel geschikt voor consumptie. Op die manier wordt ook voedselverspilling tegengegaan.

Drie pistes onder de loep

Samen met verschillende veehouders, een slachthuis, enkele vleesverwerkers, Hogeschool Odisee, Steunpunt Korte Keten, Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) en het Waalse Nature & Progrès werden drie verschillende pistes onderzocht:

1. Het concretiseren van een MSE voor pluimvee.

2. Het doden en verbloeden van een rund in een mobiele dodingsunit op de boerderij en de verdere afhandeling in een regulier slachthuis.

3. Het volledige proces voor het slachten van een rund in een mobiele eenheid.

Er werd gezocht naar oplossingen op technisch, reglementair, financieel en organisatorisch vlak.

Technische mogelijkheden

Pluimvee. Het was vrij snel duidelijk dat een MSE voor pluimvee technisch gezien haalbaar is. De benodigde infrastructuur is beperkt in grootte en gewicht en past in een grotere bestelwagen of aanhangwagen. Een Italiaanse fabrikant biedt een model aan in een container dat via een haaksysteem op een vrachtwagen kan getrokken worden. Deze is 2,5 m breed en afhankelijk van het model tussen 3 en 7 m lang.

We onderzoeken ook de mogelijkheid om een MSE voor pluimvee te bouwen met verwijderbare toestellen. We vroegen verschillende offertes aan constructeurs en leveranciers van toestellen en toebehoren.

Rundvee. In een aanvangsfase leek een MSE voor rundvee technisch gezien moeilijk te verwezenlijken. Knelpunt was vooral de grote hoogte die nodig is om een rundskarkas op te takelen. Uiteindelijk werd de oplossing gevonden in het hydraulisch verhogen van het dak van de MSE en het verlagen van een deel van de vloer. Bij het rijden worden vloer en dak opnieuw in de compacte rijpositie gebracht. Het Finse Kometos bouwde eerder een mobiele slachtinrichting voor runderen in opdracht van het Zweedse bedrijf Hälsingestintan. Deze inrichting is reeds enige tijd operationeel. Uit overleg met Kometos konden we alvast opmaken dat het mobiel slachten van runderen (en schapen) praktisch haalbaar is.

Door het hydraulisch verhogen van het dak van en het verlagen van een deel van de vloer kan een karkas getakeld worden.
Door het hydraulisch verhogen van het dak van en het verlagen van een deel van de vloer kan een karkas getakeld worden. - Foto: Kometos

We onderzoeken ook de mogelijkheid om het rund op de boerderij te doden en de verdere afhandeling in een regulier slachthuis uit te voeren. Deze praktijk wordt reeds enige tijd toegepast in Zwitserland (geen EU-lidstaat) en Duitsland. Ook in Nederland is sinds begin 2019 een ‘mobiele dodingsunit’ (MDU) actief (https://www.mobielslachthuis.nl/ ). Het dier wordt in een box geklemd, verdoofd, gekeeld en verbloed. Het dode dier wordt dan binnen een zo kort mogelijke tijdspanne naar een regulier slachthuis gebracht, waar de verdere afhandeling gebeurt.

Wettelijke haalbaarheid

Er waren meerdere overlegmomenten met onder andere het FAVV, OVAM en het Omgevingsloket. Hieruit blijkt dat de reglementering ingewikkeld is en niet op maat van een MSE. Toch lijkt het erop dat een MSE binnen het huidige reglementaire kader haalbaar is. We geven een kort overzicht van enkele belangrijke aspecten:

Om vlees te kunnen verkopen in een winkel of aan een restaurant is een veterinaire keuring van het vee vereist vóór en na de slacht. Vooral de kost die hiermee gepaard gaat, is een knelpunt. Bij de thuisslacht van kleine aantallen pluimvee voor directe verkoop aan consumenten is deze keuring ante en post mortem niet nodig en zijn er dus ook geen keurkosten.

We hadden overleg met OVAM over de omgang met het slachtafval (pluimen, bloed, ingewanden …). Een destructiebedrijf kan hier een oplossing aanreiken die echter wel relatief duur is.

En we bekeken de problematiek van de omgevingsvergunning. Omdat de Vlaamse reglementering voor mobiele installaties nog niet werd vastgelegd, gingen we na of we voor elke individuele site een omgevingsvergunning kunnen verkrijgen.

Financiële haalbaarheid

De praktische uitvoering van een MSE die rekening houdt met alle reglementaire aspecten is vrij kostelijk. Voor een MSE voor pluimvee rekenen we tussen 80.000 en 120.000 euro investeringskosten. Voor een MSE voor rundvee wordt gerekend tussen 650.000 en 800.000 euro (bij slacht van acht à tien runderen/dag). De investering voor een MDU wordt geschat tussen 200.000 en 400.000 euro. Daarnaast zijn er de operationele kosten.

Een MSE blijkt een goed alternatief voor dieren die niet transportwaardig zijn, maar wel geschikt voor consumptie.
Een MSE blijkt een goed alternatief voor dieren die niet transportwaardig zijn, maar wel geschikt voor consumptie. - Foto: Kometos

We maakten verschillende scenario’s en onderzochten de financiële gevolgen voor elk scenario. Algemeen lijkt het erop dat beide MSE’s (rund- en pluimvee) financieel haalbaar zijn mits er voldoende dieren worden geslacht op jaarbasis en per slachtlocatie. Om na te gaan of dit in de praktijk haalbaar is, werd ook nagegaan wat de potentiële vraag is in de markt om een MSE te gebruiken. Hiervoor maakten we een enquête die verstuurd werd naar veehouders. Ook op Agriflanders hebben we naar de interesse van veehouders gepeild. Uit deze enquête blijkt dat er in Vlaanderen waarschijnlijk onvoldoende vraag is om gebruik te maken van een MSE. Maar samen met de vraag in Wallonië (enquête van Nature & Progrès) blijkt dat de vraag op Belgische niveau wel ruim voldoende is, misschien zelfs voor meerdere MSE’s.

Per slachtlocatie werd bij een MSE voor pluimvee uitgegaan van het slachten van 250 à 300 dieren. Dit lijkt in vele gevallen haalbaar. Voor runderen daarentegen lijkt de typische vraag per slachtdag van één à twee runderen vaak onvoldoende om de MSE rendabel te laten functioneren. Uit simulaties blijkt dat vijf à zes runderen per dag en per locatie nodig zijn om uit de kosten te komen. Een mogelijk alternatief is het gebruik van een MDU.

Coöperatie of privé-investeerder?

We overlegden met een groep pluimveehouders om te zien hoe we de MSE organisatorisch willen aanpakken. Na een gesprek met een consulent van Innovatiesteunpunt bleek er toch enige twijfel over het opzetten van een coöperatieve structuur. Een mogelijk alternatief is een samenwerking met een privé-investeerder. We gingen hierover in gesprek met enkele geïnteresseerden.

Paul Verbeke (BioForum Vlaanderen)

 

Dit project krijgt financiële steun van de Vlaamse Overheid en de EU.

Lees ook in Veeteelt

Goed gefokte melkveevaarzen kalven tussen de 22 en 24 maanden af

Melkvee Het doel van een succesvolle jongveeopfok is om de eerste kalving te bereiken vanaf een leeftijd van 22 maanden, en dit met hetoog op gezondheid, hoge productie en lang leven. Er zijn talloze manieren waarop kalveren en vaarzen zeer succesvol grootgebracht kunnen worden. Nieuwe inzichten en hot topics hebben sommige courante adviezen de laatste jaren gewijzigd.
Meer artikelen bekijken