Nieuwe vrijloopstal zodat koeien het meest natuurlijke gedrag tonen
Omdat melkveehouder Pieter-Berend Slager van de landbouwvennootschap ‘De Heemen’ uit het Groningse Stedum (Nederland) het maatschappelijke van zijn bedrijf zeer belangrijk vindt, heeft hij een vrijloopstal laten bouwen gericht op het dierenwelzijn. “Ik vind dat de koeien in dit staltype het meest hun natuurlijke gedrag kunnen tonen, net zoals ze dat in de weide doen.”

Pieter-Berend Slager (55) doet
Wanneer moderniseren en uitbreiden?
In die overnametijd zat De Heemen op een rollend jaargemiddelde van zo’n 8.000 kilogram met 4,40% vet en 3,50% eiwit. “Het was in die tijd echter een heel bewerkelijk bedrijf,” aldus Slager. “Er stond een 14 stands carrousel van Fullwood, die op zich prima werkte, maar verder was alles niet optimaal ingedeeld. Ik was maar liefst zeventig uur in de week kwijt om alles rond te zetten.” Ook omdat de boerderij nog eens 61,5 ha grond in eigendom heeft. De meeste apparatuur op het bedrijf was nog uit de jaren zeventig en daarom moest hij ook nog eens regelmatig reparaties uitvoeren.
Slager bedacht ondertussen hoe hij het bedrijf in 2011, op het moment dat hij en zijn vrouw het echt over konden nemen, kon verbeteren qua arbeidsefficiëntie en dierenwelzijn. “De moeilijkste keuze waar ik voor gestaan heb is; ga ik meteen in 2011 al moderniseren en uitbreiden of wacht ik tot het melkquotum er af is in 2015.” Het bedrijf had op dat moment al 700.000 kg quotum. Achteraf bezien is de keuze om te wachten tot het melkquotum er af was niet de goede keuze geweest. “Als we op dat moment al waren uitgebreid hadden we nu minder problemen met de huidige Nederlandse fosfaatwetgeving gehad.”
Zelfde gedrag als in weide
Eind 2014 ging de maatschap het vergunningsverleningstraject in. De gemeente Loppersum stond zeer welwillend tegenover de plannen van De Heemen. “Ze zorgden er zelfs voor dat het traject niet te lang duurde,” aldus Slager. “Binnen drie maanden hadden we een vergunning en we hoefden niet eens een adviesbureau in te schakelen, onze eigen financieel adviseur schreef een gedegen bedrijfsplan wat voldoende was.”
Het bedrijfsplan schetste een nieuwe stal/bedrijf waarbij arbeidsefficiëntie en dierenwelzijn hoog in het vaandel stonden. De landbouwer kwam dus ook uit op een vrijloopstal met automatisch melken door middel van twee robots en weidegang. Slager: “Het dier moet zich in de stal eigenlijk net zo kunnen gedragen als in de weide, vind ik namelijk. Ook het dak van polycarbonaatplaten in d
Vrij koeverkeer
30 liter per dag
Eens in de drie maanden haalt Slager de pot volledig leeg. Ook de andere mest die uit de uitmestinstallatie voor dichte vloeren komt (met haspelaandrijving met touwuitvoering) gaat naar het eigen gras- en bouwland. “Gelukkig kunnen we alle mest op onze 61,5 ha land kwijt. Wij werken dus helemaal volgens de kringloopgedachte.” Het rantsoen bij Slager bestaat uit eenderde maïs en tweederde gras met ongeveer 27,5 kg brok per 100 liter melk in de winterperiode. Al het gras en maïs komen van eigen grond. De maïs doet de loonwerker volledig, wat de grasproductie betreft doet de melkveehouder alles zelf tot aan het wiersen. De koeien geven gemiddeld zo’n 30 liter per koe per dag. Slager: “Zeker voor deze ProCROSS-kruising een heel mooie productie. Het rollend jaargemiddelde bedraagt 9.000 kg per koe met 4,41% vet en 3,58% eiwit. Alle melk komt in een melktank voor 12.300 liter met voorkoeler en buffervat. Verder maakt de Groningse melkveehouder gebruik van E-star koeling met warmteterugwinning, deze warmte wordt benut om tankspoelwater voor te warmen.
De Groningse melkveehouder is zeer tevreden met de nieuwe stal, wat hem echter zorgen blijft baren zijn de nieuwe fosfaatwetgevingsmaatregelen. “Op de referentiedatum van 2 juli 2015 had ik 96 stuks melkvee in de stal en zeventig stuks jongvee op het bedrijf. De nieuwe stal is bedoeld voor 120 stuks melkvee en inmiddels had ik dat aantal ook. Gelukkig hoef ik, doordat ik nu nog maar 50 stuks jongvee hoef aan te houden omdat ik robuust vee heb en een gezonde stalomgeving, nog maar 35 van mijn slechtste koeien naar de slacht te doen. Maar het blijft zeer doen.” Slager vindt dat Nederland er in Brussel alles aan moet doen om de derogatie te behouden. Hij hoopt dat Nederland voor de periode 2018 – 2021 de derogatie veilig kan stellen. “Als ik geen derogatie meer heb, kan ik geen 250 kg dierlijke mest per hectare meer plaatsen op mijn grasland. Dus kan ik ook geen 120 stuks melkvee meer houden,” aldus Slager. “Ik hoop echt dat we van Brussel de derogatie behouden.” Mocht wat betreft de regelgeving toch het zwartste scenario voor Nederland uitpakken dan heeft de Groningse melkveehouder gelukkig nog een uitweg aangezien het jaarlijks om vijftig ton vaste mest gaat. “Die mag en kan ik heel goed bij akkerbouwers hier in de regio afzetten.”
Vorige maand hield De Heemen een Open dag waar zo’n 600 belangstellenden op af kwamen. Van allerlei pluimage, onder meer bedrijven, bestuurders en ook veel collega’s. Slager: “Mochten er Belgische belangstellenden zijn die deze dag gemist hebben, als ze eens willen komen kijken op ons bedrijf, zijn ze van harte welkom. Wij vinden dat je als melkveebedrijf, ook maatschappelijk gezien, een open houding moet aannemen. Wij willen maatschappelijk verantwoord produceren en daarbij is het ook steeds meer nodig dat je goodwill kweekt bij de burgers.”