Op 30 juni 2020 bereikten het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Raad een akkoord over een voorstel dat belangrijke voorzieningen voor landbouwers na 2022 verzekert.
Wetgeving rond het bestaande gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB of CAP) zal vervangen worden door een nieuw kader voor 2021-2027, maar vertragingen in de nieuwe GLB-onderhandelingen betekenen dat er een transitieperiode nodig is om ervoor te zorgen dat landbouwers hun inkomen niet verliezen en dat landbouwproductie in de EU veiliggesteld wordt.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid
Opgericht in 1962, wil het EU-landbouwbeleid de landbouwproductiviteit verbeteren, plattelandsontwikkeling stimuleren en milieu- en klimaatuitdagingen aanpakken, terwijl het verzekert dat landbouwers een degelijk inkomen kunnen behouden.
Deze doelstellingen worden bereikt dankzij:
- Inkomenssteun via rechtstreekse betalingen om inkomensstabiliteit te verzekeren voor landbouwers
- Betalingen voor milieuvriendelijke landbouw en duurzaam landgebruik
- Marktmaatregelen om te helpen bij marktcrisissen en vraag te stimuleren
- Maatregelen voor plattelandsontwikkeling om specifieke uitdagingen op het platteland aan te pakken
Voor deze regelmatig aangepaste maatregelen is er financiering nodig uit de EU-meerjarenbegroting. Uitgaven voor het GLB vertegenwoordigen ongeveer 34,5% van de 2020 EU-begroting.
Standpunt van het parlement
Het Europees parlement wil landbouwers via deze wetgeving voorspelbaarheid, stabiliteit en financiële continuïteit bieden, voornamelijk in het kader van de Covid-19-pandemie, wat een aanzienlijke impact had op de agrovoedingssector. EP-leden bereikten in het najaar van 2020 een akkoord over hun onderhandelingspositie voor de GLB-hervormingsgesprekken voor 2021-2027 - inclusief steun aan kleine en jonge landbouwers, landbouwers in tijden van crisis en het stimuleren van klimaatvriendelijke toepassingen. Het Europees parlement wil de 8 miljard van het EU-herstelfonds verdelen onder landbouwers, voedselproducenten en plattelandregio’s om de komende 2 jaar hun veerkrachtige, duurzame en digitale herstel te financieren.
