Hoe kijk jij terug op 2020?
“Boeren, dat is het mooiste beroep ter wereld. Ook verre van het makkelijkste. In een snel veranderende wereld, met hoge eisen van consument en maatschappij, en kleine marges is het voor elk land- en tuinbouwbedrijf zoeken naar een verdienmodel waarbij men zich goed voelt. Om in die complexe, maar o zo mooie landbouwsector te starten, moet je lef hebben. Gelukkig zijn ze er wel nog: zij die van hun droom hun leven kunnen en willen maken. Ook in een moeilijk jaar als 2020 startten jonge boeren en dat is maar goed ook. Ze zijn de toekomst van de landbouw en van ons voedsel.
Toch wordt het hen niet altijd makkelijk gemaakt. Begin vorig jaar had niemand zich kunnen voorstellen dat een vleermuis voor zoveel onrust zou zorgen: seizoenarbeiders, afzet en prijsvorming maakten 2020 een jaar om snel te vergeten. Maar 2020 gonst ook van de positieve verhalen. Zo waren er landbouwbedrijven die een opportuniteit zagen in de korte keten, bedrijven waar plots de buurt bijsprong waar nodig, en boeren die nadachten over nieuwe afzetkanalen. De voorbeelden zijn talrijk. “In elke crisis schuilt een opportuniteit”, zei een wijs man ooit. Die opportuniteiten zoeken, dat is een deel van het ondernemerschap dat jonge boeren zo koesteren.”
Wat zijn jouw wensen voor 2021?
“Om dat ondernemerschap waar te maken, moet er wel ruimte zijn om te ondernemen. Veel jonge boeren zullen 2020 onthouden als het jaar waarin ze hun ondernemerschap gefnuikt zagen. Toegang tot grond, objectieve vergunningsverlening en een overheid die kansen ziet en niet enkel bedreigingen, dat is wat jonge boeren nodig hebben om vandaag te werken aan het voedsel van morgen.
Ik wens het alle jonge boeren dan ook toe. Dat we in 2021 kunnen werken aan het voedsel van morgen. Dat we de dromen, groot en klein, stap voor stap mogen zien uitkomen. Dat we volop de kansen en ruimte krijgen om een duurzame, toekomstgerichte en leefbare landbouw te bewerkstelligen, samen.”