Deze wijzigingen moeten worden doorgevoerd als blijvende garantie van de goede werking van het VLIF tijdens de overgangsjaren 2021 en 2022, die vallen tussen de programmaperiodes van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
In het voorstel zijn volgende wijzigingen voorzien:
- Het maximale subsidiabel bedrag wordt opgetrokken naar 1.350.000 per landbouwbedrijf (in plaats van 1.000.000), en dit voor de periode 2015-2022.
- De maximale steunintensiteit voor de meest duurzame investeringen wordt opgetrokken met 10% wanneer deze toebehoren aan een onderneming waarvan minstens 1 van de bedrijfsleiders jonger is dan 41 jaar op de eerste dag van de blokperiode waarin de steun aangevraagd wordt.
- Er moet bewezen worden dat de werken voor de uitvoering van de geselecteerde investering gestart zijn binnen 5 maanden vanaf de eerste dag na de blokperiode waarin de steunaanvraag is ingediend.
- Een betalingsaanvraag moet ingediend worden via het e-loket, ter controle en voor de uitbetaling, na realisatie van de investering of uiterlijk twee jaar en zes maanden na het einde van de blokperiode waarin de investering is aangevraagd.
De mogelijkheid tot het aanvragen van steun in de vorm van een rentesubsidie wordt afgeschaft.
Het voorstel ligt nu bij de Raad van State. Na het advies volgt wellicht de definitieve goedkeuring door de Vlaamse regering.