De uitzonderlijke regenval van mei en juni, gevolgd door een heet en droog najaar, leidde tot een bescheiden oogst voor de buitenteelten. Doordat Vlaanderen noch België prijszetter zijn op de Europese markt, laat staan op de wereldmarkt, worden die verliezen niet goedgemaakt door hogere prijzen. Die ongelukkige situatie heeft zware gevolgen voor de marges van de Vlaamse landbouwbedrijven.
Dat is de grote conclusie van de jaarlijkse evaluatie die Boerenbond maakt wanneer het productiejaar op zijn einde loopt. Voorzitter Sonja De Becker laat zich voor het communiceren van de resultaten bijstaan door woordvoerder Anne-Marie Vangeenberghe, economisch adviseur François Huyghe en hoofdbestuurslid Guy Vandepoel. Voor het eerst stapt de vereniging af van het berekenen van het gemiddeld landbouwinkomen. Logisch, vindt de voorzitter: “Er zijn zoveel en zo’n grote verschillen tussen deelsectoren, bedrijfstypes en bedrijfsvormen, dat de gemiddelde Vlaamse boerderij niet meer bestaat.”
Akkerbouw daalt 8 %
Boerenbond legt zich daarom toe op de rentabiliteit in de verschillende deelsectoren, te beginnen met de akkerbouw. “De klassieke akkerbouwteelten hebben geleden onder de regens in het voorjaar, en het droge najaar”, klinkt het niet onverwacht bij de voorzitter. “Normaal kan een akkerbouwer zich indekken door verschillende gewassen te zetten. Dit jaar was ongunstig voor alle akkerbouwteelten. Het is lang geleden dat we dit nog gezien hebben”, betreurt woorvoerder Anne-Marie Vangeenberghe.
“Voor de granen lag de opbrengst ruim 30 % lager dan vorig jaar. Voor gerst was dat zelfs 40 %. Het graan was bovendien vaak klein en van slechte kwaliteit, zodat het enkel als veevoeder kon dienen”, gaat adviseur François Huyghe verder. “De graanmarkt is een wereldmarkt. De oogsten waren goed in Zuid-Europa, zelfs bijzonder goed in Rusland en Oekraïne. Gecombineerd met de lage roebel maakt dat hen zeer competitief. We hadden dus én de tegenslag van de prijs, én de tegenslag van de tegenvallende oogsten dit jaar.”
Aardappelen en bieten
“De aardappelopbrengst zal dit jaar meer dan 5 % lager liggen, een flinke tegenvaller. Daar komt nu bovenop dat het te droog is om te oogsten. Op deze markt heeft de beperkte opbrengst wel een prijsstijging tot gevolg, maar aangezien 60 % van de aardappelen onder contract ligt, profiteren weinig telers daarvan”, nuanceert François Huyghe meteen.
Wat de bieten betreft steunt Boerenbond op eigen ramingen. “We voorspellen opbrengsten van 70 à 71 ton/ha, en het suikergehalte valt tegen. De bieten zijn niet diep doorgegroeid. Het komt er bijna op neer dat het rapen zijn”, betreurt de heer Huyghe. Ook bij de bieten steeg de prijs op de vrije markt, maar daar staat tegenover dat de fabrieken het grootste deel van de suiker al verkocht hebben op de wereldmarkt.
Kleinere teelten
De opbrengsten voor cichorei zullen naar schatting 10 % lager liggen dan vorig jaar, wat beter is dan bij de suikerbieten. Deze teelt gebeurt volledig onder contract. De opbrengsten van koolzaad vallen dit jaar 18,4 % minder uit dan vorig jaar, terwijl ook de prijzen 6,9 % dalen. Bij de hop voorspelt Boerenbond ook lagere opbrengsten (-20 %), ondanks een groter areaal. “De prijzen trekken niettemin aan, omdat kleinere brouwers steeds meer interesse tonen in Belgische hop”, kondigt François Huyghe aan.
Het areaal vlas breidde uit met 8 %, en de rendementen liggen maar liefst 28 % hoger dan vorig jaar. Het vlas heeft dus niet afgezien van de voorjaarsregen, hoewel de kwaliteit minder goed is. Dat heeft echter geen effect op de prijs. “Vlas is de sector die het nog het beste doet. De export naar China loopt goed en de prijzen zijn behoorlijk”, weet de heer Huyghe.
Veeteelt
De cijfers wat betreft de slachtingen haalt Boerenbond bij het voedselagentschap FAVV. “Bij rund- en kalfsvlees zien we wat meer slachtingen, en een zware druk op de prijzen”, merkt de heer Huyghens op. De eerste 8 maanden van 2016 daalden de prijzen met 6,3 %.
De varkenshouderij vertelt een ander verhaal: “We zitten daar al jaren in een crisissituatie. Nu zien we dat het aantal slachtingen daalt met 4 % t.o.v. vorig jaar.” Sinds mei is de sector in iets rustiger vaarwater terechtgekomen. “Het is een heel pril herstel”, klinkt het voorzichtig bij François Huyghe. Voorzitter De Becker treedt hem bij: “We hopen dat dit het begin is van een structureel herstel, maar het is te vroeg om daar zeker van te zijn. En zelfs dan zal het nog jaren duren voor de gemaakte putten geneutraliseerd zijn.”
Melk en eieren
Ook in de melksector leeft er voorzichtige hoop: “De melkcrisis is dieper en langduriger dan in 2009. We zijn begonnen aan het herstel, maar volatiliteit is iets waar we mee zullen moeten omgaan”, vindt Guy Vandepoel. De heer Huyghe wijst ook nog op de onfortuinlijke maïsopbrengst en het verlies van minstens één snede gras, waardoor melkveehouders elders voeder moeten aankopen. Tegelijk produceren nog vele bedrijven onder de kostprijs.”
De prijzen voor braadkippen daalden met 4,7 %, terwijl de productie steeg met 6,4 %. “In de leghennensector bleef de productie op hetzelfde niveau, maar onder meer door een verminderde export naar het midden-oosten, omwille van de gespannen situatie daar, daalden de prijzen spectaculair (-17 %). Momenteel wordt ook in deze sector onder de kostprijs geproduceerd”, betreurt François Huyghe.
Tuinbouw
De openluchtgroenten die via de veiling verhandeld worden stegen in volume. “Vele waren al van het veld af vóór noodweer”, verklaart François Huyghe. Vooral sla kampte met een aanzienlijke prijsdaling (-32 %) t.o.v. het vorige jaar. “De glasgroenten presteerden ongeveer hetzelfde als vorig jaar, met een wisselend prijsbeeld naargelang de teelt. De tomaten hadden het vooral in het late voorjaar moeilijk. De telers lijden nog steeds onder de Ruslandboycot, en doordat het seizoen er langer duurde ondervonden ze ook concurrentie van Spanje.”
De heer Huyghe vervolgt: “Het areaal industriegroenten breidde uit met 6-7 %, maar de opbrengsten vielen tegen. Door de slechte weersomstandigheden werd 30 % minder erwten geoogst. Veel spinazie bleef op het veld, omdat de machines er niet op konden.” De prijzen bleven stabiel, omdat doorgaans onder contract gewerkt wordt. Enkel voor wortels en fijne erwten werd een prijsstijging genoteerd (resp. 3,8 en 5 %).
Fruit- en sierteelt
Boerenbond schat de oogst aan appelen en peren 18 % lager in dan het vorige jaar. “De appelprijs was al heel slecht. Het is een wereldmarktproduct, dat in gigantische hoeveelheden geproduceerd wordt in Polen. De peer is meer een Vlaams product, maar lijdt niettemin onder de Ruslandproblematiek. De tuinder krijgt er dit jaar 23 % minder voor. Aardbeienproductie zag af door slechte weersomstandigheden, en daalde met 8 %. Daardoor steeg de prijs dan weer, met 10 % t.o.v. 2015.
De sierteelt toonde grote verschillen in omzet, al naargelang het product. Er deed zich een prijsstijging van 10 % voor bij de snijbloemen, terwijl de bollen en knollen het moeilijk hebben. “Sierplanten zijn een luxeproduct, jaar na jaar zien we daar een daling. Vooral de boomkwekerij, goed voor ongeveer de helft van de sector, staat onder druk door besparingen op openbaar groen. Vooral bosbomen hebben het moeilijk”, gaf de heer Huyghe nog mee.
Bruto omzet en directe kosten
“Zowel de plantaardige als de dierlijke productie laat een omzetdaling van 5 % optekenen. De daling van de directe kosten beperkte zich tot de helft daarvan. Traditioneel springen de veevoeders eruit als grootste directe kost (48 %) voor een totaal van 2 miljard EUR. Na 2013 zijn de prijzen voor veevoeder jaar na jaar naar beneden gegaan. Dat is goed voor de veehouders, maar nadelig voor de akkerbouwers.”
Andere gulzige kostenposten zijn de loonmassa, ofwel het totaal van betaalde personeelskosten, de eigen arbeid niet meegerekend, en zaai- en pootgoed. Die zijn dit jaar elk goed voor ongeveer 400 miljoen EUR, of bijna 10 % van de directe kosten. De energiekosten daalden in 2016 opnieuw met 13 %, ondanks stijgende uitgaven voor elektriciteit, omdat de prijzen voor extra zware stookolie, diesel en gas sterk terugliepen. Ze nemen 9 % van de directe kosten voor hun rekening.
Klein Vlaanderen, grote wereld
Volgens woordvoerder Anne-Marie Vangeenberge hebben veel mensen een verkeerd beeld van de marktmacht van de Vlaamse landbouwers: “Vaak wordt me gevraagd waarom we dan niet minder melken, of minder varkens kweken om de prijs weer omhoog te krijgen. Of waarom een slechte oogst dan niet resulteert in een prijsstijging? Zo eenvoudig is het echter niet.”
François Huyghe antwoordt met een voorbeeld: “Varkens zijn ons voornaamste exportproduct. We exporteren 58 % van onze productie, en toch is dat maar goed voor een aandeel van 4,5 % in de Europese productie, en nog geen 1 % in de wereldproductie. Conclusie: we zijn geen prijszetter, noch in Europa, noch op de wereldmarkt.”
Grote impact
De heer Huyghe gaat verder: “Die cijfers geven misschien de indruk dat de landbouw nauwelijks belang heeft voor onze export, maar de sector maakt deel uit van de grotere agrovoedingsketen.We creëren een hefboomeffect.” Voorzitter De Becker: “Het agrovoedingscomplex exporteert op grote schaal en stelt hier heel veel mensen tewerk. Het is een belangrijk stuk ruggengraat van de Vlaamse economie, dat zonder de landbouw niet kan bestaan.”
Export van verwerkte producten weegt veel meer door, weet de heer Vandepoel: “Wij exporteren veel melk onder de vorm van melkpoeder, aan zeer lage prijzen. Tegelijk voeren we Franse kaasspecialiteiten in, dure nicheproducten.”
Pleidooi voor marktstabilisatie
“In 2016 blijven we worstelen met een moeilijke prijsvorming en lagere opbrengsten, van slechte kwaliteit, door bijzonder slechte weersomstandigheden. Dat zet een stevige druk op onze marge. Aan de weersomstandigheden kunnen we niets doen, maar die prijsvorming kan en moet aangepakt worden. Daarvoor moet Europa bijsturen op vier punten”, maakt voorzitter De Becker zich sterk.
“Ten eerste moet Europa opnieuw zorgen voor marktstabilisatie. Ten tweede willen we tools voor risicobeheer op het bedrijf. Landbouwers moeten zich kunnen indekken, maar niet meer dan ze zelf willen. Verder moeten er op Europees niveau crisisinstrumenten komen, om bijvoorbeeld de Ruslandboycot aan te pakken. Ten slotte moeten producenten een tegengewicht kunnen bieden aan de machtsconcentratie van bedrijven voor en na hen in de keten. Europa moet producentenorganisaties meer macht geven, en regels opleggen voor een faire marge doorheen de keten”, besluit voorzitter De Becker haar betoog.
D.C.