Startpagina Akkerbouw

Michiel van Andel: Verschil bio en gangbaar is helemaal niet zo groot

Een Nederlandse akkerbouwer met een uitgesproken mening, zo kun je Michiel van Andel uit Emmeloord wel noemen. Hij heeft 50 ha akkerbouwgrond en teelt zo efficiënt mogelijk. De meeste gewassen gaan af land weg. Een leuke extra inkomstenbron voor de akkerbouwer zijn de termijnmarkten. Hij handelt onder meer in aardappelen, granen en suiker. “Een mooie extra inkomstenbron naast mijn akkerbouwbedrijf”, stelt Michiel.

Leestijd : 8 min

Akkerbouwer Michiel van Andel uit Emmeloord nam in 2012 het akkerbouwbedrijf van zijn vader over. “Of zoals ik het altijd zeg: sinds 2012 mijn eerste eigen oogst en eigen baas.” De opa van Van Andel op wiens bedrijf hij nu boert, komt van oorsprong uit Zeeland. Hij kwam als pionier naar de Noordoostpolder. Michiel: “Dat was trouwens écht iemand van de cijfertjes en ook wel een beetje een vergaderboer.”

In 1992 kon de vader van Michiel zijn areaal verdubbelen tot 100 ha. In 2007 kon hij die extra 50 ha bij Luttelgeest echter weer verkopen omdat daar glastuinbouw kwam. Michiel: “Helaas verkocht mijn vader het eigenlijk net te vroeg, want daarna stegen de grondprijzen enorm in heel het land.”

Dat de akkerbouwer in Emmeloord zo'n 50 ha heeft, is omdat de kavels in de jaren 50 per 24 of 25 ha uitgegeven werden door de Nederlandse overheid. Dit betekent volgens Michiel dus ook dat als je in de Noordoostpolder grond aankoopt, je meteen een groot kavel van een aantal of tientallen ha aankoopt.

Michiel van Andel beschikt over 50 ha land. Uien en witloof zijn de hoofdteelten.
Michiel van Andel beschikt over 50 ha land. Uien en witloof zijn de hoofdteelten. - Foto: DvD

Teelten ruilen

Bij de overname van het akkerbouwbedrijf in 2012 veranderde Michiel sommige dingen wel en andere zaken ook weer niet. Hij stopte bijvoorbeeld met de teelt van consumptieaardappelen. Michiel: “Dit is trouwens een echt pootgoedgebied, dus de vraag naar goede akkerbouwgrond is hier enorm. De prijzen per ha zijn dus hoog. Je kunt meedoen aan die wedloop of je kunt teelten ruilen voor pootgoedland. En dat laatste doe ik dus, waardoor ik ook een prima rendement heb, al heb ik maar 50 ha in eigendom.” Michiel van Andel ruilt aardappelland en krijgt daar witloof- en uienland voor terug bij de boer waar hij het land mee ruilt. Na de overname van het bedrijf van zijn ouders heeft hij dus nog geen hectare aangekocht.

Een ander voordeel van het uitruilen van teelten voor pootgoedland is dat de Emmeloordse akkerbouwer zich meer kan specialiseren in bepaalde teelten. Zo is hij gespecialiseerd in uien- en witloofteelt. Hij huurt, naast het ruilland, ook nog land los bij voor de teelt van witloofpennen. Michiel: “Dat zijn mijn hoofdteelten in mijn bouwplan. Zodoende kan ik de kosten ook lager houden en heb ik een lagere kostprijs van mijn product. Verder kan ik, doordat ik specialiseer, een nog betere kwaliteit nastreven bij die bepaalde teelten.” Naast witloof en uien teelt hij ook allerlei andere gewassen. Daarbij werkt hij met een 1-op-6-rotatie. Daarom teelt hij ook nog tarwe, suikerbieten, pootaardappelen en tulpen.

Toch niet biologisch

Biologisch worden is, zeker gezien het gebied waar Michiel Van Andel actief is, heel interessant en dan met name door de grondsoort en knowhow hier aanwezig. Veel collega-bedrijven zijn biologisch – de mechanisatie is dus ook voorhanden – en de afzet is (redelijk) geregeld. Toch kiest de Emmeloordse akkerbouwer er niet voor om biologisch te worden. “Dat zou voor mij dan een puur financiële keuze zijn en dat moet mijns inziens niet de reden zijn om biologisch te worden. Zoals ik nu boer, gaat prima. Biologisch heeft eenvoudigweg niet mijn hart.”

Duurzaamheid wordt volgens de akkerbouwer niet bepaald door ergens een label op te plakken. Produceren binnen het regelkader van biologische landbouw geeft naar zijn mening te veel beperkingen. Dikwijls is bijvoorbeeld een bespuiting met een synthetisch middel beter voor mens en milieu dan een bespuiting met een niet-synthetisch biologisch middel. “Kunstmest is onmisbaar binnen duurzame landbouw”, stelt Michiel. “Zowel kunstmest als dierlijke mest heeft een rol binnen duurzame landbouw, beide hebben voor- en nadelen. Door ervoor te kiezen om niet te produceren binnen de discutabele kaders die gelden voor biologisch, behoud ik de vrijheid om voor duurzaamheid te kiezen in plaats van voor ‘een label’.”

Van SBG naar JD

Bij de overname van zijn ouders in 2012 nam Michiel uiteraard veel machines over van zijn vader. “Bijna alle tractoren uit die tijd heb ik inmiddels ingeruild voor nieuwe, behalve een John Deere 6610, die is nog uit mijn vaders tijd.” De akkerbouwer is John Deere altijd trouw gebleven. Hij heeft net zijn John Deere 2040 ingeruild voor een jong gebruikte John Deere 5075e. Dat wordt zijn tractor voor werkzaamheden bij de witloofteelt (schoffelen en zaaien). Al het werk op de boerderij gebeurt in eigen beheer, behalve het witloof oogsten, dat besteedt hij uit aan een loonwerker uit Emmeloord. Verder heeft Michiel ook nog een John Deere 6125R en een 6145R.

Vrij recent heeft hij nog een Bauer-beregeningshaspel gekocht. Die kan hij via een app aansturen. Daarnaast schafte hij een witloofruggentrekker van Baselier aan die gekoppeld is aan een rotorkopeg.

Van Andel heeft ook een witloofruggentrekker van Baselier, waar een rotorkopeg aan gekoppeld is.
Van Andel heeft ook een witloofruggentrekker van Baselier, waar een rotorkopeg aan gekoppeld is. - Foto: DvD

Michiel: “Reden waarom ik voor een Baselier gekozen heb is omdat de landbouwmachinedealer mij zo’n machine adviseerde en de prijs was ook gunstig. En deze machinedealer zit vlakbij, ik heb dus ook een snelle service.” De akkerbouwer is ook fan van de gps-systemen. Werkte hij eerst met een systeem van de firma SBG, nu heeft hij een RTK-gps-systeem van John Deere. “En dat is toch net effetjes wat beter”, aldus Michiel. “In die begintijd heb ik vooral voor SBG gekozen omdat alles gekilverd moest worden en in 2012 kon je dat nog niet met een John Deere RTK-gps-systeem.” In totaal kilverde hij in dat jaar 8 ha akkerbouwland. De akkerbouwer verhuurt zijn 8 ha tulpenland. Dus kilvert hij om de 6 jaar dat tulpenland.

Geen verdere uitbreiding van bewaarloodsen

Michiel heeft 2 bewaarloodsen. Een van de loodsen is een originele domeinenloods uit 1949 (toen de polder werd aangelegd). In 2013 bouwde hij aan de bestaande tweede loods een nieuw gedeelte aan van 30 bij 15 m met natuurlijke ventilatie. De uien in de domeinenloods zijn al naar uienhandel Van Liere gegaan. Michiel: “De rest gaat af land weg, zoals bijvoorbeeld alle witloof en de suikerbieten.” Voorlopig heeft hij geen plannen om nog meer uit te breiden qua hangars of grond.

In 2013 bouwde Michiel aan de bestaande tweede loods een nieuw gedeelte aan van 30 bij 15 m, met natuurlijke ventilatie.
In 2013 bouwde Michiel aan de bestaande tweede loods een nieuw gedeelte aan van 30 bij 15 m, met natuurlijke ventilatie. - Foto: DvD

Te ridicuul onderscheid

Over kunstmest en synthetische gewasbeschermingsmiddelen denkt Michiel heel genuanceerd. Hij vindt de Green Deal van eurocommissaris Timmermans contraproductief. “Ik vind onder andere dat er een ridicuul onderscheid gemaakt wordt tussen synthetische en niet-synthetische middelen. Het is eigenlijk allemaal chemie, en synthetisch of niet-synthetisch zegt in beginsel niks over toxiciteit. Aan de Green Deal kun je zien dat er ambtenaren aan de knoppen zitten die de realiteit niet echt meer voor ogen hebben.”

Globaal houdt de Green Deal in dat we op redelijk korte termijn naar 25 % biologisch moeten en naar een halvering van de hoeveelheid synthetische middelen. Over die richting is volgens de akkerbouwer niet goed nagedacht. “Als je dat wilt bereiken, is het belangrijk dat je beseft dat landbouw geen natuur is. Doel is natuur en milieu verbeteren volgens mij, door die regels. Dus onder andere bijen en insecten beschermen. Je moet dus kijken wat de meest schadelijke middelen zijn en niet of ze synthetisch of niet-synthetisch zijn.” Verder moet je volgens de akkerbouwer bedenken wat er voor middelen terugkomen als je middelen verbiedt. Landbouw is immers volgens hem, net als alles in het leven, een kwestie van afwegingen maken, voor ‘niets gaat de zon op’. Hij vindt dat de sector en de politiek moeten gaan voor middelen die het minste schade berokkenen. “En dus niet welke middelen of maatregelen het beste scoren in de politiek.” Het tegenovergestelde van wat nu regelmatig gebeurd dus...

Eigen blog en studiegroepen

Voor Michiel is het belangrijk dat er niet een sfeer ontstaat van ‘biologisch is goed en gangbaar is fout’. “Dat leg ik ook uit op mijn blog ‘De bloggende boer.com’. Op die site kun je mijn uitgebreide redenatie teruglezen over dit onderwerp en nog meer landbouwonderwerpen.” Lezers van Landbouwleven die in discussie willen gaan met de akkerbouwer kunnen reageren via zijn blog via Twitter. Hij gaat naar eigen zeggen graag in gesprek met mensen die anders denken over de landbouw dan hijzelf. Het verschil tussen gangbaar en biologisch is volgens Michiel ook niet zo heel groot. Een biologische akkerbouwer heeft regels waar hij zich aan moet houden (de Nederlandse SKAL-regels bijvoorbeeld), een gangbare boer heeft ook regels waar hij zich aan moet houden. “Waarbij het ook nog zo is dat sommige dingen die gangbare akkerbouwers doen duurzamer zijn dan wat biologische akkerbouwers doen. Als gangbare akkerbouwer kan ik nu kiezen uit heel veel middelen, dus hoef ik niet, zoals een bioboer soms moet doen, te kiezen voor schadelijkere middelen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan spinosad. Ik gebruik in plaats daarvan een minder schadelijk middel, te weten: Movento.”

Je kunt volgens Michiel Van Andel echter ook aan kunstmest denken. “Met kunstmest kan ik preciezer bemesten, meer op de plantbehoefte, dan met dierlijke mest. De uitspoeling van kunstmest komt niet zozeer door kunstmest an sich, maar door verkeerd gebruik van kunstmest, net zoals je uitspoeling hebt bij verkeerd gebruik van dierlijke mest.” Daarnaast is voor biologische landbouw ook een veel grotere oppervlakte nodig om dezelfde hoeveelheid kilogrammen product te kunnen produceren als in de gangbare landbouw. Michiel: “En dan kom je weer uit bij wat nou écht goed is voor de natuur en voor insecten. Dat is in principe ongerepte natuur waar je niet of nauwelijks aankomt als mensheid. Denk bijvoorbeeld aan het Amazonegebied of de Veluwe. Dus wil je veel ongerepte natuur, dan moet je niet aan biologische landbouw beginnen.”

Wat de toekomst betreft, hoopt hij dat in de politiek de ratio gaat zegevieren. “Zodat wij als Europese akkerbouwsector stappen vooruit kunnen zetten in plaats van achteruit, zoals nu soms het geval is.”

Actief op termijnmarkten

Michiel is ook actief pleitbezorger van duurzame landbouwpraktijken. Hij zit in 2 studiegroepen, een bedrijfseconomische die ‘Blijhoeve’ heet en een meer teelttechnische die ‘Uitmuntend’ heet. Michiel: “Het contact met collega-akkerbouwers is heel belangrijk en het houdt je scherp. Als collega’s namelijk teelttechnisch of financieel beter draaien dan jij, dan kun je bekijken hoe dat kan en hoe je zelf ook beter kunt gaan scoren op die vlakken.”

Hij ging vorig jaar in de zomer naar de strokenteelt proefpercelen in Lelystad, naar aanleiding van een discussie met een van de professoren die dit project begeleidt. “Strokenteelt is interessant inderdaad, maar iedere moestuin is strokenteelt, zeg ik altijd. En iedere moestuin heeft ook last van ziektes en plagen.”

Best bijzonder is dat Michiel actief is op de termijnmarkten. Hij handelt onder meer in aardappelen, granen en suiker. Hij verdient daar nog aardig wat aan. “Het is eenvoudigweg een extra inkomen naast mijn akkerbouwbedrijf. En dat het zo goed gaat, komt mede ook omdat ik natuurlijk feeling heb bij deze producten als akkerbouwer.”

Dick van Doorn

Lees ook in Akkerbouw

Moeilijke onkruiden in maïs bestrijden

Maïs In de maïsteelt worden we steeds vaker geconfronteerd met enkele onkruiden de alsmaar moeilijker te bestrijden zijn. De inzet van specifieke producten of middelencombinaties is dan nodig.
Meer artikelen bekijken