Startpagina Bijzondere groenten

Yacon blijft kleine teelt: “Yacon doet het goed in onze hoevewinkel, waarom niet in de retail?”

Aan het eind van 2017 werd yacon succesvol gelanceerd in Kinrooi, als Tasty Yacon. Het is een smaakvol zoet knolgewas dat bovendien door zijn samenstelling zelfs geschikt is voor diabetici. Leo Henckens van Hoeve ’t Bommesaarke is de eerste, maar ook de enige yaconteler in het Limburgse landschap. “De verkoop van yacon in de retail verloopt moeilijk, maar we blijven erachter staan, aangezien het zo goed verkoopt in onze hoevewinkel.”

Leestijd : 9 min

L andbouwleven praat met Leo Henckens, de man die in 2017 trots Tasty Yacon kon voorstellen op zijn Kinrooise bedrijf Hoeve ’t Bommesaarke. Ooit was hij een melkveehouder, maar nu een doorwinterde groenteteler. Samen met zijn vrouw Carine Snijkers teelt het koppel 14 ha asperges, 50 ha industriegroenten, en 0,5 ha yacon. “Yacon is er een beetje tussengekomen, het is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby. Ik bekijk het ook als een zinvolle tijdsbesteding in de winter, je kan eraan werken zoals je wil. Het is niet zoals bij asperges, die je geen week kan laten staan. Bij yacon kan je al borstelen, de plantjes snijden,... als er tijd voor is.”

Yacon is familie van de aardpeer, schorseneer en de zonnebloem en is oorspronkelijk afkomstig uit het Andesgebergte in Zuid-Amerika.
Yacon is familie van de aardpeer, schorseneer en de zonnebloem en is oorspronkelijk afkomstig uit het Andesgebergte in Zuid-Amerika. - Foto: MV

Yacon werd in Kinrooi in 2017 gelanceerd als Tasty Yacon. Het is familie van de aardpeer, schorseneer en de zonnebloem en is oorspronkelijk afkomstig uit het Andesgebergte in Zuid-Amerika. Het grote voordeel van de knol is dat het zowel rauw als warm gegeten kan worden. Daarnaast blijkt het erg gezond. Het bevat een complex vruchtensuiker inuline, dat pas in de dikke darm wordt afgebroken. Hierdoor neemt het lichaam slechts weinig suikers op.

Yaconteelt is klein gebleven

Er zijn dus veel voordelen, maar Leo geeft aan nog evenveel yacon te hebben staan als in het begin. “We hebben ooit eens 1 ha gehad, maar we kregen het niet verkocht. Daarom beperkten we het areaal weer tot een halve hectare. Teelttechnisch is het nog steeds geen moeilijke teelt, maar ik maak me het wel gemakkelijker met eigen gemaakte mechanisatie.”

De yaconteelt is echter niet verder geraakt dan zijn erf. “In Limburg ben ik de enige teler. In West-Vlaanderen zijn er ook nog enkelen die het aandurfden.” Toch blijft Leo achter zijn product staan. Voor hem blijft yacon een uitdaging én een volwaardig product in het Vlaamse gamma, ook al is het knolgewas oorspronkelijk zelfs niet Europees. Van de 11 rassen die getest werden op het Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG), had Leo 5 rassen op zijn erf staan. “Nu hebben we er slechts één, we hebben de lekkerste overhouden. Het is een geelbruin ras. We hadden ook witte soorten, maar kregen de feedback dat er maar weinig smaak aan was. Teelttechnisch zagen we tussen de rassen geen verschil, dus daar moesten we niet naar kijken.”

Een serre erbij

In de beginjaren van yacon plantte Leo de moederknolletjes rechtstreeks in de grond, en dat hield hij zo’n 2 à 3 jaar vol. Toch bleek dit niet ideaal, volgens Leo. “Yacon is een trage en onregelmatige starter. Sommige komen op een week uit, anderen op een maand. Het onkruid is sneller”, geeft hij mee. Op een andere moment planten is niet mogelijk, yacon is namelijk gevoelig aan vriesweer. “Je kan pas uitplanten na de IJsheiligen, dus half mei, en het moet er voor het vriesweer terug uit. Het seizoen is dus relatief kort.”

Een bevriende biologische teler gaf hem dan de tip om plantjes te kweken in een serre en zo het seizoen te verlengen. Zo gezegd, zo gedaan. Half februari snijdt Leo de broedknolletjes van de plant, en plant hij die in potjes. “Die groeien op in een plastic serre die ik tweedehands kocht. Die kan ik nog verwarmen, moest het toch nog vriezen. De plantjes zet ik dan later buiten in een biologisch afbreekbare folie. Dat is eigenlijk nog de beste verbetering sinds het begin. Die folie bespaart me heel veel werk.”

Een belangrijk voordeel aan de serre is dat je door te planten in potjes ziet welke knollen kiemen en geplant kunnen worden.
Een belangrijk voordeel aan de serre is dat je door te planten in potjes ziet welke knollen kiemen en geplant kunnen worden. - Foto: MV

Nog een belangrijk voordeel is dat je door te planten in potjes en erna pas op het veld de goede van de slechte knollen kan scheiden. “Je plant immers een plant, dus de knol is gekiemd en kan opbrengen. De lege potjes bevatten niet gekiemde knollen en die smijt ik weg.”

Geen moeilijke teelt

Bij het uitplanten begint hij met de grote planten uit te planten, de kleinere planten blijven langer in de serre en die plant hij dus als laatste. De planten staan in en tussen de rij op 90 cm afstand. Over de irrigatie heeft Leo ook nagedacht. “Onder de folie leg ik een druppeldarm, die elke plant net zoveel water geeft als die nodig heeft. Vroeger irrigeerde ik met haspel en sprinklers, maar de planten worden zo groot dat het niet meer handig is. Vanaf juli kan je niet meer door het gewas lopen en ook de paden van de tractor zijn dichtgegroeid. Op zijn hoogst is de plant maximum 2,5 m.”

Als de yacon eindelijk in groei staat, blijft die wel doorgroeien. Leo geeft aan weinig tot geen last te hebben van insecten of ziekten. “Af en toe zijn er wel eens veldmuizen die van de knollen eten. Het is echter geen grote ramp, dus daar doen we niets tegen.”

Bij vriesweer in het najaar, gaat het loof volledig kapot en wordt het zwart.
Bij vriesweer in het najaar, gaat het loof volledig kapot en wordt het zwart. - Foto: MV

Tot in het najaar blijft de plant doorgroeien. Die heeft de donkere dagen nodig om echt volume en massa in de eetknollen te krijgen. “In september zijn de knollen nog niets waard, in november zijn ze wel goed. In oktober gebeurt het wel eens dat er een bloem aan de plant kan komen, maar daar komt niets van.” Bij vriesweer in het najaar gaat het loof wel volledig kapot. Het loof wordt zwart, en doet Leo weg met een klepelmaaier. “Dat vriesweer doet gelukkig niets aan de knol, tenzij het echt in de grond vriest. Het geklepelde loof laat ik erna gewoon liggen. Met de beddenrooier haal ik dan de knollen uit de grond. Onze grond is los, dus dan gaat oogsten gemakkelijker zonder knolbreuk te veroorzaken. In West-Vlaanderen ken ik iemand die oogst met een minigraver!”

Verbeteren met mechanisatie

Yacon is een arbeidsintensieve teelt en veel verloopt ook nog manueel, zoals het vullen van de potjes. “Maar het areaal is klein genoeg om er geen personeel voor aan te nemen. Mijn vrouw en ik nemen de teelt volledig in handen”, vertelt hij. Door de jaren heen wist Leo wel wat meer te mechaniseren. Officieel is Leo schrijnwerker. Dat is een groot voordeel, want door die kennis kan hij de meeste machines zelf maken. Er is immers nog geen mechanisatie voor yacon beschikbaar in de handel. “Ik heb 3 jaar gewerkt bij een loonwerker in de garage en ben erna pas op mezelf begonnen met de boerderij. Machines kopen doe ik niet, want dat is duur, hoewel ik soms denk dat de arbeidsuren het ook duur maken. Het maakt de teelt echter wel gemakkelijker.”

De beddenrooier kreeg hij en vormde hij om, zodat hij er staand mee kan werken.
De beddenrooier kreeg hij en vormde hij om, zodat hij er staand mee kan werken. - Foto: MV

Zo kreeg hij een beddenrooier die hij omvormde, zodat hij er staand mee kan werken. “Vroeger rooide ik met de hand, en moest ik veel bukken. Ik heb ze wel 3 keer moeten veranderen, zodat ze perfect voor me was. De helling van de transportband moet bovendien ook perfect zijn: de knol is breukgevoelig, en ik moet zien dat de knollen niet kapot rollen.” Daarnaast zorgde hij ook voor wat mechanisatie tijdens het sorteren en om de folie te leggen. “Dit jaar wil ik iets vinden om de gaten te maken in de folie, want dat is het grootste werk. Het planten zelf gaat wel vooruit.”

Sorteren per afzetkanaal

Na de oogst heeft de teler broedknollen en eetknollen van yacon. Ze worden zo snel mogelijk naar binnen gehaald, om eventuele vriestemperaturen en dus schade te voorkomen. “Dan kan ik die hydraulisch kantelen op de transportband om het makkelijker te sorteren. Dat is een echte arbeidsbesparing ten opzichte van vroeger, toen ik nog sorteerde op een tafel.”

Eerst worden de knollen geborsteld, zodat het zand en ander vuil verwijderd wordt. Ze wassen lijkt hem niet het beste idee: “Als er vocht komt aan een klein wondje, is er kans op schimmel”, verklaart hij. Na het borstelen wordt gesorteerd in 4 partijen. De broedknolletjes worden van de moederplanten gesneden. Van 1 plant heeft hij voldoende broedknollen om 5 à 6 andere planten te maken. “Dat is voor mij de enige manier om te vermeerderen. Ik blijf steeds met eigen plantgoed verder werken.”

De andere 3 partijen zijn eetknollen. 30% van de knollen is te dik en weegt meer dan een halve kilo, 25% is gebroken of te klein. 40% is goed genoeg voor de versmarkt en te verpakken in pakketjes.

Bewaarregimes uittesten

De yacon kan bewaard worden tot half mei. Omdat er in het begin weinig geweten was, testte hij zelf het beste regime uit. “We probeerden eens tot juli te bewaren, maar dan zijn de temperatuurverschillen te groot, en daar kan yacon niet tegen.” Een constante bewaartemperatuur is dus nodig. In zijn frigo blijft de temperatuur rond 8 à 9 °C hangen. Leo plaatst de yacon in blauwe veilingkisten en zet ze in de loods dicht bij een aardappeldroger. Op die manier is de kans kleiner op schimmel.

Nog steeds: onbekend is onbemind

Hoewel yacon goed werd gelanceerd en het een mooi volwaardig product is, werd het niet het grote succes waarop gehoopt werd. Wie in Limburg yacon wil aankopen, kan enkel terecht in enkele Carrefourwinkels en de hoevewinkel van ’t Bommesaarke. “Het verkoopt blijkbaar heel moeilijk. Onbekend is onbemind”, geeft Leo aan. “Als mensen het in de kist zien liggen, hebben ze geen idee wat het is of ze verwarren het met zoete aardappel. Je moet via een folder informeren wat het is, en welke recepten er mogelijk zijn. Het is moeilijk om de mensen te overtuigen, maar we merken wel dat wanneer ze het geprobeerd hebben, ze ervoor terugkomen.”

In de hoevewinkel merkt hij dat die extra moeite niet nodig is. “De mensen kennen het hier al”, lacht hij. Hij merkt dat steeds meer mensen de weg vinden naar zijn hoevewinkel. “We zien veel meer nieuwe gezichten de laatste tijd, ook van mensen die van verder moeten komen. Een mooie evolutie, toch?”

De yacon die aan de normen voldoet, wordt voor een groot deel ook via de veiling BelOrta verkocht, op bestelling en met een vaste prijsafspraak. “Dit jaar werkten we enkele weken via de klok, maar de prijzen zijn dan heel laag.” Het andere deel wordt verkocht via Euro Gijbels in Geel.

Yacon blijven promoten

Hoeveel moeite het ook kost, Leo blijft achter zijn product staan. Het is een kwestie van goed promoten, en daar steekt de teler dan ook veel tijd in. Zo maakte hij een nieuwe folder met informatie en nieuwe recepten. “Dat zou de verkoop moeten helpen in andere verkooppunten”, verklaart hij. “Ik ben momenteel ook bezig met een folder voor de kringloopwinkel in de buurt. Ze willen naast hun activiteiten ook lokale producten verkopen, en yacon hoort daarbij. We zijn ook volop op zoek naar bakkers die de yacon in hun producten willen verwerken. Ik denk dat een yaconflap wel past naast een appelflap. De appel-peer-meloensmaak zou passen en je blijft een vaste beet hebben. Yacon kan je niet kapot koken.”

Daarnaast organiseren Leo en Carine rondleidingen en workshops op het bedrijf, voor de asperge, maar ook voor yacon. “We leggen uit hoe de teelt in elkaar zit, en in de workshops maken we een hele 5-gangenmenu klaar.” En die workshops werden ook goed geboekt. “Met de lockdown is uiteraard alles stilgevallen.”

Stroop, confituur, sap en yacongin

Niet alle yaconknollen zijn goed voor de versmarkt. Er zijn de te grote en zware knollen aan de ene kant, en gebroken en kleine knollen schieten dus over. Leo en Carine besloten daarom om ze te verwerken tot siroop, confituur en sap. “De gebroken yacon en de te kleine yacon gebruiken we om sap en siroop te maken. Van de te grote yacon en grote gebroken stukken maken we confituur en gin.”

Op het bedrijf wordt het de verwerkers alvast zo gemakkelijk mogelijk gemaakt. “Er zit veel werk aan, maar zo promoten we ons product het best”, geeft Leo mee. Om de confituur en de gin te maken moet de yacon eerst versneden worden in blokjes. “We schillen de yacon hier en versnijden het met een snijmachine voor de industriekeuken. In het begin versneed ik ze zelfs in verschillende maten, zodat ze zelf konden kiezen wat voor hen het beste is. Nadat we het hebben gedrenkt in sinaasappelsap om de kleur te behouden, verpakken we het vacuüm en leveren we het zo.

De te grote en zware knollen aan de ene kant, en de gebroken en kleine knollen aan de andere kant worden verwerkt tot siroop, confituur en sap.
De te grote en zware knollen aan de ene kant, en de gebroken en kleine knollen aan de andere kant worden verwerkt tot siroop, confituur en sap. - Foto: MV

Bij het stroop maken hebben we sap gebruikt en dat maakte dat we vonden dat er ook sap gemaakt en verkocht kon worden. Dus zijn we naar iemand gegaan die sap perst, maar ook afvult en pasteuriseert. Het is een lekker sap, waarbij sap van yacon en sap van de Elstar-appel mooi gecombineerd wordt”, geeft hij mee. “En nu de horeca terug opengaat, gaan we langs die weg ook proberen om de yacon te verkopen.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Bijzondere groenten

Koen Tierens (de Plukheyde): “Wij combineren oude kennis met nieuwe technieken en afzet”

Bijzondere groenten Ooit was hij secretaris en consulent bloemisterij en snijbloemen bij AVBS (de beroepsvereniging voor de Vlaamse sierteelt en groenvoorziening), maar nu is Koen Tierens al 5 jaar bezig met zijn eigen CSA-bedrijf de Plukheyde in Kampenhout. “Ik heb meer dan 150 gewassen staan. Ik teel 70% wat mensen willen, maar bij die andere 30% doe ik mijn zin en verras ik mensen met iets dat ze niet kennen.”
Meer artikelen bekijken