De conclusie van het KMI, op basis van een terugkeerperiode van twintig jaar, luidt dat het in 150 Vlaamse gemeenten inderdaad om een uitzonderlijke situatie ging. Eerder maakte het KMI bekend dat de periode van begin mei tot 15 juni niet uitzonderlijk droog was, de voorwaarde om een dossier in het kader van een landbouwramp te kunnen opstarten. Boerenbond drong er toen bij minister Schauvliege op aan om dit voor een langere periode te laten onderzoeken. Daaruit blijkt nu dat de droogte toch als uitzonderlijk wordt gezien.
Het advies van het KMI, dat de droogte van dit voorjaar als uitzonderlijk bestempelt, is een eerste belangrijke stap in de erkenning als landbouwramp. Wij vragen nu aan de minister om snel werk te maken van de volgende stappen in de erkenning zodat er voor onze land- en tuinbouwers vlug duidelijkheid komt.
Boerenbond dringt erop aan dat de schattingscommissies hun werk blijven doen. Niet alleen in het kader van een eventuele erkenning als landbouwramp is de inventarisatie van de schade door droogte belangrijk, ook in het kader van administratieve verplichtingen en het niet kunnen nakomen van afgesloten contracten, is het verslag van de schattingscommissie en belangrijk document.
