Het Klimaatfonds wordt gevoed met inkomsten van de veiling van emissierechten (ETS) voor de industrie en de elektriciteitssector. Welk bedrag een bepaalde maatregel krijgt, is afhankelijk gemaakt van de kostenefficiëntie: de overheidsinvestering per vermeden ton broeikasgas.
Meest kostenefficiënte maatregelen krijgen grootste percentage cofinanciering
Om de broeikasgasreductie te maximaliseren, krijgen de meest kostenefficiënte maatregelen het grootste percentage cofinanciering. De verschillende bevoegde ministers moeten de maatregelen ook gedeeltelijk vanuit andere budgetten financieren. Voor de maatregelen die nu afgeklopt zijn, wordt volgend jaar dus meer dan 162 miljoen euro vrijgemaakt.
Voor broeikasgasreducties in de landbouwsector en bodemkoolstofopslag wordt ongeveer 23,9 miljoen euro aangewend. “Belangrijk hierbij zijn de natuurherstelprojecten in het kader van de Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS), met een focus op het herstel van wetlands en moerassen”, stelt Vlaams minister Zuhal Demir.
“Vooral het behoud, herstel en tegengaan van verdroging van veengebieden (als grootste natuurlijke koolstofopslagplaatsen) is van cruciaal belang in de strijd tegen de klimaatverandering in Vlaanderen.” Het gaat daarbij onder meer om de Vallei van de Zwarte Beek in Limburg en de Kleine Nete. De regering voorziet ook middelen om meer houtkanten aan te planten langs gemeentelijke en provinciale wegen via de lokale besturen.
Demir haalt nog aan dat het Vlaams Klimaatfonds in 2022 zal blijven investeren in projecten die ontwikkelingslanden ondersteunen bij het terugdringen van hun broeikasgasuitstoot en de aanpassing aan de klimaatverandering. Daarvoor wordt 7,25 miljoen euro voorzien.
