Startpagina RULA Fruit

Willy Royakkers kan zijn liefde voor braambessen doorgeven aan de volgende generatie

Vlaanderen telt maar een handvol bedrijven die braambessen telen op grote schaal. De vraag naar deze vitaminebommetjes groeit nochtans nog elk jaar en de winstmarge is voorlopig nog mooi, maar de exploderende energieprijzen zouden wel eens roet in het eten kunnen gooien van de telers. Landbouwleven ging daarom eens poolshoogte nemen in de serre van de familie Royakkers in Nazareth.

Leestijd : 7 min

Willy Royakkers startte in 2016 in Nazareth met het kweken van braambessen. “Ik zat eerder al ruim 30 jaar in een familiebedrijf in Kinrooi dat gespecialiseerd was in zachtfruit: aardbeien, bramen en frambozen. Toen het bedrijf een nieuwe indeling kreeg, zocht ik een plek om voor mezelf te starten. Ik overwoog verschillende opties en locaties en uiteindelijk vond ik in Nazareth een geschikte bestaande serre om over te nemen. Die serre werd daarvoor ingezet voor kropsla, maar daar had ik geen voeling mee. Met een paar kleine aanpassingen kon ik er een mooie serre voor braambessen van maken. Het bedrijf draait goed en inmiddels zijn mijn dochter Aline en haar echtgenoot Jonas mee in het bedrijf gestapt. Zij konden de woning net naast het bedrijf kopen en renoveren en dat is natuurlijk heel handig”, vertelt Willy.

Dat de liefde voor braambessen doorgaat op een volgende generatie is niet evident. “Dat geldt waarschijnlijk voor elke teelt: je boekt pas de beste resultaten als je dat graag doet, als je je verbonden voelt met je product. Dat ik dat kan doorgeven, maakt mij gelukkig.”

27.000 planten per jaar

Braambessen zijn in geconsumeerd volume misschien niet de populairste fruitsoort in ons land, maar er zijn ook niet veel aanbieders. Daardoor is de teelt voorlopig rendabel. Braambessen vergen wel wat kennis en inspanningen. De planten dragen enkel vruchten op tweejarig hout, niet eerder. Na het vruchtjaar terugsnoeien en met dezelfde planten een tweede of derde cyclus starten, is logistiek en inzake arbeidsinvestering minder rendabel dan telkens met nieuwe planten werken, ook al omdat de opbrengst bij een tweede cyclus minder zeker is dan bij de eerste cyclus. “Wij beginnen elk jaar met 27.000 gekochte stekplantjes, die we dan zelf opkweken tot vruchtdragende planten. Per plant kunnen we, als alles meezit, 3 tot 4 kg braambessen oogsten”, becijfert Willy.

Kunstmatige winter

“We werken met donkere koelruimtes van -1° C waar de opgekweekte planten na de winter met mondjesmaat uit gehaald worden. Dankzij die ‘kunstmatige winter’ kunnen we rijpe braambessen plukken van april tot december. Eind juli komen de laatste planten uit de koelruimte. We hebben een tijdsvenster van slechts 4 dagen om de rijpe braambessen te plukken, te verpakken en naar de veiling te brengen”, stelt Jonas. Als de laatste bessen geplukt zijn, gaan de planten naar de landbouw, waar ze als groenbemester in de grond gaan.

Na de kunstmatige winter regelen we het klimaat in de serre met de nodige warmte. De braambessenteelt is dan ook heel energie-intensief. “Zoals iedereen hopen wij dat de oorlog in Oekraïne snel voorbij is, uiteraard vanuit menselijk oogpunt, maar ook door de exploderende gasprijzen. Tot dit jaar hebben wij in groep met andere serrebedrijven een voordelige vaste gasprijs kunnen bedingen, maar voor volgend jaar moet er opnieuw onderhandeld worden met de leverancier. Als we de huidige prijzen voor gas afzetten tegen wat we vandaag betaald krijgen voor onze braambessen, dan moeten we andere oplossingen zoeken. Meer betaald krijgen voor onze producten is niet eenvoudig. Wij bieden het grootste deel van de productie aan via de veiling in België en Nederland en daar is het vooral de retail die de prijs bepaalt. Er is daar geen minimumprijs”, beseffen Willy en Aline.

Lekker & lokaal

Er is bovendien concurrentie uit Spanje en Portugal. “Daar moeten ze minder verwarmen om braambessen te kweken, maar de kosten voor energie, gekoeld transport en arbeid stijgen er wel bijna net zo sterk als hier.

Na een kunstmatige winter in de koelruimte worden de planten overgebracht naar de serre.
Na een kunstmatige winter in de koelruimte worden de planten overgebracht naar de serre. - Foto: FVDL

We zien wel dat sinds de coronapandemie de Belg de weg naar de lokale producten heeft weten te appreciëren. Daar zijn we heel dankbaar voor! Op die manier bekomt de eindklant bovendien ook de meeste vitaminen, omwille van de versheid!”

Om het zachtfruit op zijn best mogelijke manier aan te bieden, worden braambessen in kleine porties van 125 g aangeboden.

Energiekosten

In de rangorde van de kostenstructuur stijgt de energie nu een paar plaatsen, maar voor het onderhoud van de planten en zeker voor het plukken heb je veel handenarbeid nodig. Dan zijn er nog de meststoffen, die plots ook veel duurder zijn, en de aankoop van de jonge plantjes.

Willy ziet wel oplossingen voor de aanhoudende prijsstijgingen inzake energie. “We kunnen misschien iets later beginnen met de planten van de koeling naar de verwarmde serre te halen. Dat zal in de verwarmingskosten wat verschil maken, terwijl koelen natuurlijk ook niet gratis gebeurt. Als we later starten, zullen we misschien niet zoveel kunnen oogsten. Het wordt vermoedelijk een moeilijke periode, want met de inflatie snijden de consumenten vaak als eerste in hun voedingsbudget, eerder dan in het budget voor reisjes of kledij, en dat is nadelig voor een relatief dure fruitsoort als braambessen.” Omdat braambessen niet zo’n grote nood hebben aan veel licht, kunnen zonnepanelen op het dak van de serre mogelijk helpen om de energiefactuur van het bedrijf te verlichten. Daarbij hopen ze dat de consument zijn/haar gezondheid voorop blijft stellen in zijn budget.

Bijna biologisch

Niet enkel inzake energie zoekt de familie Royakkers naar duurzame oplossingen. “Wij verbruiken ongeveer 20 miljoen l regenwater, wat wordt opgevangen in het regenbassin. Dit jaar, met de lange droge zomermaanden, hebben we minder regenwater dan verwacht. Alle water dat niet opgenomen wordt door de planten, vloeit terug, wordt gezuiverd met ultraviolet licht en hergebruikt. Voorts doen we in de serre een beroep op uitgezette bijen voor het bestuiven van de planten. Schadelijke insecten bestrijden we met uitgezette nuttige insecten. Chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken we slechts uitzonderlijk. Ik vermoed dat we heel dicht tegen de normen voor biologische teelten zitten. De grootste drempel daarvoor is, net als bij heel wat serreteelten, dat we met planten in potten werken en niet met planten in volle grond. Vanuit ons oogpunt zijn potten nochtans ook heel duurzaam, omdat je het overtollige water kan opvangen en hergebruiken en omdat je meer controle hebt over alle teeltomstandigheden. Zelfs de potten worden hergebruikt!”, zegt Aline.

De familie Royakkers heeft in Nazareth afgerond 24.000 m² serres. “Op dit moment werken wij uitsluitend met de braambesvariant Loch Ness. Die biedt een mooie, volle vrucht met een lekkere, zoete smaak. Wij kijken wel uit naar nieuwe varianten. De eindconsument houdt van zoete braambessen en een nog zoetere variant is dan altijd welkom, of een variant met een hogere opbrengst aan braambessen per plant of een variant waarvan de braambessen sneller kunnen geoogst worden…” Een extra fruitsoort of een uitbreiding van de activiteit op een andere locatie is voorlopig niet aan de orde voor de onderneming uit Nazareth. Vooral met de energiecrisis is het volgens de familie veiliger om nog even de kat uit de boom te kijken.

Braambessen en ijs in de automaat

Bijna alle braambessen worden aangeboden via de veiling. Een klein deel gaat naar de eigen automaat. “De verkoop via de automaat draait goed. Aan de overkant van de weg is er een populaire aardbeienautomaat en we zien dat we voor elkaar klanten aanbrengen. Wij hebben naast onze eigen automaat met braambessen nu ook een automaat met ijs van ijssalon Kreem uit Deinze en dat is een interessante aanvulling. Wie weet verschijnt er in de toekomst roomijs met het sap van onze braambessen.”

Braambessen worden gemiddeld minder gekocht dan aardbeien of frambozen, maar de fruitsoort groeit nog in volume en zeker in waarde per volume. Behalve in taarten, desserts en confituur, krijgen ze steeds vaker een plaats in het ontbijt van de Belg en zelfs in cocktails. “De Vlaming eet gemiddeld slechts een paar braambessen per jaar. Dat kan zeker nog beter. Pieken in de vraag zijn moeilijker om te beheersen. Wij kunnen nauwelijks spelen met het moment dat de planten van de koeling naar de serre gaan of met het tijdsvenster voor het plukken. Ook inzake capaciteit van de plukkers is er weinig speelruimte. Wij volgen het ritme van de seizoenen en van de veiling en daar zijn we heel tevreden mee”, besluit de familie Royakkers.

Bijna alle braambessen van het bedrijf in Nazareth worden aangeboden via de veiling.
Bijna alle braambessen van het bedrijf in Nazareth worden aangeboden via de veiling. - Foto: FVDL

Areaal en verbruik groeien

Via het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) kregen we een pak informatie over braambessen in Vlaanderen. In 2007 werd slechts 10 ha braambessen geteeld in ons land. In 2021 was dat gegroeid tot 52 ha. De productie stijgt uiteraard mee: van 240 ton in 2006 tot 1.872 ton in 2021. De opbrengst per ha schommelt van jaar tot jaar: de laagste ratio werd opgetekend in 2010, met 19 ton per ha. Het beste jaar was 2018, met 39 ton per ha.

De productie stijgt, omdat de vraag naar braambessen groeit. We komen van 0,005 kg per jaar per inwoner in 2008 en vorig jaar was dit reeds 0,029 kg per jaar per inwoner. De groeisprong werd gerealiseerd in de jaren 2013 tot 2015.

Ook interessant is het profiel van de braambessenconsument. In Wallonië lusten ze braambessen veel minder graag dan in Vlaanderen en Brussel. De consumenten die de meeste braambessen kopen, zijn alleenstaanden en welgestelde gezinnen met kinderen. In ons land vormen de klassieke supermarkten (Colruyt, Carrefour…) met een marktaandeel van bijna 60% het belangrijkste distributiekanaal. De hard discount (Aldi en Lidl) is goed voor 25%. De verkoop op hoeves en boerenmarkten is volgens de meest recente cijfers goed voor 2% van de distributie. In het coronajaar 2021 verdubbelde dat laatste aandeel tot 4%.

Filip Van der Linden

Lees ook in RULA Fruit

Familie Derwael, een eeuw ervaring in fruitteelt

RULA Fruit In hartje Haspengouw, in het Limburgse Borgloon, ligt het fruitbedrijf van de familie Derwael. Ze zitten er op de beste fruitteeltgronden van België, namelijk zware leemgronden. Het familiebedrijf is dit jaar 100 jaar jong. De derde generatie staat aan het roer en de vierde generatie treedt hen stilletjes aan bij.
Meer artikelen bekijken