Enkele van de nieuwe rassen zijn een kruising met Innovator of behoren tot hetzelfde marktsegment. Omwille van deze redenen is ook Innovator één van de referenties. Belangrijk is zijn resistentie tegen Globodera pallida (pathotype 2 en 3). In 2021 vormde Innovator slechts 9 knollen per struik, wat niet abnormaal is voor dit ras, ondanks een hoger stengelaantal (5,6). Pas op: Innovator is enorm gevoelig voor metribuzin! Dit ras kent doorgaans een zeer vlotte opkomst en start vroeger met afrijpen dan Fontane.
We weten dat Innovator vaak een lagere opbrengst haalt dan Fontane. In 2021 was dit over de 3 rassenproeven heen zo’n 5% of dus 54,3 ton/ha (+35mm zonder afval). Na aftrek van 20% haalde Innovator een praktijkopbrengst van 43,4 ton/ha. Met 86% van zijn opbrengst behorend tot de +50mm haalde Innovator een mooie grofte. Dit ras vormt veelal langere knollen ten opzichte van Fontane, maar in de rassenproeven 2021 was het verschil niet zo groot.
In veel jaren zien we bij Innovator een laag onderwatergewicht. Dit was in 2021 niet anders, met een gemiddelde van slechts 359 g/5kg met 5% drijvers. Ondanks zijn lage onderwatergewicht lag zijn blauwgevoeligheid niet zo veel onder het gemiddelde van alle friet rassen, dit zien we wel vaker bij Innovator. Zoals we van Innovator gewoon zijn, was zijn frietkwaliteit zeer goed en zagen we op elke proefplaats ook een (zeer) goede smaak na het koken. Daarmee was het ras zelf de beste van alle beproefde frietrassen.
Innovator is wel gevoeliger voor schurft op de knollen. Ook roest (interne bruinverkleuring) komt wel eens voor bij Innovator, zeker op de lichtere en/of drogere gronden. Dit kwam niet terug op de proeflocaties 2021. Op één perceel werden wel meerdere holle knollen gevonden.