De agrovoedingsketen stelt in Vlaanderen 60.000 mensen tewerk en staat garant voor een omzet van zo’n 38,5 miljard euro. 30% van die banen wordt nu bedreigd, net zoals 30% van de bijdrage aan het bruto binnenlands product van de dierlijke agrovoedingsketen. De organisaties vragen dat de Vlaamse regering zeer dringend werk maakt van een degelijk PAS-beleid. Het recent afgesloten stikstofakkoord is volgens hen geen goede aanzet.
Op naar een doordacht stikstofbeleid
“Waar landbouwers momenteel vooral nood aan hebben, zijn sectoriale doelstellingen”, zeg Matti Lammers, provinciaal secretaris van Boerenbond Antwerpen. “Die doelstellingen moeten leiden tot brede maatregelenpakketten zodat elke landbouwer, ongeacht bedrijfsmodel, de mogelijkheid krijgt oplossingen te kiezen die passen binnen zijn bedrijfsvoering, bedrijfsmodel en toekomstvisie. Door elk bedrijfsmodel toekomst te bieden, kan ook de diversiteit in toeleveranciers en afnemers behouden blijven. het stikstofakkoord geeft onvoldoende inhoud aan doelstellingen per sector.
Vervolgens moeten landbouwers ook de kans krijgen om te innoveren. Ze willen wel, maar mogen en kunnen vaak niet binnen het huidige beleid. Waar innovatie in de industrie met open armen onthaald wordt, wordt het voor veehouderijen bijna onmogelijk gemaakt om te innoveren. Door het ontbreken van een proefstalregeling en een wetenschappelijk comité dat innovatieve technieken moet evalueren, is het momenteel onmogelijk om nieuwe technieken goed te keuren. Daardoor ontbreekt momenteel elke stimulans en kans om te innoveren.
In 5 specifieke gebieden die het meeste lijden onder stikstofneerslag, waaronder het Turnhouts Vennengebied, worden nog bijkomende maatregelen getroffen die zorgen voor een gigantische onzekerheid. Een heel grote en dynamische landbouwstreek wordt zo in haar voortbestaan bedreigd zonder grondige onderbouwing.”
Sterke getuigenis
Pluimveehouder Gunter Klaasen woont in Ravels en dreigt zijn gloednieuw bedrijf te moeten stopzetten door een invloed op het Turnhouts Vennengebied. Zijn getuigenis was erg pakkend.
Gunter en zijn vrouw namen 7 jaar geleden het pluimveebedrijf van zijn ouders over. Ze namen beiden ontslag op hun toenmalige job en verkochten hun zelfgebouwde huis om op de boerderij te gaan wonen. Al hun spaargeld ging naar de verbouwingen en de verduurzaming van het bedrijf toen ze 2 jaar geleden zonder enig probleem een nieuw vergunning kregen. Samen met hun 2 kinderen waren ze klaar voor een de toekomst, tot ze de maatregelen binnen nieuwe stikstofakkoord te horen kregen. Hun wereld stortte in.
“Mijn vrouw en ik maakten 7 jaar geleden de grootste beslissing van ons leven en maakten een hele ommedraai om het pluimveebedrijf van mijn ouders als derde generatie verder te zetten. De nieuwste stallen waren toen ondertussen al 30 jaar oud, dus vroegen we een nieuwe vergunning aan.
We hebben toen een heel duurt milieueffectrapport (MER) van zo’n 30.000 euro laten opmaken waarin onder andere de impactscore berekend wordt. Het rapport gaf aan dat we een impactscore hadden van 3,57%, wat betekende dat we een groen bedrijf hadden. Ook de impact op onder andere het Turnhouts Vennengebied staat daarin beschreven, en we kregen zonder enig bezwaar een vergunning.
Toen zijn we beginnen bouwen en zijn we gigantisch grote investeringen aangegaan”, vertelt Gunter met een krop in de keel. “We bouwden ammoniakemissiearme stallen met de nieuwste technieken en daglicht langs de zijkanten. We toverden met kei hard werken een oud bedrijf om in een supermodern bedrijf gericht op duurzaamheid en dierenwelzijn.
Onze nieuwste stal is nog maar één jaar oud. Al ons geld zit in ons bedrijf, want ons bedrijf is rendabel. Je kan je dus voorstellen hoe hard wij schrokken toen we plots het nieuws kregen dat de kans groot is dat we ons bedrijf moeten stopzetten. Een stal begint pas geld op te brengen na 20 jaar. Dus als ik nu al moet stoppen, betekent dat dat ik op dit moment voor niets aan het werken en afbetalen ben. Een vergunning is vandaag dus niets meer waard. Waar doe ik het nu dan nog voor? En wat is de restwaarde nog van ons bedrijf als we het zouden verkopen? Helemaal niets.”
Duurzaamheid en dierenwelzijn
“Vlaanderen produceert voedsel aan de strengste normen”, gaat Gunter verder. “Er zijn enorm veel controles, en dat is alleen maar positief. In weinig andere landen is de voedselveiligheid zo groot. Ook de voedselzekerheid én –betaalbaarheid zijn niet gegarandeerd als wij moeten stoppen. Ik begrijp niet waarom de regering ervoor kiest afhankelijk te worden van het buitenland voor onze voeding.
Op vlak van dierenwelzijn had ik een langetermijnvisie, want naast de nieuwste snufjes en het daglicht in de stal, wilde ik ook nog een wintertuin aanbouwen voor de kippen. Dat zijn begrippen waar men in het buitenland nog maar amper over gehoord heeft. Bij import van vlees zal het dierenwelzijn dus enkel en alleen achteruit gaan.
Als laatste bied ik met mijn bedrijf ook meer mensen een job dan men denkt. Denk maar aan de voerfirma’s, de broederij, en elke andere erfbetreder. Mijn bedrijf(je) zorgt in het slachthuis zelfs gedurende één week per jaar voor werkgelegenheid .
Het gaat bij rode en oranje bedrijven vaak over gezonde, moderne en rendabele bedrijven. Ons financieel plan klopte. Ik zeg klopte, want als we moeten reduceren zullen we verlies maken. Eigenlijk is er over heel het Vennengebied helemaal geen toekomst meer voor landbouw. Als de drempelwaardes niet worden herbekeken, is het voor de landbouw in Turnhout en grote omstreken gedaan”, sluit Gunter emotioneel en gefrustreerd af.
Wake-up-calls
Er gingen reeds 3 ‘wake-up-calls’ door bij de loonwerker Willemse in Ravels, de firma Luyckx in Brecht en AndersBeton in Grobbendonk. De allergrootste opkomst was er op 4 april in Merksplas, met ook een aanwezigheid van 15 mandatarissen. Ook Lode Ceyssens, Boerenbondvoorzitter vanaf mei, was aanwezig.
“Ik ben blij om zoveel ketenpartners bij elkaar te zien, zodat het duidelijk wordt dat het stikstofakkoord niet enkel invloed heeft op de landbouwers zelf”, zegt Ceyssens. “Ik roep elke werknemer in heel de keten op om vanaf 19 april, wanneer het openbaar onderzoek in gang treedt, zijn/haar bezwaar mee kenbaar te maken.”
De actie werd georganiseerd door Boerenbond, Groene Kring, Ferm voor agravrouwen, ABS, BCZ, BFA, Febev, Fevia Vlaanderen, Fedagrim en Fenavian.