Startpagina Actueel

Van kweek tot verkoop op dezelfde weide

Het is niet evident om vandaag de dag een nieuw landbouwbedrijf te beginnen. De meeste starters zetten het bedrijf van hun ouders voort. Wiebe Vermiesch (25) moet een generatie verder teruggaan om landbouwers te vinden in de familie. Hij startte dit jaar in Deurle (Sint-Martens-Latem) een kippenkwekerij met nadruk op de korte keten. Voor de Week van de Korte Keten polste Landbouwleven even naar zijn Graskiekensverhaal.

Leestijd : 5 min

A ls kind was Wiebe al gefascineerd door de landbouwbedrijven van zijn grootouders. “Ik hielp waar ik kon en mocht. Mijn ouders kozen voor zichzelf voor een job buiten de landbouw, maar bij mij is die fascinatie blijven hangen. Ik studeerde bedrijfsmanagement, wou reizen en samen met die passie voor landbouw ben ik zo via via in Australië terechtgekomen, waar ik een paar maanden werkte op een familiaal akkerbouwbedrijf met 7.000 ha in eigendom. Op dorre grond telen ze daar tarwe, gerst, kikkererwten en canola (lijkt een beetje op koolzaad). Met 2 maaidorsers met elk een maaibreedte van 15 m breed haalden we op 1 dag de oogst binnen van 250 ha. Daarna trok ik naar Nieuw-Zeeland om te werken voor een grote producent van aardappelen en ajuinen. Het was leuk werk en het betaalde goed , maar toch knaagde er iets. Je kan die landbouwers daar weinig verwijten, maar het businessmodel wringt.”

50 kippen zitten in een ren van 10 m² die elke dag verschoven wordt naar de volgende positie.
50 kippen zitten in een ren van 10 m² die elke dag verschoven wordt naar de volgende positie. - Foto: FVDL

Alles zelf doen

Terug thuis was er corona en vond hij een job bij een materieelverhuurder voor de bouwsector. “De droom van een eigen landbouwbedrijf was er wel nog steeds. Ik had voor mezelf uitgemaakt dat het iets met dieren zou worden. Met hoge grondprijzen en een beperkte voorkennis over landbouwtechnieken, kwam de keuze op het houden van vleeskippen. Daarvoor heb je maar een beperkte oppervlakte nodig en de return on in vestment komt relatief snel. Om het verdienmodel helemaal te optimaliseren, wil ik alle schakels tussen mezelf als boer en de consument weghalen. Ik kweek de kippen, slacht ze zelf, verpak ze en verkoop ze zelf rechtstreeks aan de klant. En dat gebeurt allemaal op dezelfde weide. Veel korter wordt de keten niet”, stelt Wiebe.

“Mensen zijn soms verbaasd als ze horen dat ik start met een kippenboerderij, vooral nu in het stikstofakkoord staat dat Vlaanderen het totale aantal kippen naar omlaag wil. Ik zie evenwel geen probleem, want de filosofie achter de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) en mijn eigen filosofie kloppen: minder produceren, maar op een andere manier. En ik merk dat in de korte keten het respect voor de boer als voedingsproducent sterk terugkeert.”

Wiebe’s plan is om op een iets grotere oppervlakte snel op te schalen naar 5.000 kippen per jaar.
Wiebe’s plan is om op een iets grotere oppervlakte snel op te schalen naar 5.000 kippen per jaar. - Foto: FVDL

Opschalen

De kippen van Wiebe leven buiten in mobiele kippenrennen. Met 50 zitten ze in een ren van 10 m², die elke dag verschoven wordt naar de volgende positie. De kippen kunnen schuilen voor regen en wind en blijven (voorlopig) ziektevrij, omdat ze in de open- lucht leven en vaak wisselen van omgeving. Dit jaar zal Graskiekens alles samen 500 kippen kunnen verkopen. “Voorlopig is dit nog een bijberoep, maar het plan is om dit op een iets grotere oppervlakte snel op te schalen naar 5.000 kippen per jaar. In vergelijking met industriële kippenkwekerijen is dat nog steeds kleinschalig, maar dat zou het begin zijn om van Graskiekens mijn dagjob te maken.”

De kuikens haalt Wiebe bij Pluimvee Moeykens, op wandelafstand van het Graskiekensveld. “Ik koos voor Noord-Hollandse blauwe en Kabir-kippen, 2 traaggroeiende rassen die robuust genoeg zijn om constant buiten te leven en die lekker vlees met een mooie structuur opleveren. Inzake ras ben ik nog aan het zoeken welk ras het beste resultaat oplevert. De kippen eten vooral gras en insecten uit het gras en worden bijgevoerd met een klassieke groeimix. Elke ren heeft een eigen watertank. Mijn kippen hebben dubbel zoveel tijd nodig als in de klassieke kippenkwekerijen om op hetzelfde gewicht te komen, maar de eindklant wil er in verhouding ook dubbel zoveel voor betalen.”

Opties

De verkoop loopt goed en de reacties van de klanten zijn positief. “Ik kan mijn bereik nog wel wat vergroten. Ik bekijk nog een aantal opties, zoals het systematisch gaan beleveren van biowinkels in de buurt, verkoop op de nog aan populariteit winnende boerenmarkten, het zelf verwerken van het kippenvlees tot producten met een hogere toegevoegde waarde of zelfs een eigen eetgelegenheid. Het is daarbij niet enkel het financiële plaatje dat moet kloppen, ik moet het ook met genoeg goesting doen. Dat kan je maar testen door het effectief te proberen.”

Door de kippenmest van één dag en minstens 60 dagen bodemrust groeit het gras (rechts) veel sneller en kleurt het mooi groen in vergelijking met het gras waar nog geen kippen op liepen.
Door de kippenmest van één dag en minstens 60 dagen bodemrust groeit het gras (rechts) veel sneller en kleurt het mooi groen in vergelijking met het gras waar nog geen kippen op liepen. - Foto: FVDL

Schaalvergroting betekent hogere kosten. “Op dit moment zijn de kosten en de inkomsten nog beperkt. Zodra ik ga opschalen, moet ik gaan investeren. Een koelcel, een schuur, misschien een vaste slaapplaats binnen om tijdens de winter verder kippen te kunnen kweken, instappen in een label … Mogelijk komt dan een coöperatieve in beeld of ga ik samenwerken met andere boeren uit de regio.”

Noord-Hollandse blauwe en Kabir-kippen zijn twee traaggroeiende rassen die robuust genoeg zijn om constant buiten te leven en die lekker vlees met een mooie structuur opleveren.
Noord-Hollandse blauwe en Kabir-kippen zijn twee traaggroeiende rassen die robuust genoeg zijn om constant buiten te leven en die lekker vlees met een mooie structuur opleveren. - Foto: FVDL

Mobiel slachten

Het slachten doet Wiebe zelf. “Ik richtte een zeecontainer in als mobiele slacht-unit en daarin slacht ik zelf volgens de strikte regels van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Zo vermijd ik transportstress. Ik hoor dat er veel vraag is naar dergelijke mobiele slachtunits bij biokwekers en hoeveslachterijen, maar het is niet dat ik daarvan mijn beroep wil maken. Mijn hart ligt dichter bij het boer-zijn dan bij het slachten.”

Graskiekens heeft een eigen mobiele slacht-unit.
Graskiekens heeft een eigen mobiele slacht-unit. - Foto: FVDL

“Ik ben begonnen op een mager grasveld. Wat je ziet, is dat door de kippenmest van één dag en minstens 60 dagen bodemrust – zonder kippen – het gras veel sneller groeit en mooi groen kleurt. Dat zou niet lukken als de kippen helemaal vrij zouden rondlopen. Dan heb je die rust niet die de bodem nodig heeft en zou de bodem snel uitgeput geraken. Voor het tegengaan van de vogelgriep is het zelfs niet toegestaan dat de kippen helemaal vrij zouden loslopen.”

Voor Wiebe stopt het verhaal niet bij nog meer kippen. “Op de lange termijn denk ik aan een systeem van natuurbeheer met mobiele afrastering. Dan maak je een cyclus waarbij je eerst jong rundvee, dan schapen, dan kippen en dan varkens op een bepaald stuk terrein laat fourageren. Doordat die wintervaste kuddes elk op een andere manier eten en bemesten bouw je een mooi ecosysteem op.”

Er is nog één belangrijke klant die Wiebe nog moet overtuigen. “Mijn vriendin staat helemaal achter Graskiekens als project, maar voorlopig is ze nog vegetariër. Ik hoop dat ik haar snel kan overtuigen om toch samen een lekker stukje kip te eten.”

Filip Van der Linden

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken