Dàt antwoordde Vlaams landbouwminister Jo Brouns (cd&v) in de Landbouwcommissie van het Vlaams Parlement op 12 oktober op vragen en bedenkingen van commissieleden Stefaan Sintobin (VB), Arnout Coel (N-VA) en Bart Dochy (cd&v.)
Een levensvatbaar inkomen, rechtszekerheid en toekomstperspectief behoren tot de hoofdbekommernissen van de jonge generatie landbouwers.
Aandacht voor natuur
Minister Brouns bevestigt dat vandaag veel aandacht gaat naar de Europese natuurregelgeving. Die wordt vaak als bedreigend ervaren, maar de problematiek is ruimer. Het is volgens Brouns eerder een samenspel tussen verschillende factoren, waarbij de globalisering een belangrijke rol speelt. Hierdoor komt het familiale landbouwmodel, dat zo kenmerkend is voor de Vlaamse land- en tuinbouw, in toenemende mate onder druk.
Brouns stelt vast dat er vaak te weinig aandacht besteed wordt aan de socio-economische situatie in de sector. Dat veroorzaakt steeds meer bezorgdheid.
De minister gelooft sterk in de toekomst van de jonge Vlaamse land- en tuinbouwers. Hij ontmoet op het terrein veel veerkrachtige jonge landbouwers. Hij verwijst bovendien naar de bijzondere aandacht die voor hen verankerd is in het regeerakkoord.
In de Vlaamse krachtlijnen van het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB), die in 2019 geformuleerd werden, komt dat naar voor.
Krachtlijnen
Brouns vestigt de aandacht op 2 van die krachtlijnen. ‘Ondernemerschap en vakmanschap stimuleren voor een dynamische, meer weerbare en duurzame land- en tuinbouwsector in samenhang met haar natuurlijke omgeving en de maatschappelijke context’, is er daar een van.
Een tweede luidt als volgt: ‘Aandeel aan instromers in de land- en tuinbouwsector verhogen met aandacht voor een kwalitatieve opstart.’
Brouns: “Hiermee zijn we in Vlaanderen volop aan de slag gegaan om sterke maatregelen uit te werken voor de komende 5 jaar.” De minister heeft gepleit om het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) om te vormen tot een sterk ondernemingsfonds. Dit uit zich onder andere in voorwaarden die dit ondernemerschap niet in de weg staan, maar ook in verdere stappen die gezet worden in het aanmoedigen van verduurzaming.
Niet vergeten
Minister Brouns benadrukt dat jonge landbouwers niet vergeten worden. De verhoogde VLIF-steun voor jonge landbouwers voor de meest duurzame investeringen, die al in de GLB-overgangsjaren 2021 geïntroduceerd werd, blijft verder bestaan (zie ook p 4). Binnen de rechtstreekse betalingen wordt een verhoogde steun voor jonge landbouwers voorzien. Daarnaast hebben jonge landbouwers toegang tot de reserve van betalingsrechten.
In deze context haalt minister Brouns de hervormde interventie- opstart en overname van landbouwbedrijf door jonge landbouwers aan. De maximale subsidie wordt opgetrokken van 70.000 naar 100.000 euro. Er worden nieuwe mogelijkheden gecreëerd door bijvoorbeeld de heringebruikname van een bedrijf mogelijk te maken dat een tijdje niet meer in productie was. Om deze instroom mogelijk te maken, wordt toegelaten om het overnameproces meer geleidelijk te maken en is het ook mogelijk om het te combineren met maximum een halftijdse job als werknemer.
Via starterscursussen en via nieuwe mogelijkheden om de overname van een bedrijf te begeleiden zet het Agricultural Knowledge and Innovation System (AKIS) versterkt in op de jonge landbouwers.