Uit de jaarlijkse evaluatie van de oppervlaktewaterkwaliteit van de Vlaamse Milieumaatschappij blijkt dat de waterkwaliteit in landbouwgebied er al enkele jaren niet meer op verbetert.
Het aantal meetpunten met een te hoge nitraatvervuiling is het afgelopen jaar al voor het vierde jaar op rij min of meer onveranderd gebleven, met een overschrijding op 21 procent van de 760 meetpunten. De doelstelling om dat tegen 2018 terug te dringen tot 5 procent, is niet meer haalbaar, zegt de VMM donderdag in haar rapport.
In West-Vlaanderen is de vervuiling nog groter. De provincie kleurde op 37 procent van de meetpunten rood, in het IJzerbekken was dat zelfs voor de helft van de plaatsen het geval, een stijging met 12 procent in vergelijking met het vorige jaar.
"Het is een uitgemaakte zaak: het Mestactieplan zal de doelen voor 2018 niet halen. Te veel mest door te veel dieren en een te intensieve groenteteelt zorgen ervoor dat het West-Vlaamse water over het algemeen te veel mest bevat", reageert WMF. "Hoewel er miljoenen aan maatschappelijke middelen worden geïnvesteerd in het mestbeleid, blijven de West-Vlaamse rivieren ondermaats presteren."
De Milieufederatie wijst de industriële veetelt en de groenteteelt met de vinger. "De bron van het probleem is het overaanbod aan mest. Willen we voortuigang boeken, dan moet de West-Vlaamse veestapel krimpen en moet de groente-industrie rekening houden met de draagkracht van de bodem", klink het.








