Voor bio-eieren krijg je een goede prijs, dat is wat Geert Seynaeve ervaart. En voor bio kiezen, is kiezen voor diervriendelijkheid: ruimte dus. Binnen mogen slechts 6 kippen per m² (bij gangbaar 9 kippen per m²). Bij buitenloop wordt gerekend dat per hectare 2.500 kippen mogen zitten, en er moeten meer uitloopopeningen zijn. Verder mogen geen chemische sproeistoffen gebruikt worden bij voedselproductie en op de buitenloop. Het lastenboek vindt u op ‘bio en de wet’.
Omdat je geen antibiotica mag gebruiken moet men de kippen vaccineren. Dat is nodig omdat ze buiten aan alles worden blootgesteld. Antibiotica is slechts beperkt mogelijk (als je niet anders kunt) en enkel op voorschrift. Daarom is het goed om geregeld de dieren te observeren of er niets mis is. Ook kan men voeding bijsturen via vitamines en extra vezels. Verder is snavelkappen verboden. Men kan ook voor robuuste sterke rassen kiezen, in plaats van voor kippen die sterke eieren geven. Wat ook goed is voor dierenwelzijn is het gebruik van afleidingsmateriaal zoals extra klaver of pikstenen. Nuttig is ook schrikdraad tegen vossen. Beplantingen helpen om de kippen buiten te doen komen en zorgt onder andere voor schuilplaatsen. Ontwormen mag, maar beperkt en na voorschrift van de veearts.
De mestafzet is grondgebonden. Biomest moet naar eigen bioakkers gevoerd worden om de kringloop te sluiten. Probleem is echter dat het veel stikstof bevat dat snel beschikbaar is, veel fosfor en weinig kali. Het is dus niet zo gegeerd. Heb je geen eigen bio-grond dan moet het naar biotelers in de omgeving.
De prijs voor de eieren wordt afgesproken met de eierhandelaar voor elke ronde, en dat vanaf dat de eieren 53 g wegen. Er wordt wel een verschil gemaakt in prijs met de grootte van het ei. Er is voorlopig nog plaats op de Belgische afzetmarkt, want de grootwarenhuizen verkiezen ook de Belgische eieren. Momenteel zijn er zo’n 480.000 biologische leghennen en dat aantal is nog stijgende. Als je wil beginnen informeer je je best bij de eierhandelaar en probeer je contact vast te leggen voor drie ronden. Die weet ook te zeggen of er overaanbod zal zijn in de toekomst, en of er een extra biokippenboer nodig zal zijn. “Biovleeskippen zitten in een prijsgarantiesysteem. Je bent zeker van je marge en de afzet van het vlees”, weet Stefan d’Hulster te vertellen, een biovleeskippenhouder. Belki in Aalst is de speler voor Vlaanderen. Op dit moment blijft de marktvraag groeien, wat positief is.
Als bioboer kan je je verwachten aan controles. Zo is er het lastenboek van FAVV, maar ook die van de retailers. “En er is weinig ruimte voor afwijking”, vertelt hij. De weide kan je omschakelen in zes maand, als er niet op is gespoten of bemest het laatste jaar. De omschakelperiode is 12 maanden voor een weide en 24 maanden voor akkers.
Leeftijd bij vleeskippen: minimaal 70 dagen want de moederdieren zijn niet bio. De kuikens leven 70 dagen op biovoer in een bio-omgeving, en vanaf dan zijn ze officieel bio. Er is een maximum van 4.800 kuikens per stal en een maximum van 16.000 dieren per bedrijf.
