Antibioticaresistente bacteriën zijn ongevoelig voor bepaalde antibiotica. Dat maakt een infectie met zulke resistente kiemen moeilijk tot zelfs onmogelijk te bestrijden. Omdat gebruik van antibiotica de resistentie ertegen in de hand werkt, is het nodig de antibioticaconsumptie te beperken. De dierlijke sector in België coördineert haar inspanningen via het ‘Antibioticaconvenant’, onder leiding van expertisecentrum Amcra.
Grootste daling antibiotica
Dat expertisecentrum antibioticaresistentie maakt de balans op van het gebruik en de resistentie tegen antibiotica in de dierlijke sector. In 2018 blijkt de sector de grootste winst sinds het referentiejaar 2011 te hebben geboekt: een daling van 12,8% in de aankoop van antibiotica, volgens het Belvet-SAC rapport 2018, dat de verkoopcijfers van antibiotica in de diergeneeskunde in België bijhoudt. In de eerste figuur ziet u de evolutie van het antibioticagebruik sinds 2011.
Dankzij deze winst lijkt de doelstelling van de helft minder antibiotica tegen 2020 weer haalbaar. “We zijn terug op schema aan het geraken. Er is nog werk aan de winkel, we mogen zeker niet achterover gaan leunen. We moeten nog 15% dalen, willen we ons doel halen in 2020. Maar deze cijfers geven hoop”, reageert professor Jeroen Dewulf, hoofd van Amcra.
Meer goed nieuws
Meer in detail ziet Amcra het gebruik van met antibiotica gemedicineerde voeders verder dalen, ver onder de behaalde doelstelling om het gebruik ervan met de helft te verminderen tegen einde 2017. In 2018 daalde het gebruik ervan met nog eens met een dikke 9%. Sinds het referentiejaar 2011 betekent dat een totale daling van net geen 70%. “Het is niet omdat we een doelstelling halen, dat we ze loslaten”, verklaart Dewulf.
Op 1 mei dit jaar stopte de mengvoederindustrie met de productie van met colistine gemedicineerd voeder, maar vorig jaar al daalde de consumptie van colistine met iets meer dan 4%. Dat resultaat is een vermindering van goed 64% sinds 2012. Daarbovenop rapporteert Amcra dat de daling van het gebruik van colistine bij speenbiggen niet overloopt in een hoger gebruik van zinkoxide, integendeel. Vorig jaar daalde het gebruik ervan met 21,3%.
‘Accident de parcours’
Dit stemt bijzonder hoopgevend. Dewulf stelt echter dat er twee zorgenkindjes zijn bij de resultaten. De derde doelstelling, het gebruik van voor de mens kritische antibiotica - de zogenaamde rode moleculen - met 75% terug te dringen, is er één van. Van referentiejaar 2011 tot 2017 haalde de sector al een spectaculaire daling van 84%, onder meer dankzij een drastisch koninklijk besluit. Dit jaar is het gebruik van rode moleculen toch opnieuw gestegen, met maar liefst dik 34%.
“Sedert 2011 realiseerden we een totale reductie van 79%. Dat wil zeggen dat we de doelstelling nog steeds meer dan gehaald hebben. Het blijft een onrustbarende knik, die we nauwgezet opvolgen”, reageert Dewulf. “We zien dat het vooral gaat om fluoroquinolones in de pluimveesector. We hebben de betrokken mensen erop aangesproken en zijn ervan overtuigd dat het om een accident de parcours gaat.” De professor wil er snel acties aan verbinden.
Stijging bij kippen en kalveren
“Het tweede punt van bezorgdheid is de stijging van het gebruik van antibiotica bij pluimvee en vleeskalveren. Dat er toch een aanzienlijke daling van het totale antibioticagebruik is, komt in grote mate door de goede resultaten uit de varkenssector”, duidt Dewulf nog. “Van de hele Vlaamse dierlijke sector zit daar het meeste biomassa. Varkens tellen dus het sterkste mee.”
Dankzij de verplichte registratie in Sanitel-Med (vastgelegd in een koninklijk besluit) kan Amcra voor het eerst naar buiten komen met diersoort-specifieke gegevens. “Pas nu beschikken we over cijfers op basis van grote datasets. Die stellen ons in staat om ons beleid te targetten en gericht advies te geven”, legt Dewulf uit. De gegevens verzameld in Sanitel-Med dekken 78% van de totale hoeveelheid aangekochte actieve substantie, volgens de BelVet-SAC data. Het verschil is te wijten aan diersoorten die nog geen registratieplicht hebben.
Vleeskalveren, speenbiggen, braadkippen
Gebruik van antibiotica kan je, zoals hierboven, bekijken in termen van het gewicht van de aangewende antibiotica (in mg) ten opzichte van het gewicht van de biomassa van het dier (in kg). Op die manier wegen de varkens dus het zwaarste door. Een andere indicator is het aantal behandeldagen op 100 levensdagen van het dier, de zogenaamde BD100.
Op die manier bekeken is de top drie van sectoren met het grootste antibioticagebruik in 2018: braadkippen - met een speciale vermelding voor rode moleculen als fluoroquinolones - op drie met een mediane BD100 van 5,35; speenbiggen - een klassieker - op twee met een mediane BD100 van 16,57; en vleeskalveren op één. De mediane BD100 bedroeg bij de vleeskalveren 28,54. Dat betekent dat de helft van de vleeskalverbedrijven op 100 dagen minder dan 28,5 dagen behandelen met antibiotica, de andere helft méér. Een overzicht ziet u in de tweede figuur.
Bank vooruit met ‘benchmarking’
Wat opvalt is dat er grote verschillen bestaan tussen bedrijven, vooral bij de speenbiggen en de vleeskalveren. Dat betekent volgens Amcra dat er ruimte is voor verbetering, zonder in te boeten aan concurrentievermogen. Het kenniscentrum maakt op basis van de cijfers uit de verplichte registratie een benchmarkrapport aan per bedrijf. Daarop toont Amcra duidelijk hoe een veehouder het doet in vergelijking met zijn collega’s.
Gebruikt hij meer antibiotica dan het mediaanbedrijf, het bedrijf dat net in het midden zit qua antibioticagebruik? Hoort hij bij het staartje van extreme grootgebruikers? Zit hij comfortabel onder de mediaan? Scoort hij net uiterst laag? “De benchmarkrapporten zijn een cruciaal onderdeel van ons succes. Individuele veehouders worden geconfronteerd met de realiteit”, verklaart Dewulf.
Preventie door management
Op de vraag hoe die verbetering er dan moet uitzien, antwoordt Dewulf door op dezelfde nagel als altijd te slaan. “Het beste alternatief voor overmatig gebruik van antibiotica, is beter management. We moeten inzetten op preventie, en dan is vaccinatie niet het belangrijkste”, begint Dewulf.
Wie zijn bedrijfsvoering wil aftoetsen of verbeteren kan terecht bij de bioveiligheidstool van de Universiteit Gent, via www.biocheck.ugent.be. Wie reeds een minder gunstig rapport ontving, kan gebruik maken van de voorbeelden en sjablonen voor bedrijfsgezondheidsplannen en een plan van aanpak op de website van Amcra: www.amcra.be.
Tegelijkertijd is Dewulf geen voorstander van nulgebruik. “Dat het eens fout gaat, kan de beste overkomen. Hoe goed je management ook is, soms gaat het mis. Dan heb je antibiotica nodig. We moeten maken dat ze dan ook werken”, betoogt hij.
Minder is meer
Professor Dewulf laat geen ruimte voor twijfel: “Sectoren waar dieren veel antibiotica krijgen, tonen veel resistentie. Zowel bij vleeskalveren als bij vleeskippen zien we de resistentie tegen breedspectrumantibiotica toenemen. Vooral de bacteriële resistentie tegen fluoroquinolones tiert welig bij braadkippen. Bij de varkens zien we een enkele stijger, maar de trend is dalend. Hetzelfde geldt voor vleesvee.” In figuur drie staat de evolutie van de bacteriële resistentie tegen fluoroquinolones voor de verschillende diergroepen afgebeeld.
Een andere parallel tussen gebruik en resistentie vindt Dewulf bij colistine, belangrijk voor de menselijke geneeskunde. “Colistineresistentie bij dieren vinden we nog maar weinig terug. We zijn op de goede weg!” Amcra blijft erop drukken dat alle diersectoren blijvende inspanningen moeten leveren om een daling in resistentie te bereiken de komende jaren. “Dit is in het belang van het welzijn en de gezondheid van dier en mens.”
Edito: Veehouderij als voorbeeld voor de samenleving
Sinds 2011 gaat het om de grootste daling op één jaar tijd, zei voorzitter Jeroen Dewulf, professor aan de UGent, bij de presentatie van spectaculaire cijfers, die we verder uitdiepen. Het antibioticagebruik bij landbouwdieren is sinds 2011 nu met 35% afgenomen. Het succes komt deels op het conto van de veevoederindustrie, die sinds 2011 70% minder gemedicineerd voeder maakt.
De helft minder antibiotica tegen 2020 leek een verloren zaak, maar is plots weer een haalbare kaart. Het feit dat de resultaten van bedrijf tot bedrijf enorm kunnen verschillen zonder dat het ene bedrijf financieel veel beter presteert dan het andere, biedt perspectief.
Natuurlijk moeten we niet op onze lauweren rusten. Zoals altijd is duurzaamheid een proces dat nooit af is. In elk geval is het terugdringen van het antiobioticagebruik iets om trots op te zijn. De veehouderij ligt vaak onder vuur, maar co-reguleert zichzelf in dit dossier, de weg naar minder antiobioticaresistentie, met succes.
De cijfers staan in schril contrast met het antiobioticagebruik in de samenleving. België staat wat betreft het antiobioticagebruik bij mensen zevende gerangschikt op 76 landen, en staat derde bij de hoge-inkomenslanden, samen met Spanje en Griekenland. België zit aan 35,5 dagelijkse doses per 1.000 inwoners, buurland Nederland aan 11,1. Dankzij de publiekscampagnes sinds 2000 is de antibioticaconsumptie in ons land tussen 2000 en 2007 gedaald, maar toen hield de daling zo goed als op.
Het antibioticadossier is niet het enige dossier waar de landbouw trots op kan zijn. De sector produceert met steeds meer oog voor milieu, dierenwelzijn en energie-efficiëntie. Helaas zien burgers dit nauwelijks terug in de krantenkoppen of op de reguliere nieuwssites. Aan de sector zelf de opdracht de goede boodschap uit te dragen, zoals bijvoorbeeld de ‘Boerende Buurt’-landbouwbedrijven.