Startpagina Akkerbouw

Wintergraan na nitraatgevoelige hoofdteelt telt mee als vanggewas

De teeltcombinatie van een nitraatgevoelige hoofdteelt gevolgd door een wintergraan wordt in het kader van MAP6 beschouwd als gerealiseerd doelareaal. Het is een overgangsmaatregel die enkel voor 2019 geldt. Dat is de instructie die de Vlaamse landbouwminister Koen Van den Heuvel (CD&V) heeft doorgegeven aan de Vlaamse Landmaatschappij. De referentiepercentages vanggewassen worden ondertussen aangepast.

Leestijd : 2 min

Boerenbond en Algemeen Boerensyndicaat (ABS) benadrukken dat granen weinig nitraatgevoelig zijn en passen op erosiegevoelige percelen. Graanoogst in de zomer maakt bovendien in het najaar een groenbedekker te zaaien. Het nieuwe mestbeleid (MAP6) zet in op een uitbreiding van het areaal vanggewassen (ook wel groenbedekkers genoemd), om de uitspoeling van nitraten uit de bodem te vermijden.

Waterkwaliteit verbeteren

Met de teelt van vanggewassen kan volgens onderzoek dat aan de basis van beleid lag de waterkwaliteit het snelst verbeteren. Bij het uitwerken van de vanggewasverplichting, is ervoor gekozen om alle landbouwers in de gebieden met een slechte waterkwaliteit extra inspanningen te laten leveren. Deze zomer berekende de Mestbank voor het eerst hoeveel vanggewassen landbouwers moeten inzaaien.

De Mestbank onderzocht daarvoor hoeveel vanggewassen landbouwers de laatste drie jaren hebben ingezaaid op percelen die daarvoor in aanmerking kwamen. Dat cijfer heet het referentiepercentage. Het berekende referentiepercentage geldt voor de volledige looptijd van MAP6 en vormt de basis om het jaarlijkse doelareaal te berekenen.

Inzaaidatums

Bij het bepalen van het referentiepercentage vanggewassen, werd aanvankelijk geen rekening gehouden met de inzaaidatums van de vanggewassen in het verleden. Op de verzamelaanvragen van de referentiejaren 2016, 2017 en 2018 werden geen inzaaidatums vermeld. Daardoor is het referentiepercentage berekend op basis van het volledige areaal vanggewassen.

Hierdoor werd de referentie voor het inzaaien van vanggewassen bij veel landbouwers te hoog ingeschat. Het is immers onwaarschijnlijk dat de vanggewassen na laat geoogste teelten tijdig werden ingezaaid. Daarom zal de Mestbank het referentiepercentage vanggewassen voor een aantal teeltcombinaties nu herberekenen.

Het gaat over korrelmaïs, silomaïs, niet-vroege aardappelen en late uien, gevolgd door vanggewassen. Voor die teelten, zal het referentiepercentage worden vermenigvuldigd met een correctiefactor.

Vanggewassen
Credit: Departement Landbouw

Aangepast referentiepercentage, doelareaal

De Mestbank berekent in de loop van december voor elke betrokken landbouwer een aangepast referentiepercentage en doelareaal. Zodra die gegevens beschikbaar zijn, worden ze gepubliceerd op het Mestbankloket.

Het gerealiseerde areaal vanggewassen moet groter zijn dan of gelijk zijn aan het doelareaal. De volgende gewascombinaties tellen mee om het gerealiseerde areaal te bepalen:

- tijdelijk grasland

- teelten waarna uiterlijk 15 september een vanggewas ingezaaid werd

- niet-vroege aardappelen en maïs waarna uiterlijk 15 oktober een vanggewas ingezaaid werd

- maïs met onderzaai gras

- niet-nitraatgevoelige hoofdteelten gevolgd door een laag-risico nateelt

Lees ook in Akkerbouw

Doordacht maaibeheer: waar let ik op?

Akkerbouw Er zijn dit jaar grote verschillen in grasstand waar te nemen tussen verschillende percelen. Dat is niet verwonderlijk, gezien de grote verschillen in beheer, waartoe we gedwongen werden door deze zeer natte winter en door de natte voorjaarsperiode.
Meer artikelen bekijken