Startpagina Veeteelt

Interview met activist en journalist Caroline van der Plas: “Als we zo doorgaan, verdwijnt de landbouw uit Nederland”

Caroline van der Plas was één van de demonstranten tijdens de Nederlandse boerenprotesten in oktober. Volgens de journalist en politicus in spe is de mentaliteit ‘wat je aandacht geeft, groeit’ achterhaald. De landbouw moet de burger opzoeken en laten zien wat boeren inhoudt. De politiek? Die mag wel eens voelen dat het menens is...

Leestijd : 10 min

Nederland is in zwang van boerenprotesten. Twee weken geleden kwamen meer dan 2.000 tractoren naar het Malieveld in Den Haag om hun onvrede over een gebrek aan respect voor landbouwers aan te kaarten. De eerste boeren vertrokken al in de nacht vanuit onder meer Texel, Groningen, Friesland en Drenthe in colonnes naar Den Haag. De exodus van boeren richting de Randstad (drukst bewoond gebied van Nederland waaronder Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag) leverde een filerecord op van 1.137km.

Begin oktober trokken duizenden boeren naar Den Haag om te demonstreren voor meer respect voor hun werk. Deze week gingen ze opnieuw de straat op.
Begin oktober trokken duizenden boeren naar Den Haag om te demonstreren voor meer respect voor hun werk. Deze week gingen ze opnieuw de straat op. - Foto: AFP

Agrarisch journaliste Caroline van der Plas, die betrokken is bij de oprichting van een boerenpartij, stond ook op het Malieveld in Den Haag. Onlangs overleed haar man na een kort ziektebed, maar –tekenend voor haar veerkracht en vasthoudendheid - weerhield dat haar niet van deelname aan het protest. We spraken in Arnhem met haar over de onmacht van de Nederlandse boerenbond, de politieke desinteresse in landbouw en over hoe het beeld van de burger over de landbouw te kantelen.

U komt niet voort uit de landbouw. Hoe bent u zo betrokken geraakt bij het lot van boeren?

De sector heeft me vanaf dag één geraakt. Van 1986 tot 2004 werkte ik bij het Deventer Dagblad, nu De Stentor. Daarna kwam ik terecht bij een vaktijdschrift over vlees. Het was de tijd waarin de Partij voor de Dieren opkwam en Wakker Dier voortdurend het nieuws haalde en activisten stallen bezetten. Ik was gechoqueerd: ik zag van alles beweerd worden dat helemaal niet strookte met wat ik zag. Dat beeld werd versterkt toen ik in 2011 bij landbouwblad Nieuwe Oogst terecht kwam… ik hou niet van onrecht. Mijn moeder was een Ierse en de Ieren is door de tijd heen veel overkomen. Misschien zit het in mijn bloed.

Anders dan de Fransen hebben de calvinistische Nederlanders eigenlijk geen traditie van protesteren. Waarom ging men nu wel de straat op?

In Frankrijk is protesteren een beproefde methode. Je blokkeert een paar snelwegen, steekt wat banden in brand en voilà, de overheid belooft pakweg 300 miljoen euro. In Nederland werkt het zo niet. De politiek is misschien minder gevoelig voor protest, maar het actie voeren zit ook minder in de mensen.

Nederland is een liberaal land en men kijkt niet zo naar de overheid voor oplossingen. Plus, men denkt snel dat alles dat je aandacht geeft, groeit. Daar zit wat in maar wat heeft dat stilzwijgen van de landbouw eigenlijk opgeleverd?

Dat ze nu na 30 jaar zonder grote demonstraties wel de straat op gaan betekent dat de frustratie een kookpunt heeft bereikt. Er zit onderhuids veel algemene frustratie over regeltjes en wetten die maar over hen worden uitgestrooid, en opmerkingen van politici dat de veestapel maar moet worden gehalveerd… maar er zijn ook specifieke dossiers, zoals de stikstofproblematiek.

De Nederlandse regering wil oudere veehouderijen vlakbij Natura 2000 gebieden uitkopen, dan wel onteigenen om te voldoen aan Europese afspraken.

Ja, en op basis van rekenmodellen, want echte metingen zijn er niet of nauwelijks. In de landbouw speelt de overheid een ongelofelijk grote rol. Weinig economische activiteiten zijn zo zwaar gereguleerd. Als je als overheid reguleert niet op basis van feiten maar op basis van aannames - op rekenmodellen die anders uitpakken dan bij buurlanden - dan ben je als overheid onzorgvuldig bezig.

Landbouwers hebben decennialang heel veel maar geaccepteerd – en de boer hij ploegde voort. Nou, de boer ploegt vaak helemaal niet meer voort.

Er zijn steeds meer stoppers?

Absoluut, en dat mensen in het vrije ondernemerschap stoppen, is normaal. Het kan zo zijn dat je kinderen echt wat anders willen doen of misschien wil je zelf wat anders. Misschien krijg je het niet rond gedraaid, dat kan allemaal. Maar steeds vaker stoppen mensen niet omdat ze niet kunnen of willen. Ze stoppen steeds vaker omdat het leven als boer onmogelijk gemaakt wordt, omdat het denken vanuit de Randstad altijd maar prevaleert. Als we zo doorgaan, verdwijnt de landbouw uit Nederland.

Is dat niet wat overdreven?

Als elke dag 5 tot 7 boeren stoppen, en je bedenkt je dat er nog maar enkele tienduizenden over zijn, dan gaat het toch hard. Er zijn meer bedrijfstakken verdwenen uit ons land.

De politiek vergeet soms ook dat het hele complex van toelevering tot verwerking wel een bepaalde kritieke massa nodig heeft. We moeten ze wakker schudden voordat de landbouw maar het hele agrocomplex in de problemen komt. Het is tekenend dat een aantal bedrijven uit de sector zoals ForFarmers, Agrifirm en Kramp de acties ondersteunen.

Wat me opviel, is dat de acties worden gedragen door een aantal individuen, de actiegroep Farmers Defence Force en actieplatform Agractie dat zich financieel en moreel ondersteund weet door een aantal firma’s. LTO was als Nederlandse boerenbond nauwelijks betrokken. Een motie van wantrouwen?

Ik ken veel boeren en ik weet dat er veel onrust is binnen de gelederen van LTO. Ik weet niet of ‘motie van wantrouwen’ de juiste uitdrukking is. In elk geval zijn ze het initiatief kwijt geraakt.

Het is toch wel tekenend dat de LTO-top in Den Haag niet op het podium stond. Nu heel Nederland over de acties praat, en niet ten nadele van de boeren, durft LTO ook eindelijk wat meer te blaffen. We zijn nog niet bij het stadium bijten, maar wie weet…

Ik betwijfel of het vanaf dag één het doel was, maar wellicht kan hun afzijdigheid bij de acties van 1 oktober ze nu wel helpen. “Kijk, wij zijn veel redelijker dan onze achterban… doe zaken met ons want we houden ze niet meer tegen.”

Misschien, of de politiek denkt: LTO is niet meer de eerste aanspreekpartner.

Er worden steeds opnieuw acties afgekondigd en intern lijkt het actiefront wat verdeeld. Is het een goed idee om zo snel weer de straat op te gaan?

Natuurlijk moet je met acties enigszins de maatschappij ontwrichten, anders luistert er niemand, maar je kunt ook het sentiment tegen je krijgen... tegelijk staan de draconische stikstofplannen al snel op de rol uitgevoerd te worden. Het moet in elk geval voor de politiek duidelijk blijven dat landbouwers echt bereid zijn tot scherpe acties.

Als ex-minister Remkes (die de regering adviseerde, red) nadrukkelijk onteigening als middel op tafel legt om boeren duidelijk te maken dat het ernst is, dan moet ook de landbouw haar ernst tonen.

U bent hoofdredacteur van een aantal landbouwbladen van uitgeverij Agrio. Is de combinatie journalistiek en acties ondersteunen wel te verant-woorden?

Die vraag krijg ik vaker en volgens mij hoef je niet op te houden met denken als je journalist bent. Als journalist zal ik altijd onafhankelijk schrijven, dat is je plicht, maar ik heb natuurlijk wel een mening en ik vind dat ik die wel mag geven. Eigenlijk vind ik ook dat de Nederlandse landbouwpers het wat heeft laten liggen de laatste jaren…. We ondergaan alles maar. Ook wij danken ons bestaan aan boeren. Sportjournalisten houden ook van sport. Nou, ik hou als landbouwjournalist van de landbouw. Niets geks aan.

Het Agrarisch Dagblad werd ooit opgericht door Hylke Speerstra omdat hij vond dat het ene blad in de landbouwwereld aan de leiband van LTO liep, en het andere zich beperkte tot vaktechniek. Geldt dat nog steeds een beetje?

Het is misschien niet zo erg als vroeger maar er zit wel wat in. Die onvrede van landbouwers is te weinig aan bod gekomen en er is vooral te weinig mee gedaan, het is vaak te gedwee. Waarom schrijven vakbladen voor landbouwers over ‘megastallen’ en ‘plofkippen’. Feitelijk kloppen die termen helemaal niet. Burgers hebben geen benul van wat een ‘mega’-stal is en wat niet, of wat die omvang betekent voor het dierenwelzijn.

Van de ‘plofkippen’ denkt men vaak dat ze ploffen door toedoen van de boer, maar ze ploffen niet, ze groeien snel want het is een snel groeiend ras. Waarom neem je die actiewoorden over van mensen die je sector kapot willen maken? Je bent er toch voor de landbouwer?

Is het ook de schuld van de sector zelf dat ze in de algemene nieuwsmedia consequent achter de feiten aanloopt?

Ja, en dat schrijf ik ook regelmatig op, en dat zeg ik ook bij workshops. Communicatie is onderdeel van je vak. De landbouw neemt veel ruimte in beslag, vervult een essentiële rol voor de maatschappij en het is een stiel die maar heel weinig mensen begrijpen. Je kunt niet van mensen vragen dat ze zich tot in den treure verdiepen in wat je doet, maar je kunt ze wel af en toe wat uitleggen, vragen waar ze bezorgd over zijn, laten zien wat je doet… nog altijd realiseren te weinig landbouwers zich hoe belangrijk dat is. Ze steken duizenden euro’s in een trekker, en niks in communicatie. Terwijl communicatie aan de basis staat van je draagvlak, dus je bestaansrecht.

U bent ook betrokken bij de oprichting van een nieuwe politieke partij die – mocht het huidige kabinet de 4 jaar volmaken – in 2021 meedoet aan de Tweede Kamerverkiezingen, nl. De BoerBurgerbeweging. Is het CDA als partij voor het platteland gepasseerd?

We moeten vaststellen dat het CDA niet meer de enorme invloed heeft die het vroeger wel had. De christendemocraten zaten in vrijwel elke regering en zaten dicht op LTO. In het algemeen zie je dat mensen meer op de uitersten stemmen, en dat een middenpartij minder scoort. We hebben in Nederland ook gezien dat een partij met slechts een paar zetels maar wel een heel specifieke agenda en slimme communicatie een grote invloed op het beleid uitoefent. Ik ben het oneens met vrijwel alles dat de Partij voor de Dieren vindt, maar ze hebben voor hun achterban veel bereikt en op een aantal punten de politieke agenda bepaald. Wat zij doen voor de dieren, gaan wij doen voor de boeren.

Het moet wat anders worden dan de Boerenpartij die in 1971 zeven stoeltjes in de Tweede Kamer wist op te eisen?

Ja, want dat was een partij met veel ruzie en heel erg gericht op de landbouw alleen. Wij willen een partij zijn die het boerenbelang behartigt, maar ook een maatschappelijke beweging is van boeren én burgers. Want een grote stille meerderheid van de burgers is lang niet zo boeronvriendelijk als de krantenkoppen het soms doen lijken. De Partij voor de Dieren, GroenLinks en allerlei ngo’s zijn gewoon razendslim in het agenderen van thema’s. En ze worden onterecht gezien als onverdachte bron. Ze vechten ook voor hun baantjes. Bij een organisatie als Greenpeace gaan miljoenen om.

Is het niet onwenselijk als de Tweede Kamer verder versplintert? Is het niet beter om aansluiting te zoeken bij een partij of bij partijen die een brede maatschappelijke visie hebben over allerlei thema’s?

BoerBurgerBeweging is een middel maar geen doel, dus als we overbodig worden, prima. Maar die aansluiting ontbreekt nu grotendeels. Waar parlementsleden wel gevoelig zijn voor de landbouw, zien we te vaak dat ze door partijdiscipline worden tegengehouden. Dan zeggen ze voor A te zijn maar stemmen ze vervolgens op B.

Het CDA heeft dat ook gedaan in het stikstofdebat, om dan later terug te krabbelen. Waarom ze soms iets anders zeggen dan doen? Omdat ze anders bij de volgende verkiezingen op een onverkiesbare plaats staan, zo eenvoudig is het. Helaas slagen weinig parlementsleden erin echt zonder ‘last en ruggenspraak’, zoals de wet voorschrijft, te werken.

Achter die vele negatieve maatregelen die de landbouw opgelegd krijgt, zit uiteindelijk een negatief beeld over de landbouw. Het beeld is dat het ouderwets is, dat boeren een loopje nemen met de wet, de sector sterk vervuilt etc. Hoe krijg je dat gecorrigeerd?

Door mensen te laten zien wat je doet en vooral waarom je het doet. Kennis leidt tot begrip en begrip leidt tot draagvlak en draagvlak leidt tot bestaansrecht. Alleen als we de kennis opkrikken, kunnen we de bedrijven straks doorgeven aan de kinderen.

We kunnen niet verwachten dat burgers landbouwingenieur worden maar dat hoeft ook niet. Mensen kijken eindeloos naar kookprogramma’s zonder de apparatuur in de keuken te willen kennen. Wat ze wel interesseert, is hoe de kok een geweldige maaltijd samenstelt, zonder alle details te begrijpen.

Maar hoe dan? Toch niet elke landbouwer is geïnteresseerd in communicatie met de buitenwacht?

Elke boer zou toch een beetje zijn best moeten doen, maar ik roep eigenlijk al jaren dat de landbouw in feite een merk is. Een merk moet je neerzetten en onderhouden. Soms gaan de kosten de baten vooruit. Ik zou zeggen: landbouw, leg nou eens wat geld bijeen voor een professioneel communicatiebureau. En dan een eigen bureau dat zich onder meer fulltime stort op het corrigeren van onzin in de media en het versterken van het boerenimago. Omdat boeren het waard zijn.

Jan Cees Bron

Caroline van der Plas werd in 1967 geboren in Deventer. Ze ging meteen van de middelbare school aan de slag bij het Deventer Dagblad en zou nog jaren in de regionale pers blijven werken. In 2004 werd Van der Plas redacteur van vleesmagazine en in 2011 rolde ze de landbouwpers binnen als redacteur van Nieuwe Oogst. Ze won diverse persprijzen. Na een periode als communicatiemanager van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders, startte Van der Plas haar eigen communicatiebureau. In april van dit jaar werd Van der Plas chefredacteur bij Agrio, een grote Nederlandse landbouwuitgeverij. Van der Plas zette in 2015 BoerBurgerTweet op om een inkijkje te geven in het boerenleven. Samen met boerenzoon Wim Groot Koerkamp werkt Van der Plas aan een politieke partij, de BoerBurgerBeweging.

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken