Startpagina Veeteelt

‘Puur natuur’ centraal op gemengd bedrijf ‘t Hof van Rapenburg

‘t Hof van Rapenburg is authentiek. Dit geldt zowel voor de locatie, de uitbating én het gezin. Heidi Colman en Nic Verschelde boeren er met hun 3 kinderen in grote liefde voor hun koeien en kippen én in een sterke band met de omliggende natuur.

Leestijd : 5 min

Risicospreiding, bioveiligheid, positiviteit, boerentrots... ‘t Hof van Rapenburg in Zomergem, uitgebaat door Nic Verschelde en Heidi Colman, is méér dan de vierde generatie boeren, méér dan de Mooiste Boerderij van Oost-Vlaanderen en méér dan erfbeplanting en landschapsintegratie.

Puur natuur

Alles draait hier rond duurzaamheid. Die zit in de dagelijkse bedrijfsvoering verweven, zonder veel toeters of bellen, in alle soberheid en eenvoud: puur natuur, zoals de Vlaamse landbouw nog het best wordt omschreven. Een lange dreef van zomereiken leidt naar de mooie vierkantshoeve, waar een oase van rust én harde boerenactiviteit elkaar ontmoeten. Dit is zeker zo in de zomer, wanneer de uitgezaaide mengsels zorgen voor een kleurrijke bloemenpracht, waar ook insecten en bijen hun natuurlijke habitat terugvinden . En dan zijn er nog Nic en Heidi zelf. Samen met de drie schoolgaande kinderen wordt een gemengd melk-, vlees- en pluimveebedrijf uitgebaat.

“We hebben op vandaag een 40-tal zoogkoeien, van het uitstekende Belgische witblauw ras, daarnaast 85 melkkoeien en enkele stallen met in totaal 189.000 braadkippen”, duidt Heidi. “Mijn schoonouders, Etienne (die nog graag een handje helpt) en Monique, focusten vroeger vooral op vlees- en melkvee. Toen zij nog een ‘slapende’ vergunning hadden, is mijn latere man Nic in 1999 gestart met pluimvee. Die sector doet het goed, met ups en downs. Wat bijvoorbeeld in Oekraïne gebeurt, begrijpen we totaal niet. Landbouw wordt in handelsovereenkomsten veel te vaak als pasmunt gebruikt. Wat bij ons niet meer mag, kan daar wel. En toch wordt nog zoveel vlees vanuit die landen ingevoerd. Dat ontregelt de markt, en de prijzen. Onbegrijpelijk.”

Melkrobot is te duur

“We melken nog ‘s morgens en ‘s avonds in een 2x6-visgraat. Een melkrobot vinden we vandaag nog te duur. Zo’n robot biedt wel voordelen, zoals 3x melken per dag en flexibelere uren, maar voor ons is dit nu voorlopig geen optie.” In de akkerbouw is er verder 16 ha tarwe, 15 ha gras en 60 ha maïs. “De hoogwaardige maïs die we niet gebruiken voor de koeien, geven we aan de kippen. Die krijgen naast het klassieke voeder ook geplette maïs.”

“Het opkweken van witblauwe vleeskalveren wordt meer en meer een hobby. Een zuiver vleesveebedrijf heeft het heel lastig. Ook wij zetten daar niet meer extra op in. Nochtans ben ik ervan overtuigd dat er niks kan tippen aan een goed stuk Belgisch witblauw. Lokaal, duurzaam, bijzonder smaakvol, met zorg gekweekt vlees: wat wil je als consument nog meer?”

Het bedrijf heeft 89.000 braadkippen.
Het bedrijf heeft 89.000 braadkippen. - Foto: LV

Het voederrantsoen bestaat uit maïs, pulp, stro, gras, bierdraf, eiwitkern en CCM. “Er is geen verschil tussen zomer en winter. In de zomer krijgen de melkkoeien ook het winterrantsoen, al gaan ze allemaal op de weides. Die grasvlaktes liggen gelukkig allemaal rond het bedrijf, zodat er geen enkel beest de baan op moet. We zitten bij zuivelverwerker Friesland-Campina en krijgen voor die weidegang nog een toeslag.”

Heidi en Nic zijn niet voor maar ook niet tegen weidegang. “Die keuze moet elke boer voor zichzelf uitmaken. Wordt het een verplichting, dan haken veel melkveehouders af. Worden de aantallen te groot, dan is het geen nichemarkt meer en zal die toeslag wegvallen. Let wel, er is ook melk zonder weidetoeslag nodig. Niet iedereen kan zich de wat duurdere weidemelk veroorloven. Het klopt natuurlijk wel dat de productie door die weidegang wat lager is. Er is ook een ander aspect: een koe vlijt zich nog het liefst neer op de weide. En er is toch niks mooier dan runderen op weides te zien rondlopen en grazen?”

Productiecijfers

De productiecijfers bedragen 10.200 l per koe, met 36 eiwit en 44 vet. In elke bedrijfsuitbating is het zoeken naar de gulden middenweg. “We hebben nog meer liters gemolken, maar dan ga je vaak achteruit in vruchtbaarheid en uiergezondheid. Het aantal liters per koe dat je hebt, is vaak niet het voornaamste. Belangrijker is het totaal aantal liter dat in de melktank terechtkomt. We mikken wel nog in de toekomst op enkele honderden liters extra per koe.”

Bioveiligheid

Bij de braadkippen ligt de voederconversie op 1,48 per kg vlees. “Een kip weegt een goede 2 kg op 35 dagen bij het uitladen, of 2,6 kg na 41 dagen bij alles weg. Wat je aan het einde van de rit overhoudt, is het belangrijkste. Het is wikken en wegen voor de portemonnee om op zo een economische mogelijke manier een gezonde kip te produceren.”

Veel aandacht gaat naar bioveiligheid én dierengezondheid.

“Voor zowel het vlees-, melk- als pluimvee hechten we veel belang aan een goede gezondheid en het buitenhouden en voorkomen van ziektes. Zo wordt 1 witblauwe stier aangekocht. Bloed trekken daar, bloed trekken hier, daarna op de quarantaineweide. We houden met alles rekening. Als vrijwillige programma’s worden voorgesteld, doen we daar direct aan mee. We weten inmiddels dat vrijwillige programma’s vaak de voorbode zijn van verplichte programma’s. We willen mee zijn. IBR, BVD, paratuberculose, mycoplasma, mastitis...Veel aandacht gaat dan ook naar klauwgezondheid én naar biestmanagement.”

Preventie blijft de beste manier om insleep van ziektes te voorkomen. Positief ingesteld zijn, helpt ook. Ook de algemene hygiëne en de ongediertebestrijding zijn heel goed. Per stal is er apart materiaal voorzien, de kalfjes worden in kalverhutjes geplaatst, hebben elke een eigen emmer en ook de relatie met de dierenarts is uitstekend. Zo komen er ook geen handelaars in de stallen en zijn bedrijfseigen laarzen en kledij voorzien. Voor bezoekers zijn er laarzen in felle kleuren.

Nog dit: duurzaamheid gaat ook samen met hergebruik. “Grote voordeel is dat we zelf stallen gaan afbreken, na stopzetting, onteigening, faillissement... De inrichting is uiteraard wel nieuw. Maar door zelf de ruwbouw, isolatie... te hergebruiken, hebben we door de jaren heen veel bespaard op de prijs van de nieuwbouwwaarde. We zijn daar heel bewust mee bezig: de vaste kosten zo laag mogelijk houden om zo rendabel mogelijk te blijven.”

Zee en zwemvijver

Hergebruik is belangrijk , maar ook groene energie, met zonnepanelen. “Zonneboiler, voorkoeler, warmterecuperatievat, warmtewisselaar, regenwateropvang... We doen dat alles zonder dat we daar echt bij stilstaan. We denken nu ook aan de plaatsing van een middelgrote windmolen. Dat zou een mooie aanvulling zijn. Spijtig dat niet iedereen zulke principes leuk vindt. Het principe ‘Niet in mijn voor- of achtertuin ’ of anders gezegd de NIVEA’s zijn hier ook bekend.”

Nic en Heidi zijn, samen met de 3 kinderen, zo trots om landbouwer te zijn. “Zorgen voor goede en gezonde voeding is toch het mooiste beroep ter wereld? Of we dan nooit zin hebben om eens naar zee te gaan? Kijk daar eens, bestaat er iets mooier dan de stilte, de geur en de pracht van het landbouwlandschap met zwemvijver of poel?”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Veeteelt

Doordacht maaibeheer: waar let ik op?

Akkerbouw Er zijn dit jaar grote verschillen in grasstand waar te nemen tussen verschillende percelen. Dat is niet verwonderlijk, gezien de grote verschillen in beheer, waartoe we gedwongen werden door deze zeer natte winter en door de natte voorjaarsperiode.
Meer artikelen bekijken