Startpagina Veeteelt

Anthony Gijselinck (20 in 2020) : ‘Vlaamse landbouwers krijgen te weinig inspraak’

Anthony Gijselinck uit Maarkedal hoopt later het kleine landbouwbedrijf van zijn peter over te nemen en dat werk te combineren met een job in de bredere agrosector. “Door landbouwers meer inspraak te geven zouden er in overleg meer problemen voorkomen of weggewerkt kunnen worden.”

Leestijd : 4 min

Bij zijn grootmoeder en zijn peter leerde Anthony Gijselinck (20) het leven op een landbouwbedrijf kennen. “Mijn peter houdt in bijberoep enkele witblauwe runderen en heeft wat grond. Mijn grootmoeder had een stal met 10.000 vleeskippen, maar zette die activiteit intussen stop.”

Witblauw en akkerbouw

Antony slaapt bij zijn grootouders, in het huis naast zijn moeder. “Hier staat ook de stal van mijn peter met de witblauwe runderen. Ik doe het meeste zelf, wat de dieren en de akkerbouw betreft. De veestapel telt ongeveer 30 stuks vlees, stamboek BWB. Het vrouwelijk vee wordt verder gehouden, de stieren worden ofwel als dekstier ofwel tot de leeftijd van 2 jaar afgemest.”

In akkerbouw telt het bedrijf een kleine 15 ha, met tarwe, spelt, maïs, gras-klaver, voederbieten, aardappelen en voor de eerste keer ook winterveldbonen. “De klaver en de winterveldbonen zijn een bewuste keuze om het gebruik van krachtvoeder te kunnen beperken. Alle vrouwelijke runderen worden ook gevaccineerd tegen rota- en corona-virussen. Deels om goede biest te hebben en diarree bij de kalveren enorm te beperken.”

De kalveren krijgen 10 dagen biestmelk van de moeder, daarna wordt overgeschakeld op twee keer daags 3,5 l kunstmelk. “De kalveren worden 3 maanden lang gehuisvest in kalverhutten, die telkens volledig worden afgespoten en ontsmet.” Het voederrantsoen bestaat uit gras (streefwaarde 16% ruw eiwit), maïs, voederbieten, gras-klaver (19% ruw eiwit), gemalen spelt, lijnschilfers, mineralen, extra calcium en voor het jongvee nog aangekocht krachtvoeder (26% ruw eiwit). “Veel aandacht gaat naar het jongvee om dagelijkse een goede groei te hebben. De reden voor het vrouwelijk vee is om ze op ten laatste 16 maanden te kunnen insemineren, bij de mannelijke om op jonge leeftijd voldoende gewicht en kilo’s te hebben.”

Meer richten op consument

“Ik haalde zonder veel moeite mijn diploma in het ASO, maar ik wilde graag iets doen wat mij echt interesseerde. Dat is de reden waarom ik koos voor de richting agro en bio-technologie aan de hogeschool Vives in Roeselare. “Mijn eerste keuze was de afstudeerrichting landbouw, maar omdat mijn peter een klein landbouwbedrijf heeft en uitbreiding vandaag niet voor de hand ligt, volg ik de bredere afstudeerrichting agro-industrie. Uiteraard zou ik graag een leefbaar landbouwbedrijf uitbaten, maar de eerste jaren zal ik ongetwijfeld een job in de agrosector erbij moeten gaan zoeken.”

“Landbouwers moeten ook nog actiever deel uitmaken van het openbaar en sociaal leven. Zo hoor je nog meer en beter wat er in de brede maatschappij leeft en kan je vervolgens daarop inspelen. Ik hou vooral van de dierlijke sector, vooral van melk- en vleesvee. Normaal kan ik het kleinschalig bedrijf van mijn peter overnemen en misschien later ook nog een bedrijf in de buurt. Komt deze kans er niet, dan zal ik kiezen om elders te werken. Misschien zelfs in het buitenland”, zegt Anthony.

“Ik ben leergierig en wil graag een bedrijf zo optimaal leiden om de resultaten beter te maken. Ik haal ook motivatie uit het toenemend respect van de burger. “Voor mij is er wel degelijk nog een toekomst voor de Vlaamse landbouw, mits de landbouw verder evolueert en probeert de noden van de consument zo goed mogelijk in te vullen.”

Anthony was in het middelbaar ASO-onderwijs vrijwel de enige in de klas die zo een nauwe band met de landbouw had. “Ik merkte dat het merendeel van de anderen wel interesse hadden in wat ik deed. Zo was het beeld dat sommigen over landbouwers hadden (vuil, arrogant…) al vlug van de baan. De landbouwer komt ook graag verzorgd buiten en heeft een heel multifunctioneel beroep. Als landbouwer moet je veel zelf kunnen. Op prijskampen zie je ook meer en meer jongeren en vooral bij loonwerkers zijn veel jongeren actief, wat wil zeggen dat ook de jeugd nog veel interesse in de landbouw heeft.”

“De meeste burgers kennen heel of veel te weinig over de landbouwsector en trekken dan verkeerde conclusies of hebben foute vooroordelen. Maar er is ook een taak voor landbouwers weggelegd: hou bijvoorbeeld de weg schoon, wees vriendelijk en goedlachs. Ik hoop ook dat de Vlaamse boer meer inspraak krijgt bij bepaalde thema’s. Vaak zijn de regels die de Vlaamse overheid oplegt, onhaalbaar. Mochten de landbouwers iets meer inspraak hebben zouden er waarschijnlijk ook wel oplossingen worden gevonden, die ook de problemen kunnen wegwerken.”

Fokken van schapen

Veel hobby’s heeft Anthony niet. Studeren, en altijd in de weer. “Ik fok ook Texel-schapen. Elk jaar lammeren er 10 ooien. De rest van de tijd ga ik graag bij landbouwers in de buurt wat helpen. Ik ga ook naar veel prijskampen van het witblauwe vleesvee kijken. Zelf nemen we 2 keer per jaar deel.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken