De klimaatverandering heeft belangrijke gevolgen voor de landbouw wereldwijd met duidelijke verschillen tussen de regio's. In het noordelijk halfrond zal er voldoende voedsel beschikbaar blijven, maar in regio’s zoals Sub-Sahara-Afrika of Zuid-Azië kunnen dalende gewasopbrengsten leiden tot hogere voedselprijzen een een sterke stijging van het aantal mensen dat honger lijdt.
“Wanneer bijvoorbeeld regio’s als Europa en Latijns-Amerika, waar tarwe en maïs goed gedijen, hun productie verhogen en voedsel uitvoeren naar regio’s die sterk onder druk staan door de opwarming, kunnen voedseltekorten beperkt worden”, aldus doctoraal onderzoekster Charlotte Janssens (KU Leuven).
De onderzoekers bestudeerden met 2050 als horizon 60 scenario's met telkens een verschillend handelsbeleid in combinatie met een klimaatverandering variërend van 2 tot 4 graden opwarming. Onder de huidige handelsbarrières leidt het worstcasescenario van 4 graden opwarming ervoor dat bijkomend 55 miljoen mensen honger zullen lijden. Als kwetsbare regio's hun voedselimport niet kunnen verhogen zal dit aantal stijgen tot 73 miljoen. Wanneer handelsbarrières weggewerkt worden zal dit aantal beperkt blijven tot 20 miljoen.
In de mildere klimaatscenario's kan liberalisering zelfs voorkomen dat meer mensen honger lijden omwille van klimaatverandering.
Belangrijke barrières voor internationale handel van voedsel zijn de importtarieven, die de kost verhogen om basisvoedselgewassen als tarwe, maïs of rijst te importeren. Daarnaast zijn er nog andere barrières zoals logistieke problemen, bijvoorbeeld slechte wegen of niet uitgeruste havens om containerschepen te laden en lossen. Ook ingewikkelde handelsprocedures kunnen de handelskosten opdrijven. In tijden van crisis hebben landen echter de neiging om zich protectionistisch op te stellen. Zo zijn sinds de start van de actuele coronacrisis een tiental landen hun grenzen aan het sluiten voor de uitvoer van belangrijke voedselgewassen.