Startpagina Akkerbouw

Na een lastig onkruidbestrijdingsseizoen een nieuwe reeks bekommernissen

Het voorjaar 2020 zal in ons geheugen blijven hangen als één van de lastigste seizoenen in de onkruidbestrijding. Dit is het geval in zowat alle teelten.

Leestijd : 6 min

In granen kregen we weinig kansen in het najaar van 2019 om na zaai nog herbicidebehandelingen uit te voeren. In het voorjaar van dit jaar konden we slechts zeer laat (eind maart-begin april) startten met behandelingen, wat zeker voor duistbestrijding te laat was. Na 15 april en de hele maand mei kregen we geen druppel regen. Bijgevolg zaten we in vele teelten met onvoldoende werking van onze herbiciden. Daarbij was er rond de IJsheiligen van 10-15 mei een dag of 3-4 waarin we nachtvorst hadden en ook dit was geen gunstige periode om behandelingen uit te voeren. Meer en meer zien we in het voorjaar ‘momenten’ waarbij we achteraf slechte resultaten hebben in de efficiëntie van het spuitschema.

Maar ook de selectiviteit was niet altijd voldoende. Vaak wordt er dan, indien men het zelf niet uitvoerde, op de uitvoerder - zijnde de loonsproeier - geschoten. De gehoorde kritiek is dan velerlei: je werkte met het foute schema, je spuitte in ongunstige omstandigheden, je spuit te straf, je spuit te flauw... Een objectievere beoordeling leert dat alle schema’s dezelfde nadelen en problemen kenden en dat enkel het ‘moment’ achteraf slecht gekozen blijkt te zijn.

Maar op voorhand waren er eigenlijk weinig indicaties om zulke problemen te zien. Wat meer respect voor mensen die hierin verantwoordelijkheid nemen is dus zeker op zijn plaats. Twee weken terug zagen we opnieuw dit verschijnsel. Onkruidbespuitingen rond 6 juli lieten rare beelden zien. Zowel maïs, bloemkool en witloof vertoonden plots selectiviteitsproblemen die we normaal niet in die mate zien.

Gerst

De gerstoogst loopt ten einde met zeer wisselende opbrengsten tussen 5 en 10 ton. De stro-opbrengsten waren goed.

Tarwe

De tarweoogst is gestart. Voor opbrengsten was het bij het schrijven van dit artikel te vroeg om uitspraken te doen. De stro-opbrengsten zullen wel laag liggen door de korte stand.

Bieten

Na een zeer lastig onkruidbestrijdingsseizoen waarbij er op sommige velden in de cruciale tijdstippen zeer ongunstig weersomstandigheden waren, zien we onkruiden terug boven de bieten opschieten.

Straks denken we best aan bladfungicidebehandeling in bieten, aangezien we nu reeds vele aantastingen van cercospora, maar vooral van roest en zeker van witziekte zien verschijnen.

Maïsplanten reageerden soms enorm op herbiciden.
Maïsplanten reageerden soms enorm op herbiciden. - Foto: LVC

Aardappelen

Ook in de aardappelteelt waren de omstandigheden slecht voor onkruidbestrijding. Bovendien leverden correcties niet altijd voldoende resultaat op. Getuige daarvan de vele velden waar nu de melganzenvoet, zwarte nachtschade, doornappel of zelfs hanepoot opnieuw door de aardappelen groeit.

Straks breekt bij de bewaaraardappelen het moment aan om de eerste behandeling met kiemremmer te geven. Vanaf dit teeltjaar start de kiemremming dus reeds op het veld. Los van de keuze van bewaarproduct A,B of C in de loods is het behandelen met maleïnehydrazide een must. Deze behandeling met als doel de kiemrust te bevorderen gebeurt het best in de eerste helft van augustus, zodat de knollen zeker voldoende groot zijn. Minstens 80 % van de knollen dient minstens 35-40 mm te hebben voor een 100 % veilige toepassing naar opbrengst. Ook dient het loof nog voldoende vitaal te zijn, zodat de actieve stof maximaal naar de knollen kan getransporteerd worden. Best 24 uur na de behandeling geen regen, zodat de opname in het blad optimaal is. Indien er toch regen binnen de eerste 6 uur na toediening is, best nog een halve dosis extra toedienen op een goed moment en dit minstens 3 weken voor de loofdoding, zodat alle actieve stof zich naar de knollen kon verplaatsen.

Keuze heb je uit Itcan SL 270, Crown SL, Fazor 60 SG, Himalaya, Magna SL.

Itcan en Crown gebruik je het best solo aan 11 l/ha. Fazor en Himalaya aan 5 kg/ha met 0,5 l/ha Ranman Top voor de bijkomende uitvloeiende werking, met 250 à 350 l water/ha.

De eerste oogsten van vooral Amora zijn matig tot slecht. Deze vroege (eind maart-begin april) plantingen kregen onvoldoende vocht in hun groeidagen. De latere Anosta, Sinora zullen betere opbrengsten geven. De latere rassen evolueerden na de regen bijzonder snel in knolopbrengst en hebben nog vele groeidagen tegoed. De eerste machinale rooiingen voor verwerking zijn gestart. Duidelijk is dat corona hier een enorme druk op de verwerkende industrie legt. Deze is dan ook zeer streng op kwaliteitseisen. Meer dan contracthoeveelheden worden er ook niet afgenomen. Men stopt zelfs bij halve opleggers indien de hoeveelheden bereikt zijn.

Erwten

De erwtenoogst is bijna afgerond. De opbrengsten waren algemeen behoorlijk. Deze teelt kende niet direct grote problemen. De onkruidbestrijding was in deze vroege teelt behoorlijk eenvoudig.

Wel merken we door het wegvallen van de Cruiser-zaadontsmetting meer luisdruk in een vroeg stadium. Vooral de virusoverdracht die deze luizen veroorzaken geeft schade. Er is wel een verschil in rasgevoeligheid. Het mozaïekvirus krijgt ook in deze teelt weer alle kansen en moet dus passend behandeld worden. De luizen komen vooral in de kop van de plant voor en veroorzaken door zuigschade een virusinfectie en groeistop. Vooral erwtenbladluis (Acyrthosipjon pisum) en groene perzikbladluizen zijn in deze teelt aanwezig. Bijgevolg zal er geen (of zeer beperkte) vruchtzetting zijn in deze aangeprikte planten. Dat is zeer nefast voor de opbrengst.

Gelukkig hebben we hier vele insecticiden ter onze beschikking. Proeven tonen aan dat een sluitend schema vanaf begin opkomst tot einde bloei nodig is voor bescherming bij hoge luisdruk. Maar vooral een vroege start en 2 à 3 behandelingen met de sterkere middelen Okapi, Pirimor, Teppeki, Movento was de beste keuze. Zeker bij minder gunstige groeiomstandigheden (droog en warm) zullen meerdere behandelingen in de toekomst nodig zijn.

Maïs met verschillende opkomsten.
Maïs met verschillende opkomsten. - Foto: LVC

Bonen

De uitzaai van bonen is ten einde. De laatste jaren zien we naargelang het zaaitijdstip enorme opbrengstverschillen. Men moet geluk hebben met de weersomstandigheden en dit zowel voor een vlotte opkomst, voor een voldoende vegetatieve groei als voor de bloeiperiode. In deze laatste fase is vooral zeer zonnig en heet weer nefast voor het verbranden van de bloemknoppen en dus de vruchtzetting. Daarna dient men voldoende vocht te hebben voor voldoende ontwikkeling van deze vruchtzetting.

Dit jaar zien we vooral dat op de lichtere gronden waar stuifschade optrad de planten het enorm lastig hebben om zich vegetatief te ontwikkelen.

Wortelen

Ook in deze teelt was het vechten tegen de natuur om voldoende opkomst te hebben. Sommige percelen kenden zelfs na 5-6 weken zaai nog totaal geen opkomst. Na voldoende regen kregen we dan wel kieming en kon de groei starten. Op andere percelen hadden de zaden voldoende vocht gekregen om te kiemen, maar stierven deze af en kwam er totaal geen opkomst meer.

Op andere percelen kregen we zowel direct gestarte groei als groei die pas na 5-6 weken startte. Zeker op deze percelen ligt de onkruidbestrijding enorm moeilijk.

Ook bladluizen moesten regelmatig behandeld worden. Getuige daarvan zijn sommige zaaibedden busselwortelen die waardeloos werden door een te hoge luisaantasting en bijhorende virusverschijnselen.

Op meerdere percelen waar men niet tijdig startte met witziektebehandelingen sloeg deze toe.

Tijdig starten en herhalen op 17 dagen met 1 l/ha tebuconazool houdende product of 600 cc/ha Dagonis of 1 l/ha Reflect met 5 kg/ha zwavel is goed. Bij witziekteaantasting is 300 gr/ha Nativo of 400 cc/ha Rudis de beste behandeling. Deze moet dan herhaald worden na 14 dagen met 5 kg zwavel. Later kunnen ook 750 gr/ha Signum en 1 l/ha Ortiva Top, aangezien deze sterker zijn op alternaria die later in het seizoen voorkomt. Het is opletten indien er witziekte in het veld zat, want dan zal deze ook gevoeliger zijn voor vroege alternaria-aantasting. Denk bij fungicidebehandelingen ook aan de wortelvlieg. Indien uw veld niet over gele plakvallen beschikt en u dus ‘blind’ spuit tegen wortelvliegaantasting: gebruik dan nu Coragen aan 175cc /ha als insecticide.

Schorseneer

In schorseneer was de onkruidbestrijding een strijd, maar uiteindelijk liep alles goed. Ook waren ziektebehandelingen nodig. Schorseneer kent vooral witziekte en witte roest als belangrijkste ziekte. 2,5 kg per ha Fubol Gold tegen witte roest en 360 gr/ha Nativo of 0,6 l Dagonis tegen witziekte zijn goede keuzes. Naast deze kunnen ook 0,5 l/ha Difcor 250 EL/Geyser of 0,75 kg/ha Signum of 1 l/ha Ortiva Top.

Lieven Van Ceunebroeck

Lees ook in Akkerbouw

Fruitboeren vrezen voorspelde nachtvorst

Akkerbouw De lagere temperaturen van de afgelopen dagen en de voorspelde nachtvorst kan tot grote schade leiden bij de fruitkwekers in Limburg. Zowel woensdag- als donderdagnacht (17 en 18 april) zullen de fruitkwekers alle middelen bovenhalen om te voorkomen dat de temperatuur in hun plantages onder het vriespunt zakt. “Al vanaf -1°C kan er schade optreden”, zo zegt Danny Bylemans van PC Fruit in Velm (Sint-Truiden).
Meer artikelen bekijken