Startpagina Actueel

ILVO-studiedag over verdienmodellen: Sterk pleidooi voor meer ‘economisch bewustzijn’

Meer economisch bewustzijn: het was een van de vele, sterke pleidooien op een virtuele ILVO-studiedag over verdienmodellen. Zet klant en markt meer centraal, focus meer op de waarde van een product dan op de prijs, zet slimme samenwerkingen op én concurreer op basis van kwaliteit en duurzaamheid.

Leestijd : 4 min

Het staat zwart op wit in het Vlaams regeerakkoord: kennis ontwikkelen over verdienmodellen in de Vlaamse land- en tuinbouw is een ambitie waarop het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), ook gretig en volop inspeelt.

Onlangs werd daarover met een rist experten uit Vlaanderen een online studiedag gehouden.

Stoet van experten

De hamvraag is: hoe kunnen landbouwers een omslag maken naar meer bestaanszekerheid en een stabieler inkomen?

De vraag stellen, is duizenden keren gemakkelijker dan een pasklaar ant-woord geven. Er bestaat ook op dit vlak - en als het over de portemonnee gaat, is dat dubbel zo moeilijk maar net bijzonder interessant - geen toverformule. Anders was die op elk land- en tuinbouwbedrijf in Vlaanderen al heel lang toegepast.

ILVO-directeur Joris Relaes is zo een grote fan van de Italiaanse Mariana Mazzucato, een Amerikaans-Italiaanse econome, die hoogleraar is aan de Britse Universiteit in London. “Voor haar staat de waarde van alles centraal. Ze neemt de waarde van een product als uitgangspunt, niet zozeer de prijs.”

Verder wijst Joris Relaes erop dat landbouwers ondernemers in het kwadraat zijn. “Ze krijgen te maken met heel veel onzekerheden. Naast alle beslommeringen en uitdagingen voor ondernemers uit andere takken, werken de boeren met levend materiaal (plant, dier), wat extra onzekerheid biedt.”

In de online studiedag hoorde Joris Relaes vooral een sterk pleidooi voor economische bewustzijn. “Het is belangrijk om verder vast te stellen dat nieuwe risicodekkende instrumenten inspirerend werken. We krijgen ook de hulp van onder meer professor Erik Mathijs voor het opzetten van een platform rond kenniservaring van verdienmodellen. Ook de landbouworganisaties, het Innovatiesteunpunt... verleenden alle medewerking.”

In Vlaanderen wordt al sterk ingezet op duurzaamheid, innovatie en nieuwe verdienmodellen. Zo heeft de REO Veiling uit Roeselare in nauw overleg met de telers de veldslaproductie voor een groot deel omgeschakeld, maar die productie blijft wel heel sterk lokaal verankerd, met sterke spelregels voor wie in het baanbrekend project is gestapt.

Samenwerking is de sleutel

“De voorbije 10 jaar was de markt van 1ste gamma veldsla (bulk) heel sterk aan het verschrompelen tot 20 % van het oorspronkelijke volume. Onder de regie van REO Veiling hebben een aantal producenten de handen in elkaar geslagen om 4de gamma veld-sla (gewassen, verpakt) te leveren, en zijn ze samen gegroeid naar 200 % van het vroegere volume. Individueel had er zeker geen enkele teler deze markt kunnen beleveren. Door samen te werken hebben coöperanten hun duurzaam bestaan veilig gesteld”, zegt REO-directeur Paul Demyttenaere.

De telers hebben het nu beter, maar het blijft voor iedereen hard werken en ook de groei voldoende spreiden over de nieuwkomers. “Het is voor alle duidelijkheid een werkverhaal. Het vraagt inzet om mensen te doen samenwerken. Die samenwerking is uiteindelijk wel de sleutel tot succes. Individueel is niemand in staat om die industriële bedrijven te beleveren. Het was belangrijk om heel duidelijke afspraken te maken.”

In het verhaal van de 4de gamma veldsla is zo de veilingklok niet langer de regisseur. “Een medewerker van de REO Veiling is nu de regisseur. Die legt de contacten met de producenten en met de afnemers. Het is voortdurend inspelen op wat de markt vraagt en daarop het aanbod en de productie af te stemmen.”

Zintuigelijke beleving

Een goed product is belangrijk, een goed ‘merk’ minstens ook. En daar weet Filip Fontaine, VLAM-directeur, dan weer alles over. “Als producent en (thuis)verkoper van verse producten is het goed om de kosten en baten af te wegen van een ‘merk’. Zoiets opzetten is duur en riskant. Mensen kiezen verse voeding vaker op basis van zintuiglijke beleving en minder op basis van merk. Een merk kan wel slagen als je iets unieks brengt, liefst voor een goed gedefinieerd marktsegment.”

Een A-merk mag dan al een sterk merk zijn, zo’n A-merk heeft vooral een zwaar ‘leven’. Vandaag gaat veel aandacht naar de sympathie voor de landbouwer, naar een goede prijs voor de boer. “Maar voor een merk ben je daar op zich niet al te veel mee”, weet Filip Fontaine. “De consument wil wel meer betalen voor een hogere kwaliteit, unieke smaak, van Belgische makelij, met een hoge kwaliteit en een beter uitzicht.”

Belangrijk kan ook het creëren van marktschaarste zijn rond innovaties, zoals de coöperatie Best Select doet. ILVO-wetenschappelijk-directeur Johan Van Huylenbroeck: “Door samen te werken hebben de coöperanten van Best Select toegang gekregen tot een reeks unieke sierboomkwekerij cultivars, veredeld door het ILVO. De leden-telers binnen de innovatie-coöperatie kunnen voor deze beschermde cultivars een meerprijs vragen en lokken tegelijk klanten voor hun ander sortiment aan ‘oudere’ reguliere planten.”

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Klimaatneutrale landbouw komt steeds een stapje dichterbij

Klimaat Op de proefboerderij Transfarm van de KU Leuven in Lovenjoel werden diverse nieuwe technieken voorgesteld die landbouwers zullen klaarstomen naar een klimaatneutraal 2050. De KU Leuven werkt hiervoor nauw samen met Boerenbond in het Europese project HyperFarm.
Meer artikelen bekijken