Raad voor Vergunningsbetwistingen schiet PAS-regelgeving af

Het stikstofarrest zal ongetwijfeld een impact hebben op alle toekomstige bouwprojecten.
Het stikstofarrest zal ongetwijfeld een impact hebben op alle toekomstige bouwprojecten. - Foto: TD

Het zogenaamde PAS-arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen kwam er in één individueel geval, meer in het bijzonder in een betwisting over de vergunning van een pluimveestal van 177.300 braadkippen in het Limburgse Kortessem. Het landbouwbedrijf kreeg in 2019 van de toenmalig minister van Omgeving Koen Van den Heuvel een vergunning voor de uitbreiding van haar kippenstal, maar enkele natuurverenigingen en buurtbewoners gingen tegen deze vergunning in beroep.

Omdat de minister van Omgeving de vergunningverlenende overheid in laatste aanleg was, stond voor de misnoegde buren en natuurverenigingen enkel nog een beroep bij de rechter open, met name de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

Administratieve rechter

De Raad voor Vergunningsbetwistingen is een administratieve rechtbank die deel uitmaakt van de Vlaamse bestuurscolleges. Meer in het bijzonder is het een onafhankelijk Vlaams bestuursrechtscollege dat onder meer beroepen behandelt over omgevingsvergunningen.

De belangrijkste bevoegdheid van de Raad voor Vergunningsbetwistingen bestaat eruit de wettigheid van de beslissing over de aanvraag tot omgevingsvergunning te onderzoeken. Daarbij kan de Raad zowel gevat worden door de aanvrager, indien de vergunningverlenende overheid beslist de aangevraagde vergunning te weigeren, als door belanghebbende derden, zoals buurtbewoners, indien de aangevraagde vergunning volledig of deels werd verleend.

De Raad voor Vergunningsbetwistingen bepaalt dan of zij de beslissing van de vergunningverlenende overheid vernietigt of niet, al naargelang zij onwettigheden kon vaststellen of niet. Met andere woorden: de Raad beslist niet zelf of er wel of niet een omgevingsvergunning kan worden verleend maar onderzoekt of de beslissing, waarbij een omgevingsvergunning werd toegekend of geweigerd, correct is genomen.

De partij die zich tot de Raad voor Vergunningsbetwistingen wendt, of het nu de aanvrager of een derde is, moet in zijn beroep steeds de regelgeving vermelden waarvan hij of zij meent dat deze geschonden werd door de vergunnings- of weigeringsbeslissing.

PAS-regelgeving in het vizier

In de procedure tegen de omgevingsvergunning van het kippenbedrijf uit Kortessem namen de natuurverenigingen de verleende omgevingsvergunning onder vuur vanuit de wetgeving die de natuur beschermt. Enerzijds wierpen zij de schending op van de Europese Habitatrichtlijn en het Vlaamse Natuurdecreet en anderzijds van het voorzorgsbeginsel en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Eenvoudig samengevat stelden de natuurverenigingen dat de manier waarop de Vlaamse minister voor Omgeving aan de hand van het significantiekader de impact van de stikstofdeposities door de nieuwe kippenstallen op de omliggende natuur had geëvalueerd, onwettig was.

Op deze manier werd aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen de vraag gesteld om het bestaan van een PAS-significantiekader en de daarin opgenomen drempelwaarden te toetsen aan de Europese regelgeving. In het bestaande systeem was immers voorzien dat projecten die een bijdrage van minder dan 5% aan de zogenaamde kritische depositiewaarde, zowel voor de depositie van stikstofoxiden en ammoniak, leveren, worden aanzien als ‘niet significant’. Dergelijke projecten konden onder het significantiekader worden vergund.

Beslissing

In haar arrest van 25 februari 2021 beslist de Raad dat de beoordeling van mogelijk betekenisvolle impact van stikstofdepositie op stikstofgevoelige natuur niet uitsluitend gebaseerd kan zijn op het bestaande significantiekader. De Raad stelt de manier van werken aan de kaak waarbij sommige bedrijven geen passende beoordeling moeten opmaken omdat ze onder de vooraf vastgelegde drempels blijven. In het specifieke geval bleek de bijdrage van het aangevraagde project aan de kritische last kleiner dan 5% te zijn. Zo werd het aangevraagde project volgens het bestaande beoordelingskader door de minister als ‘vergunbaar’ beoordeeld.

De Raad voor Vergunningsbeslissingen komt in haar arrest tot de vaststelling dat op deze manier niet concreet werd onderzocht en werd beoordeeld wat de mogelijke betekenisvolle effecten van de kippenstallen op de omliggende natuur zullen zijn. Dit gebrek aan concrete beoordeling door het louter hanteren van een theoretische drempel is volgens de Raad niet in overeenstemming met artikel 6 van de Habitatrichtlijn, zoals toegelicht door het Hof van Justitie in het PAS-arrest over de Nederlandse PAS-wetgeving.

Gevolgen?

Hoewel de Raad voor Vergunningsbetwistingen met dit arrest slechts één beslissing van de voormalig Vlaams minister voor Omgeving vernietigde, vallen de gevolgen van dit arrest niet te beperken tot dit ene geval. De vaststelling die de Raad voor Vergunningsbetwistingen nu maakte over de onverenigbaarheid van de significantiekaders met de Europese regelgeving zal zij uiteraard ook in soortgelijke gevallen maken. Bovendien merkte de Raad in haar arrest op dat, hoewel het mogelijk is dat één beperkte depositie geen aanleiding geeft tot significante effecten, dit alsnog het geval kan zijn, rekening houdende met de cumulatieve milieudruk. De Raad geeft daarmee aan dat ook rekening moet worden gehouden met de deposities van andere projecten in de omgeving. Er wordt zelfs uitdrukkelijk verwezen naar de rechtsleer die aankaart dat ‘veel kleintjes één grote’ maken, en dat vele kleine deposities samen dus ook tot een betekenisvolle aantasting van de natuurwaarden kunnen leiden. Het is overduidelijk dat deze benadering de vergunningverlening zoals die tot op vandaag gebeurt aan het wankelen brengt.

De Vlaamse overheid ondernam in elk geval onmiddellijk actie door zelf het instrument om gebruik te maken van deze significantiekaders, de zogenaamde voortoets, offline te halen. Hiermee lijkt de Vlaamse overheid aan te geven dat zij zich zal neerleggen bij het arrest en haar regelgeving zal aanpassen. In de pers gaf de huidige minister van Omgeving, Zuhal Demir, aan dat zij snel werk wil maken van een nieuwe regelgeving. De bestaande significantiekaders lijken hiermee dood en begraven.

Of de individuele kippenboer zich neerlegt bij het arrest, is nog niet bekend. Arresten van de Raad voor Vergunningsbetwistingen kunnen immers binnen de 30 dagen worden aangevochten met een cassatieberoep bij de Raad van State. Of de huidige regelgeving daar kan herrijzen, is de vraag.

Jan Opsommer

Meest recent

Meest recent