Voor hun eerste Belgische huisdierenonderzoek werd een representatieve groep van 600 baasjes van kleine huisdieren geïnterviewd in samenwerking met het onderzoeksbureau Volt. De cijfers leren dat honden (44 %) en katten (35 %) het vaakst antibiotica voorgeschreven krijgen. Zij vormen ook de grootste groep binnen de kleine huisdieren. Bij andere kleinere dieren zoals konijnen, reptielen, vogels of knaagdieren gaat slechts 79 % minstens één keer per jaar naar de dierenarts.
Risico op resistentie
Het grootse risico bij antibioticagebruik is de resistentie. Die kan zelfs de humane geneeskunde beïnvloeden. Door veelvuldig gebruik van antibiotica kunnen bacteriën resistent worden waardoor de antibiotica op den duur minder of niet meer werken wanneer het echt nodig is. Door direct en indirect contact (voedsel, water, leefomgeving) tussen mens en dier kunnen deze resistente bacteriën van dier naar mens overgaan en omgekeerd.
De Belgische AniCura-klinieken zijn begonnen met het antibioticagebruik in kaart te brengen. “Uit de eerste resultaten blijkt dat 12,5 % van de behandelde honden antibiotica kreeg. Ons doel als groep is om dat cijfer naar 8 % te brengen”, zegt Kathleen Moons van AniCura België.
Daling in veehouderij
Eind juni 2020 meldde AMCRA vzw, het kenniscentrum inzake antibioticagebruik bij dieren, een daling van het antibioticagebruik in de veehouderij van 7,6 % ten opzichte van 2018 en 40,3 % ten opzichte van referentiejaar 2011. Niet alle sectoren zijn echter even goed mee. Bij het melkvee en bij de kleine gezelschapsdieren zoals katten, honden, konijnen of fretten, was het antibioticagebruik de laatste 2 jaar opnieuw licht gestegen.
In een nieuwe actieplan voor 2021-2024 wil het kenniscentrum onder meer inzetten op extra sensibilisering van dierenartsen om ‘voorzichtig gebruik’ van antibiotica bij kleine gezelschapsdieren aan te moedigen. Antibioticaresistentie is elk jaar verantwoordelijk voor zowat 1.500 overlijdens in België, luidde het toen.