Startpagina Actueel

Verscherpte mestcontroles: oppervlakte gemeente in gebiedstype 3 is voornaamste criterium

Voor de opmaak van de nieuwe lijst voor verscherpte mestcontroles in het kader van de VODKA-aanpak gebruikt de planning van de dienst Handhaving van de Mestbank 6 criteria. De belangrijkste is de oppervlakte van de gemeente in gebiedstype 3. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA), dat werd bezorgd aan Bart Dochy (CD&V).

Leestijd : 3 min

De Vlaamse Landmaatschappij (VLM) heeft een lijst aangekondigd met gemeenten waar tot 2023 verscherpte mestcontroles zullen plaatsvinden. Het gaat om een actie in 37 gemeenten, waaronder 25 nieuwe gemeenten. Deze gemeenten liggen volledig of voor een groot deel in de gebiedstypes 2 en 3. Alle landbouwers werden op de hoogte gesteld. In een schriftelijke vraag aan Vlaams minister Zuhal Demir vroeg parlementslid Bart Dochy op welke criteria de Mestbank deze gemeenten selecteert.

Impact waterkwaliteit

De planning van de dienst Handhaving van de Mestbank is een capaciteitsplanning. De terreintoezichthouders worden optimaal ingezet naar impact op de waterkwaliteit. Hierbij wordt een onderscheid tussen een gebiedsgerichte aanpak via de VODKA-aanpak (Verantwoord Omgaan met Dierlijke mest, Kunstmest en Andere meststoffen) en een niet-gebiedsgerichte inzet. 60% van de capaciteit wordt ingezet voor de gebiedsgerichte inzet. Sinds 2014 controleren de toezichthouders van de Mestbank daarom extra in de gebieden waar de waterkwaliteit achterophinkt.

“Via aangekondigde en gebiedsgerichte controleacties, is de aanwezigheid groter in de gebieden waar de waterkwaliteit in het recente verleden onvoldoende verbeterd is”, ant-woordt minster Demir. Hierbij voeren de inspecteurs geregeld intens toezicht uit op de mestopbrenging, het transport, analyse en de opslag van meststoffen. De VLM voorziet om vanuit een meerjarenperspectief tussen het winterjaar 2019-2020 en het winterjaar 2022-2023 60 % van de gebiedstype 3 oppervlakte door intensieve handhaving op het terrein af te dekken.

Impact na 2 jaar

“Ervaring uit de vorige jaren leert dat maar een impact wordt vastgesteld na 2 jaar gebiedsgerichte werking. Het eerste jaar wordt er opgetreden en sanering in gang gezet. Vanaf het tweede jaar is er een impact in de nalevingsgraad merkbaar. Om een selectie over meerdere jaren mogelijk te maken zijn in 2019 6 criteria weerhouden”, zegt minister Demir.

Het eerste en belangrijkste criterium is de oppervlakte van de gemeente die zich in gebiedstype 3 bevindt. Gemeenten met een hoog % gebiedstype 3 hebben de hoogste prioriteit. “Het aantal vastgestelde lozingen in de gemeente is een tweede criterium. Het 3de criterium is het % van de al gecontroleerde mestopslagen. Gemeenten waar ondertussen al voldoende sanering en controles op mestopslag zijn uitgevoerd, hebben een lagere prioriteit gekregen.”

Opvolging kunstmest

De dierlijke productie aan stikstof in relatie tot de maximale afzet naar gronden in de gemeente is een ander criterium in de gebiedsgerichte risicoanalyse. “Het % oppervlakte volle grondgroenten is het 5de criterium. Vanaf MAP 6 is de opvolging van kunstmeststromen alsmaar belangrijker geworden. Om uitspoeling door de zomer- en najaarsbemestingen te voorkomen, wordt het terreintoezicht op het opbrengen van kunstmest (manier, tijdstip, dosis, product, conform bemestingsadvies) intensiever ingepland.”

Tot slot wordt ook het aantal aanwezige vergisters en mestverwerkers in rekening gebracht, gezien het belang van de controle op deze installaties. Rekening houdend met de betrachting om 60% van gebiedstype 3 met de VODKA-aanpak af te dekken, een clustering van een aantal gemeentes om de controles zo efficiënt mogelijk te kunnen organiseren en de beschikbare capaciteit, resulteerde dit in de selectie van de 37 gemeenten.

Mapmeetpunten

“In een eerste fase van de VODKA-aanpak, tussen 2014 en 2016 is, met succes, ingezet op de kantelmapmeetpunten.” Deze punten overschreden net de norm van 50mgN/l en konden dus met een mogelijk beperkte inzet goed gemaakt worden. Vanaf 2017 ligt de focus van de gebiedsgerichte aanpak op de rode mapmeetpunten, aangevuld met bovenvermelde criteria.

Vanaf 2019 zijn de criteria toegepast, zie hoger, waarbij de oppervlakte aan gebiedstype 3 werd gehanteerd. “Bij de oorspronkelijke selectie werden eveneens het digestaatgebruik (product na vergisting) en het effluentgebruik (product van mestverwerking) in rekening gebracht.”

Bij de tussentijdse evaluatie dit jaar werden de selectiecriteria bijgestuurd. Zo werd het criterium ‘gebruik van digestaat en effluent’ vervangen door ‘de aanwezigheid van vergisters en mestverwerkers’. Door de grotere aanwezigheid in deze gemeenten wordt onaangekondigd toezicht op de werking van deze installaties frequenter mogelijk. Door de toepassing van deze criteria werden 12 gemeenten behouden in de selectie voor de winterjaren 2021-2022 en 2022-2023.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken