Als de wil van de consument wet wordt

Agro-Expo, de beurs waar aandacht wordt besteed aan landbouw, veeteelt en tuinbouw, staat erom bekend elke editie een themadag te organiseren. Voor de editie van 2018 werd die georganiseerd door de werkgroep tuinbouw van Agro-Expo, bestaande uit deskundigen van de Veiling REO, Ingro, Inagro, Taco, Boerenbond en het Departement Landbouw en Visserij. Tijdens de vorige edities werd steeds slechts één groente of fruit in het licht gesteld. Zo kwamen koolgewassen, courgetten, aardbei, prei en wortel al positief in de schijnwerpers te staan.

Dit jaar is het thema ‘Trendy groenten’, waarbij verschillende trends bij groenten werden aangehaald. Vernieuwde groenten die door koks en tv-programma’s gepromoot worden dus.

Welke nieuwe trends?

Ondervoorzitter Rik Decadt, die de themadag begeleidde, gaf namens de organisatie uitleg bij de waargenomen trends, maar ook bij Ardo bemerkt men verschillende consumententrends.

Zo zijn sommige ‘vergeten’ groenten terug hip, zoals pastinaak, koolrabi en aardpeer. Die vind je nu in bijna alle supermarkten, in tegenstelling tot vroeger. Professionele telers durven dan ook weer voor deze teelten te kiezen.

Ook exotische groenten doen het goed. Denk maar aan de zoete aardappel (of bataat) die nu veelvuldig in de rekken ligt, maar men vroeger eerder moest invoeren uit Zuid- of Midden-Amerika.

Het opkomen van ‘superfood’ en groene smoothies heeft dan weer te maken met de zoektocht naar gezond eten. “Met ‘superfood’ wordt namelijk voeding bedoeld waarvan wetenschappelijk bewezen is dat ze een beschermende of preventieve rol spelen voor onze gezondheid. Vooral wegens hun gehalte aan antioxidanten”, klinkt het. Boerenkool, broccoli, groene baldgroenten, paksoi en pastinaak worden zo onder de categorie ‘superfood’ geplaatst.

Als het op groene smoothies aankomt, kiezen mensen steeds meer voor een mix van fruit, groenten en kruiden in plaats van enkel te kiezen voor fruit. Ook Ardo ziet die trend. “Mensen kiezen voor de uitgebreide smoothie met meer vitaminen om zo bij te dragen aan de aanbevolen hoeveelheid groenten en fruit te komen per dag.”

Verder kiezen mensen niet meer steeds voor een traditionele bereiding van groenten, zoals stoven of koken. Groenten kunnen ook gegrild op de barbecue, of kunnen geserveerd worden als een carpaccio.

Ardo als diepvriesbedrijf merkt ook bepaalde consumententrends op. Zij zien vooral het vegetarisch en veganistisch eten al een aantal jaren doorgroeien. Dat heeft voordelen naar de groentesector, volgens marketing manager Heidi Goovaerts: “Mensen zijn zich weer meer bewust van het belang van groenten, maar er is nog veel potentieel. Mensen moeten dagelijks drie tot vijf stukken eten, maar zitten nog maar aan twee. Vroeger werd vegetarisch nog aanzien als geitewollensok, nu niet meer omdat er veel inspanning werd gedaan naar productontwikkeling om vegetarisch of veganistisch te kunnen eten. De vegetarische burgers van vroeger zijn omgezet naar hoogwaardige producten waarin de groenten goed zichtbaar zijn. Hiervoor wordt ook een grote variatie in groenten gebruikt, zoals ook soja en quinoa.”

Een derde zeer belangrijke trend is het hele bio-gebeuren. Heidi: “In bepaalde landen is dat booming business, zoals Duitsland, Scandinavië, Denemarken, Zweden en Amerika. Ardo wil dan ook meer landbouwers overtuigen om over te schakelen.” Het blijft echter moeilijk om in West-Vlaanderen (of in Vlaanderen) over te schakelen naar bio, verduidelijkt Rik Decadt: “Het volledige bedrijf moeten omschakelen door de Vlaamse wet. Enkele hectaren bio aanleggen is niet mogelijk. Verder is er een gebrek aan bio-percelen.”

Jan Hanssens, directeur bij Ardo, vertelt dat het bedrijf groenten ook ‘trendy’ wil maken door de mixen, de snit en toevoeging van mediterrane producten. De volgende trend in voeding is dan ook ‘glocal’, een samentrekking van globaal en lokaal dus. “We combineren lokaal herkenbare producten met internationale voedingstrends. Zo wordt bijvoorbeeld bloemkool met zuiderse producten gemengd. We zorgen dus voor herkenbaarheid, maar dan met een afwisseling. Gegrilde of gefrituurde groenten komen ook op. We zien dus enerzijds dat de consument zijn spectrum wil vergroten naar ‘tasting’, maar daartegenover zijn er overheidsgeoriënteerde instanties die lokaal geoogste producten promoten.”

Ten slotte zijn er niet alleen trends in groenten, ook in fruit is er een opmars: “We merken op dat fruit in diepvries populairder wordt; zoals blauwe bessen.”

‘Trendy groenten’

We eten niet meer hetzelfde als vroeger en onze land- en tuinbouw moet zich aanpassen naar de noden van de markt. “Voortdurend wordt er gezocht naar nieuwe teelten die hier potentieel hebben”, klinkt het bij REO Veiling. Ze ondervonden de laatste vijf jaar een zekere opmars van nieuwe trendy groenten, zoals pastinaak, keukenrapen, spitskool, pompoen, paksoi, koolrabi, rode biet en boerenkool. Met de informatie van REO Veiling, Ingro cvba en de verzamelaanvraag van het Departement Landbouw en Visserij werd een beeld geschetst van de evolutie van de opkomers.

Boerenkool was volgens Ingro cvba de grootste teelt in de trendy groenten, met 54 hectare in contract in 2017. Jaarlijks wordt zo’n 100 hectare geteeld volgens de verzamelaanvraag. In 2014 werd van de groente om en bij de 5.000 kg ingevoerd bij de REO Veiling, in 2016 was er een piek van ongeveer 15.000 kg. Voor 2017 zal het niveau ongeveer hetzelfde zijn.

Pastinaak volgt boerenkool op met 26 hectare in contract (in 2016 was dat slechts 14 hectare). Het areaal pastinaak steeg sterk, en zeker het industrieareaal. In 2017 steeg die zeer sterk naar 130 ha, terwijl dat in 2016 nog maar 60 ha bedroeg. Het areaal voor de versmarkt steeg in 2017 naar 45 ha, terwijl dat vijf jaar geleden nog maar 20 ha was. In totaal wordt het areaal in 2017 geraamd op 200 ha. De sterke stijging van 2016 naar 2017 was ook te merken bij de invoer bij REO Veiling. Tot en met 2016 bleef de invoer beperkt tot minder dan 5.000 kg, terwijl die in 2017 naar om en bij de 30.000 kg sprong.

Spitskool en paksoi waren volgens Ingro de kleinere teelten, waarbij respectievelijk voor 600 ton en 110 ton contracten werden afgesloten. De invoer van spitskool en paksoi in REO Veiling was nog erg laag in 2012 en 2013. Vanaf 2014 was de invoer voor beide groenten een stuk hoger. De invoer van spitskool bedroeg in 2014 rond de 30.000 kg en bereikte een hoogtepunt in 2017 met 70.000 kg. De invoer van paksoi bedroeg in 2014 rond de 10.000 kg. In 2017 was dat ongeveer 40.000 kg.

Keukenraap kent een behoorlijke invoer bij REO Veiling, en steeg van 2012 tot 2017 gestaag naar iets boven de 200.000 kg. In 2016 kende de keukenraap een piek van boven de 300.000 kg. Uit de verzamelaanvraag blijkt dat voor de diepvriesbedrijven jaarlijks zo’n 350 ha rapen worden geteeld. Voor de versmarkt is er een stijgende evolutie van 170 ha in 2014 naar 225 ha in 2017.

Pompoen heeft sinds 2013 een invoer in REO Veiling van boven de 200.000 kg, maar met een klein dipje in 2016. De voorbije jaren verdubbelde het areaal in België: van 205 ha in 2013 tot 505 ha in 2017. Het areaal van de butternutpompoen blijft volgens de verzamelaanvraag ook stijgen en beslaat nu zo’n 35 ha in Vlaanderen.

Koolrabi wordt ook populairder, blijkt uit de invoer bij REO Veiling. Die bleek in 2014 en 2015 nog onder 10.000 kg te liggen, maar steeg naar meer dan 20.000 kg in 2017. Het areaal steeg dan ook van 100 ha in 2014 naar 128 ha in 2017. Koolrabi gaat vooral naar verwerkende bedrijven.

Rode biet kende ook een zeer gestage stijging in invoer bij REO Veiling: sinds 2013 steeg de invoer gestaag naar bijna 10.000 kg, en in 2017 bedroeg die al iets meer dan 15.000 kg. Het areaal vers steeg dan ook van ongeveer 14 ha naar 35 ha in 2017 en het areaal voor de industrie van minder dan 5 ha (2013) naar 39 ha (2017).

Flexibele telers nodig

Trends worden gestuurd door de consumenten. Rik Decadt: “De boer vraagt daar niet om. Als boer of verwerker moet je heel flexibel kunnen zijn. Het is gelukkig een sterkte van de Vlaamse tuinbouw om vrij snel aan te passen en mee te evolueren met de trends. De vraag is waar het stopt.” Jan Hanssens bemerkt hierop dat flexibiliteit bij de teler een must is: “Er zijn wat trends en verschuivingen en het ene jaar produceer je meer van het éénn dan van het andere. Of je nu gele wortelen, winterpeen of pastinaak teelt, het zit allemaal in de familie van de umbelliferen. De diverse subcategorieën zijn allemaal gelijkwaardig. Je moet soepel zijn in de teelt.”

“Paksoi werd tot over twee jaar geïmporteerd uit Azië. We hebben testvelden bij telers kunnen opzetten, en nu kopen we niet meer aan in Azië”, vult Heidi Goovaerts aan. “Je kan van alles proberen. Je moet een haalbaar eindproduct hebben, je moet telers hebben die zich er voor willen inzetten en het moet voor de telers ook rendabel zijn. Heb je die drie niet samen, dan werkt het niet”, aldus Jan. Het is een kwestie van grenzen verleggen dus. “Maar we gaan de telers geen tests laten doen waarin we zelf geen toekomst in zien. Als het is om een bestaand volume uit het buitenland te verminderen is dat natuurlijk goed.”

Trendy groenten

bij Ardo

Producten waarmee Ardo zich onderscheidt buiten de standaardproducten zijn producten die een meerwaarde bieden. Heidi beschrijft dan ook een deel van het gamma: “We hebben veel ‘specialere’ producten, zoals groenteburgers, groentefrieten (zoals van pastinaak), gegrilde groenten, mengelingen met exotische groenten, enz. Het komt erop neer een ruim aanbod te bieden aan een zeer ruim cliënteel. We werken ook buiten Europa, zoals Azië en Amerika, en die hebben ook nog verschillende smaakprofielen. Zo ken men okra hier niet, maar het zit wel in het gamma voor Griekenland. Ook babyvoeding is een belangrijk segment.”

En of ze een slecht jaar gehad hebben? “Ondanks de slecht nieuws verhalen, is alles nog meegevallen. We kenden wel tekorten in onder andere erwten, prei en uien. Soms hebben we zelfs een overaanbod. Wat het heel goed deed dit jaar was knolselder, wortel, spruit en courgette. Al bij al was het niet het jaar van de tekorten,” besluit de directeur.

M.V.

Gele wortel en pastinaak voor Ardo

Hubert en Nico Deconinck baten samen een gemengd bedrijf uit met zoogkoeien en akkerbouw (granen, maïs, suikerbieten, aardappelen). Eind jaren ‘80 kwamen ze in contact met de Ardo door hun keuze voor de erwtenteelt. Wegens te veel problemen met de teelt en de lage rendabiliteit stopten ze met de erwtenkweek, maar startten ze met de schijvenwortelenteelt. Sinds 2017 telen ze gele wortels, maar de opkomst was door de droogte dit jaar tegengevallen. Ook hebben ze pastinaak gezet voor Ardo. “We hebben op ruggen in april gezaaid. De opkomst viel goed mee, maar de onkruidbestrijding staat nog niet volledig op punt. Zeker naar de toekomst toe, met producten die uit de rekken worden genomen, zal het nog moeilijker worden. Qua ziektebestrijding zijn er ongeveer dezelfde ziekten als bij wortelen, maar iets minder. We hadden ook last van de wortelvlieg. Qua bemesting was de teelt gelijklopend met de wortel. Qua opbrengst hopen we op 30 ton per hectare, want dan zijn we rendabel.”

De pastinaak die aan Ardo wordt geleverd, is bedoeld voor babyvoeding. “Er is een lastenboek dat we moeten volgen. We krijgen een lijst met producten die we wel en niet mogen gebruiken, samen met de dosissen die we niet mogen overschrijden.” Ter controle van de residu’s neemt Ardo monsters bij de levering van de pastinaak, maar ook op het veld tijdens de teelt. Verder moet de teeltfiche van het bedrijf binnen zijn op het moment dat gerooid wordt.

Frederik Devos teelt pompoen, kolen en miniwortelen

Ook Frederik Devos teelt trendy groenten. Hij nam het bedrijf van zijn vader over en splitste het op naar een serrebedrijf en een openluchtbedrijf. Ze zijn gespecialiseerd in vollegrondsgroenten zoals prei en courgette, voor de versmarkt. De afzet gebeurt volledig via de REO Veiling. Sinds drie jaar kwam daar ook peterselie en keukenrapen bij voor de verse markt. Om een grotere bedrijfszekerheid te krijgen, startte het bedrijf ook met Chinese kool, spitskool, verschillende pompoenen (Halloween, Butternut, Spaghetti, Crown Prince, Rouge vif d’etampes) en mini-wortelen.

Miniwortelen

Dit jaar teelt hij voor de eerste keer mini-wortelen voor de periode van Kerst en Nieuwjaar. Normaal wordt dat ingevoerd vanuit Bretagne. Vanuit REO Veiling werden afspraken gemaakt met verschillende telers voor mini-groenten tegen die periode. “Die groenten moeten op het juiste moment klaar zijn voor de oogst, aangezien ze voor de Kerst- en Nieuwjaarsperiode nodig zijn. Daarna moet niemand ze nog hebben. De wortels moeten oranje kleuren, ze mogen geen groen kopje hebben.”

Pompoen

De butternutpompoen wordt vandaag de dag het meest verkocht, en kan ook heel de winter verkocht worden. Dit in tegenstelling tot de verkoop van de gewone pompoen, die stil valt vanaf eind november als Halloween gepasseerd is. Typisch voor de butternut is de zoete smaak, wat het ideaal maakt voor soep. Eind mei wordt deze pompoen geplant, na de nachtvorst. De Crown Prince is grijs vanbuiten, heeft oranjerood vruchtvlees en geeft een goede maar speciale smaak. De Halloweenpompoen wordt vooral gebruikt voor de versiering om gezichten in te maken, want qua smaak is die niet zo goed. De spaghettipompoen is een gele langwerpige pompoen en heeft een speciale structuur. Als je het vruchtvlees kookt, valt het in draden vaneen, waardoor het op spaghetti lijkt. Het product wordt getypeerd door een zoete smaak.

De pompoenen worden niet in de frigo bewaard. De optimale bewaartemperatuur is 12°C en ook een goede ventilatie is van groot belang. In het bedrijf worden ze daarom in kisten bewaard met genoeg ruimte tussen de spijlen, in een open loods met geïsoleerd dak. Alle pompoenen worden eerst vuil bewaard. Vlak voor het marktklaar maken worden de pompoenen gewassen, waarna ze drogen om ze te kunnen stickeren.

Rapen

Rapen worden gezaaid begin augustus en worden net als de pompoenen gewassen als ze van het veld komen. Enig probleem is dat het een arbeidsintensieve teelt is, aangezien ze nog moeten bijgesneden worden op het veld. De meeste rapen voldoen aan de sortering 6 tot 10 cm. Er is een toenemende vraag geweest voor rapen, maar die vraag is nu stabiel.

Spitskool en Chinese kool

De teelt van spitskool en Chinese kool is gelijkaardig aan die van gewone kool. Er was wat last van koolvlieg, maar daar werden netten voor gelegd. Het probleem dat het bedrijf kende bij spitskool was het openspringen van de kop. We hebben een droog jaar gehad en we beregenden te laat bij, met een groei-explosie als gevolg.

Meest recent

Meest recent