In de derde week van de Phytofar-campagne staat de voorbereiding op de bespuiting centraal. Het productetiket lezen en begrijpen is één ding, het uitvoeren moet ook gebeuren in alle veiligheid en met respect voor het milieu.
De easyFlow is een gesloten transfersysteem waardoor men de spuittank (hier gedemonstreerd met een vuilbak) kan vullen zonder in contact te komen met het product.
Phytofar geeft daarom de belangrijkste punten weer in het kaderstuk. De organisatie vermeldt dat het vullen van het spuittoestel op een speciaal aangelegde vul- en spoelplaats kan gebeuren. Belangrijk is om erbij te blijven om te vermijden dat de spuittank overloopt. Een extra opmerking is dat ook het gewasbeschermingsmiddel op een veilige manier in de tank terecht moet komen. De easyFlow van Bayer en Agrotop zou hier een goede aanvulling bij kunnen zijn. Ten slotte moet de bespuiting zelf gebeuren onder goede IPM (Integrated Pest Management - Geïntegreerde gewasbescherming) praktijken.
Veilig vullen met easyFlow...
Het vullen van de tank kan het best op de vul- en spoelplaats op het bedrijf (zie verder). Om vloeibare gewasbeschermingsmiddelen op een veilige manier in de sproeitank te brengen werd easyFlow ontwikkeld door Bayer en Agrotop. Dat is een gesloten transfersysteem waardoor men de spuittank kan vullen zonder in contact te komen met het product. Het is vooral bedoeld voor producten die gevaarlijk zijn op lange termijn, zoals kankerverwekkende stoffen. Het zou de blootstelling tot 96 % verminderen.
Van het systeem bestaan twee versies: de easyFlow (de basisversie) en de easyFlow M (de verbeterde versie). Delvano is de distributeur in België. Zeventig van de 400 actieve stoffen in de EU zijn gevaarlijk zijn. Het gaat zover dat als het systeem op de markt is, nog meerdere middelen worden toegelaten, anders worden ze verboden. Het is nog wel steeds aan de landbouwer om aan zijn persoonlijke veiligheid te denken. De Vlaamse overheid heeft wel steun voorzien voor de easyFlow, waarbij 50 % subsidie wordt gegeven om het systeem aan te kopen.
... door een connector op de verpakking
EasyFlow werkt met een connector die op de verpakking geschroefd moet worden. Door de standaardisatie past de connector op alle verpakkingen. De verzegeling van de verpakking blijft nog dicht, zodat er geen product kan uitlopen. Wanneer de connector op de verpakking zit, wordt een verbinding gemaakt met het systeem dat op de sproeitank staat. Op het moment dat er op wordt geduwd, wordt de verzegeling doorgesneden en wordt het product overgebracht naar de tank. Als niet de hele inhoud van de verpakking gebruikt moet worden, kan er gedoseerd worden.
Als de verpakking nog niet leeg is, is het mogelijk om enkel de connector te spoelen zonder dat het water in contact komt met het product. De verpakking moet samen met de connector worden teruggezet in het fytolokaal. Als de verpakking leeg is, moet het van het systeem gehaald worden. De verpakking kan veilig gespoeld worden, zodat men niet in contact komt met het product. De verpakking kan dan gedoogd worden, maar de verzekering moet nog van de verpakking worden afgehaald. De verpakking en de verzekering moeten apart worden meegegeven aan het Agricover-recyclagesysteem.
De vul- en spoelplaats met opslagtank
Spreekt men van een opvang op het bedrijf zelf (op beton), dan gebeurt dat bij een vul- en spoelplaats. De vloer moet ondoorlatend, lekdicht en chemisch inert zijn. Het restwater (water met gewasbeschermingsmiddelen) gaat dan via een helling naar een verzamelputje of afvoergoot naar een opslagtank. Het plaatsen van een vetafscheider is verplicht, maar ook een slibafscheider is mogelijk.
De vul- en spoelplaats kan overdekt worden om het hemelwater gescheiden op te vangen, zodat het niet mee verwerkt wordt. Kiest men voor niet-overdekt, dan gaat men het best voor een gescheiden afvoer van rest- en spoelwater en hemelwater met afvoerbuizen die afgesloten kunnen worden. Hiervoor zijn verschillende afsluitsystemen mogelijk. Een dakconstructie kan dan weer soelaas brengen bij het intern reinigen van het spuittoestel door het spuiten door de doppen. Ook hier moet het water worden opgevangen.
Het spoelwater kan dan worden opgevangen. Op het bedrijf in Huldenberg werd in de grond een buffertank van 10.000 liter gestoken waar het reinigingswater naartoe wordt gepompt. Dat moet een dubbelwandige tank zijn, tegen lekkage. Men kan ook kiezen voor een buffertank boven de grond, maar dan heb je het probleem dat het water naar boven wordt gepompt. Bij het kiezen van een buffertank is het belangrijk om te weten hoeveel spoelwater er jaarlijks is en hoe dat verdeeld is over het seizoen, waardoor de capaciteit van de buffertank berekend kan worden.
Men kan ook opteren voor een uitlekbak voor verpakkingen, waarbij de productresten ook met de buffertank verbonden zijn.
Een bespuiting binnen IPM
Phytofar benadrukt dat het bespuiten zelf moet gebeuren onder IPM-richtlijnen. Het volgen van de waarschuwingssystemen en -berichten is alvast belangrijk, maar ook de landbouwer kan het best zijn percelen observeren op ziekten en plagen. Op basis daarvan kan hij beslissen of een behandeling met een gewasbeschermingsmiddel nodig is. Is er onkruid aanwezig, dan moet de landbouwer het juiste product kiezen of producten in functie van de onkruidbezetting of de te verwachten onkruiddruk. Mechanische onkruidbestrijding is ook een optie die overwogen kan worden. Bij de keuze van het gewasbeschermingsmiddel kiest men beter voor een selectief middel dat de natuurlijke vijanden en bestuivers zoveel mogelijk spaart.
Ten slotte is het belang van vruchtwisseling niet te onderschatten. Die dient gerespecteerd te worden; op die manier kan ook de onkruiddruk verminderd worden. Ook moet rekening gehouden worden met de ziektetolerantie of -resistentie van het gewas.
Er zijn nog meer tips om een bespuiting te laten verlopen volgens de IPM-richtlijnen. Meer details hierover vindt men op lv.vlaanderen.be