Startpagina Akkerbouw

Welke (mengsels) van groenbedekkers zijn het best geschikt om te maaien?

De uitzonderlijke droge en warme weersomstandigheden van voorbije weken leggen enorme druk op de ruwvoervoorraden. Sinds juni kon er immers geen gras meer geoogst worden en ook de maïsopbrengst ligt duidelijk lager dan normaal.

Leestijd : 2 min

Om het tekort aan ruwvoer op te vangen is er door de minister een uitzondering toegestaan om af te wijken van de voor EAG toegelaten mengsels voor groenbedekkers. Deze afwijking laat toe om de zaai van de groenbedekkers beter af te stemmen op het gebruik als ruwvoeder.

In kader van het demoproject “Meer groenbedekker, meer mais” heeft de Hooibeekhoeve in 2016 diverse EAG-mengsels uitgezaaid om hun waarde als ruwvoeder te bekijken en dit in samenwerking met DLF bv en Limagrain Belgium bvba. De mengsels hadden Italiaans raaigras als gemeenschappelijke component. Het Italiaans raaigras was gemengd met één of meerdere van de volgende componenten: Engels raaigras, festulolium, rietzwenkgras, bladrogge, timothee, wikken en/of rode klaver. De mengsels werden half oktober 2016 uitgezaaid en geoogst begin mei 2017. Zowel de opbrengst als de kwaliteit werden bepaald.

Resultaten

De combinatie Italiaans raaigras en bladrogge had de hoogste productie in deze demoproef. Het verschil met enkel Italiaans raaigras bedroeg zo’n 10%. Het ruw eiwitgehalte lag echter zo’n 5% lager. De mengsels met festulolium of timothee scoorden eveneens goed qua opbrengst maar hadden eveneens een lager ruw eiwit gehalte. Wikke bijmengen gaf een hoger ruw eiwitgehalte maar een lagere opbrengst. De combinatie Engels en Italiaans raaigras met rode klaver behaalde eveneens een lagere opbrengst.

Mengsel

We moeten opmerken dat het slechts gaat over één demoproef. Uit de verschillende proeven rond groenbedekkers bleek dat een mengsel meer biomassa kan opleveren dan de individuele gewassen op zich. Dit is echter afhankelijk van verschillende factoren: zaaitijdstip, mengverhouding, mengpartners, maar ook de weersomstandigheden hebben hun invloed op de ontwikkeling. Vooral voor vlinderbloemigen lijken de groeiomstandigheden bepalend voor het resultaat.

In 2016 was klaver en wikke duidelijk aanwezig, terwijl bij de proeven in 2014 en 2017 deze bij dezelfde mengsels nauwelijks zichtbaar waren en werden overheerst door het Italiaans raaigras of rogge. Belangrijk is ook dat er bij het zaaien regelmatig wordt geroerd in de zaadbak. Bij een mengsel kunnen immers zaden van een verschillende grootte voorkomen die gemakkelijk kunnen ontmengen.

Publicatie

De ervaringen van de verschillende proeven groenbedekkers kunnen nagelezen worden via de website www.lcvvzw.be en doorklikken naar ‘publicaties’.

Nog een belangrijke opmerking is dat er in het voorjaar best geen te zware snede wordt gemaaid. De groenbedekker onttrekt immers ook vocht en nutriënten. De volgteelt mais zal hier de negatieve gevolgen van ondervinden. Deze lagere opbrengst bij mais na een zware snede zagen we al meermaals in diverse LCV-proeven, en werd nogmaals bevestigd in 2018.

Gert Van de Ven, LCV

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken